Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • be les 42 blz. 230-blz. 233 ¶5
  • Leerzaam voor je publiek

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Leerzaam voor je publiek
  • Trek voordeel van de theocratische bedieningsschool
  • Vergelijkbare artikelen
  • Leerzame stof, duidelijk gebracht
    Handleiding voor de Theocratische Bedieningsschool
  • Vragenbus
    Onze Koninkrijksdienst 2000
  • Overtuig je toehoorders, redeneer met hen
    Handleiding voor de Theocratische Bedieningsschool
  • Inleiding die belangstelling wekt
    Trek voordeel van de theocratische bedieningsschool
Meer weergeven
Trek voordeel van de theocratische bedieningsschool
be les 42 blz. 230-blz. 233 ¶5

LES 42

Leerzaam voor je publiek

Wat moet je doen?

Draag kennis over op een manier die het denken stimuleert en je publiek het gevoel geeft dat ze wat nuttigs te weten zijn gekomen.

Waarom is het belangrijk?

Als je mensen alleen maar vertelt wat ze al weten, zul je hun aandacht waarschijnlijk niet lang kunnen vasthouden.

OM EEN presentatie leerzaam te maken voor je publiek moet je meer doen dan alleen een waardevol onderwerp bespreken. Vraag je af: Waarom moet dit publiek dit onderwerp te horen krijgen? Wat ga ik zeggen om mijn publiek het gevoel te geven dat ze echt wat aan de bespreking hebben gehad?

Op de school kun je de toewijzing hebben om te laten zien hoe je iemand getuigenis geeft, en dan is je huisbewoner je publiek. In andere gevallen kan het zijn dat je de gemeente als geheel toespreekt.

Wat je publiek weet. Vraag je af wat het publiek over het onderwerp weet. Dat moet bepalen wat je uitgangspunt is. Als je tot een gemeente spreekt die veel rijpe christenen telt, wil je niet eenvoudig met fundamentele stof komen die voor de meesten van hen bekend materiaal is. Bouw op deze grondwaarheden voort. Als zich onder de aanwezigen ook veel pasgeïnteresseerden bevinden, moet je natuurlijk de behoeften van beide groepen in aanmerking nemen.

Pas het tempo van je voordracht aan het kennisniveau van je publiek aan. Als je wat details vermeldt die de meesten waarschijnlijk bekend zijn, zul je die vrij snel kunnen behandelen. Maar verlaag je tempo als je gedachten ontvouwt die voor de meerderheid van je luisteraars misschien nieuw zijn, zodat ze die goed kunnen vatten.

Wat leerzaam zal zijn. Iets overdragen dat leerzaam is hoeft niet altijd te betekenen dat je iets nieuws te zeggen hebt. Sommige sprekers kunnen bepaalde vertrouwde waarheden zo eenvoudig brengen dat velen in het publiek ze voor het eerst volledig begrijpen.

In de velddienst is het niet genoeg als je een recente gebeurtenis noemt om te illustreren dat we in de laatste dagen leven. Gebruik de bijbel om de betekenis van het voorval duidelijk te maken. Dat zal echt leerzaam zijn voor de huisbewoner. Ook wanneer je iets over een natuurwet of uit de plant- of dierkunde aanhaalt, mag dat niet bedoeld zijn om een fascinerend wetenschappelijk feit te vermelden waar de huisbewoner nooit eerder van gehoord heeft. Nee, stel je ten doel om door het combineren van bewijsmateriaal uit de natuur en verklaringen in de bijbel te laten zien dat er een Schepper bestaat die van ons houdt. Dat zal de huisbewoner helpen zaken uit een nieuw gezichtspunt te bezien.

Een onderwerp behandelen voor een publiek dat daar al veel vaker over heeft horen spreken, kan een uitdaging zijn. Maar om een doeltreffend onderwijzer te zijn, moet je leren hoe je dat het beste kunt doen. Hoe kun je te werk gaan?

Nazoekwerk zal een hulp vormen. In plaats van alleen de feiten in je lezing te stoppen die je prompt te binnen schieten, kun je gebruik maken van de hulpmiddelen voor het verrichten van research die op bladzijde 33 tot 38 besproken zijn. Schenk aandacht aan de daar gegeven suggesties over wat je je ten doel moet stellen. Misschien ontdek je bij je nazoekwerk dat een niet zo bekend historisch feit rechtstreeks samenhangt met je onderwerp. Wellicht stuit je op een recente uitspraak in de pers die het punt dat je wilt bespreken kan illustreren.

