3 ‘Dan zal ik het overblijfsel van mijn schapen verzamelen uit alle landen waarheen ik ze verdreven heb.+ Ik zal ze terugbrengen naar hun weidegrond+ en ze zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden.+
14 Op een goede weide zal ik ze verzorgen, en het land waar ze grazen zal op de hoge bergen van Israël zijn.+ Daar zullen ze rusten op prachtig grasland+ en ze zullen grazen op de beste weiden op de bergen van Israël.’