-
Leviticus 6:12, 13Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
12 Het vuur op het altaar moet brandend worden gehouden. Het mag niet uitgaan. De priester moet er elke morgen hout+ op branden en het brandoffer erop schikken, en hij moet het vet van de vredeoffers daarop in rook laten opgaan.+ 13 Het vuur op het altaar moet altijd brandend worden gehouden. Het mag niet uitgaan.
-
-
2 Kronieken 13:10, 11Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
10 Maar onze God is Jehovah,+ en wij hebben hem niet verlaten. Onze priesters, de nakomelingen van Aäron, dienen Jehovah, en de Levieten helpen bij het werk. 11 Ze laten elke ochtend en elke avond+ brandoffers voor Jehovah in rook opgaan met geurige wierook.+ Het stapelbrood*+ ligt op de tafel van zuiver goud. Ook steken ze elke avond+ de lampen van de gouden lampenstandaard+ aan. Wij komen namelijk onze verantwoordelijkheid na tegenover Jehovah, onze God. Maar jullie hebben hem verlaten.
-