Bij het doornemen van het materiaal doe je er goed aan je eigen denken te stimuleren met vragen als wat? waarom? wanneer? waar? wie? en hoe? Een paar voorbeelden: Waarom is dit waar? Hoe kan ik het bewijzen? Welke algemeen heersende geloofsopvattingen maken het voor sommigen moeilijk deze bijbelse waarheid te vatten? Waarom is het belangrijk? Wat moet dit in iemands leven bewerken? Welk voorbeeld toont het nut van het toepassen ervan? Wat onthult deze bijbelse waarheid over Jehovah’s persoonlijkheid? Afhankelijk van het materiaal dat je bespreekt, kun je je afvragen: Wanneer is dit gebeurd? Hoe kunnen we dit materiaal in deze tijd een praktische toepassing geven? Je zou zelfs je voordracht kunnen verlevendigen door tijdens je lezing een paar van dit soort vragen te stellen en te beantwoorden.

Misschien moet je in je lezing schriftplaatsen gebruiken waarmee je publiek vertrouwd is. Wat kun je doen om deze teksten op een leerzame manier te hanteren? Lees ze niet alleen maar; verklaar ze.

De bespreking van een bekende tekst kan informatiever worden als je de tekst ontleedt door gedeelten die samenhangen met het thema van je lezing te isoleren en die vervolgens uit te leggen. Beschouw eens de mogelijkheden bij een tekst als Micha 6:8 in de Nieuwe-Wereldvertaling. Wat is „gerechtigheid”? Wiens maatstaf van gerechtigheid wordt er besproken? Hoe zou je illustreren wat er wordt bedoeld met „gerechtigheid te oefenen”? Of met „goedheid lief te hebben”? Wat is bescheidenheid? Hoe zou je het materiaal toepassen in het geval van iemand die bejaard is? Wat je uiteindelijk gaat gebruiken moet natuurlijk bepaald worden door factoren als je thema, je doel, je publiek en de beschikbare tijd.

Eenvoudige definities van termen kunnen nuttig zijn. Voor sommigen gaat er een wereld open als ze de betekenis horen van het „koninkrijk” dat in Mattheüs 6:10 genoemd wordt. Zelfs iemand die al heel lang een christen is, kan wanneer hij aan een definitie herinnerd wordt, geholpen worden nauwkeuriger te onderscheiden wat een bepaalde tekst nu echt zegt. Dat is duidelijk wanneer we 2 Petrus 1:5-8 lezen en dan de verschillende in die verzen genoemde elementen definiëren: geloof, deugd, kennis, zelfbeheersing, volharding, godvruchtige toewijding, broederlijke genegenheid en liefde. Wanneer in dezelfde context woorden gebruikt worden die elkaar in betekenis gedeeltelijk overlappen, draag je er door ze te definiëren toe bij dat men ze uit elkaar weet te houden. Dat geldt voor termen als wijsheid, kennis, onderscheidingsvermogen en verstand, die we tegenkomen in Spreuken 2:1-6.

Je publiek kan het leerzaam vinden als je gewoon redeneert over een tekst. Veel mensen zijn verrast wanneer ze voor het eerst beseffen dat in sommige bijbelvertalingen in Genesis 2:7 van Adam wordt gezegd dat hij een levende ziel was en dat volgens Ezechiël 18:4 zielen sterven. Jezus verraste de Sadduceeën bij een bepaalde gelegenheid door naar Exodus 3:6 te verwijzen, een bijbelgedeelte waaraan ze geloof beweerden te hechten, en dat toe te passen op de opstanding van de doden. — Luk. 20:37, 38.

Soms is het verhelderend om te wijzen op de context van een schriftplaats, de omstandigheden waaronder die geschreven werd, en wie er aan het woord was of tot wie hij sprak. De Farizeeën waren goed bekend met Psalm 110. Toch vestigde Jezus hun aandacht op een belangrijk detail in het eerste vers. Hij vroeg: „’Wat denkt gij omtrent de Christus? Wiens zoon is hij?’ Zij zeiden tot hem: ’Van David.’ Hij zei tot hen: ’Hoe kan David hem dan onder inspiratie „Heer” noemen, door te zeggen: „Jehovah heeft tot mijn Heer gezegd: ’Zit aan mijn rechterhand totdat ik uw vijanden onder uw voeten stel’”? Indien David hem daarom „Heer” noemt, hoe is hij dan zijn zoon?’” (Matth. 22:41-45) Wanneer je over de Schrift redeneert zoals Jezus, zul je mensen helpen Gods Woord zorgvuldiger te lezen.

Als een spreker de tijd noemt waarin een bijbelboek geschreven werd of vermeldt wanneer een bepaalde gebeurtenis plaatsvond, moet hij ook een beschrijving geven van de omstandigheden die er toen heersten. Op die manier zal het publiek beter de belangrijkheid van het boek of de gebeurtenis vatten.

Vergelijkingen kunnen ertoe bijdragen je stof leerzamer te maken. Je zou een gangbare opvatting kunnen stellen tegenover wat de bijbel over hetzelfde punt zegt. Of je zou twee parallelle bijbelverslagen kunnen vergelijken. Zijn er verschillen? Waarom? Wat leren we daaruit? Zo’n aanpak kan je luisteraars een nieuwe kijk op het onderwerp geven.

Als je een aspect van de christelijke bediening te bespreken hebt gekregen, zou je je presentatie kunnen verrijken door met een overzicht te beginnen. Bespreek wat er gedaan moet worden, waarom het moet gebeuren en hoe het in verband staat met onze algemene doelstellingen als Jehovah’s Getuigen. Leg dan uit waar, wanneer en hoe het werk gedaan moet worden.

En als je lezing nu vereist dat je enkele van „de diepe dingen Gods” bespreekt? (1 Kor. 2:10) Als je begint met het identificeren en verklaren van bepaalde belangrijke elementen van het onderwerp, zullen de details gemakkelijker begrepen worden. En als je besluit met een beknopte samenvatting van je materiaal, zal je publiek daarna waarschijnlijk het voldane gevoel hebben echt iets opgestoken te hebben.

Raad ten aanzien van de christelijke levenswijze. Je publiek zal er vooral baat bij hebben als je hen helpt inzien hoe de informatie in je lezing op hun leven van toepassing is. Als je de schriftplaatsen in je toegewezen materiaal beschouwt, moet je je afvragen: Waarom is deze informatie tot in onze tijd in de Schrift bewaard gebleven? (Rom. 15:4; 1 Kor. 10:11) Denk aan situaties waarmee de personen in je publiek te maken hebben. Beschouw de situaties zelf in het licht van de raad en beginselen in de Schrift. Redeneer in je lezing aan de hand van de bijbel om te laten zien hoe die iemand kan helpen zulke situaties verstandig aan te pakken. Vermijd algemeenheden. Bespreek specifieke houdingen en handelingen.

Pas om te beginnen een of twee van de bovenstaande suggesties toe bij een lezing die je voorbereidt. Ga er naarmate je ervaring krijgt, meer toepassen. Mettertijd zul je merken dat het publiek uitkijkt naar je lezingen omdat ze het vertrouwen hebben dat ze iets nuttigs zullen horen.

HOE JE HET DOET

  • Neem in aanmerking wat je publiek al weet van je onderwerp.

  • Reguleer het tempo waarin je je informatie presenteert — sneller voor bekende stof, langzamer voor nieuwere punten.

  • Presenteer niet alleen feiten; bespreek de betekenis of waarde ervan.

  • Stimuleer je eigen denken door je af te vragen: Wat? Waarom? Wanneer? Waar? Wie? Hoe?

  • Neem de tijd om over schriftplaatsen te redeneren; weid uit over specifieke gedeelten.

  • Maak gebruik van vergelijkingen en tegenstellingen.

  • Verschaf een beknopt overzicht van je materiaal.

  • Laat zien hoe de informatie te gebruiken is om problemen op te lossen en beslissingen te nemen.

OEFENINGEN: (1) Verricht nazoekwerk om een leerzaam punt te vinden betreffende een bekende schriftplaats, zoals Mattheüs 24:14 of Johannes 17:3. (2) Lees Spreuken 8:30, 31 en Johannes 5:20. Hoe zou mediteren over de relatie tussen Jehovah God en Jezus Christus, zoals in die verzen beschreven, je in staat stellen die teksten te gebruiken om een gezin ermee te helpen?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen