Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlandse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • es25
  • Juli

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Juli
  • Bestudeer dagelijks de Schrift 2025
  • Onderkopjes
  • dinsdag 1 juli
  • woensdag 2 juli
  • donderdag 3 juli
  • vrijdag 4 juli
  • zaterdag 5 juli
  • zondag 6 juli
  • maandag 7 juli
  • dinsdag 8 juli
  • woensdag 9 juli
  • donderdag 10 juli
  • vrijdag 11 juli
  • zaterdag 12 juli
  • zondag 13 juli
  • maandag 14 juli
  • dinsdag 15 juli
  • woensdag 16 juli
  • donderdag 17 juli
  • vrijdag 18 juli
  • zaterdag 19 juli
  • zondag 20 juli
  • maandag 21 juli
  • dinsdag 22 juli
  • woensdag 23 juli
  • donderdag 24 juli
  • vrijdag 25 juli
  • zaterdag 26 juli
  • zondag 27 juli
  • maandag 28 juli
  • dinsdag 29 juli
  • woensdag 30 juli
  • donderdag 31 juli
Bestudeer dagelijks de Schrift 2025
es25

Juli

dinsdag 1 juli

Hij trok door het land, terwijl hij goede daden deed en iedereen genas. — Hand. 10:38.

Jezus gaf in alles wat hij zei en deed, ook in zijn wonderen, perfect de gedachten en gevoelens van zijn Vader weer (Joh. 14:9). Wat kunnen we van Jezus’ wonderen leren? Jezus en zijn Vader houden heel veel van ons. Toen Jezus op aarde was, liet hij zien hoeveel liefde hij voor mensen voelde door zijn bovennatuurlijke kracht te gebruiken om hun lijden te verlichten. Zo waren er eens twee blinde mannen die om hulp riepen (Matth. 20:30-34). Het verslag zegt dat Jezus ‘medelijden met ze had’ en ze vervolgens genas. Het Griekse werkwoord voor ‘medelijden hebben’ duidt hier op een intens medegevoel dat diep binnen in het lichaam wordt ervaren. Dat diepe medegevoel, een uiting van liefde, bewoog Jezus er ook toe mensen die honger hadden te eten te geven en een melaatse te genezen (Matth. 15:32; Mark. 1:41). Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah, de God met ‘liefdevol medegevoel’, en zijn Zoon veel van ons houden en het heel erg vinden als we lijden (Luk. 1:78; 1 Petr. 5:7). Wat willen ze graag een eind maken aan alle ellende die mensen treft! w23.04 3 ¶4-5

woensdag 2 juli

Als je van Jehovah houdt, haat dan wat slecht is. Hij beschermt het leven van zijn loyalen. Hij bevrijdt ze uit de hand van de slechten. — Ps. 97:10.

Je kunt praktische maatregelen nemen om zo min mogelijk te worden blootgesteld aan de verkeerde denkbeelden en ideeën die in Satans wereld populair zijn. Je kunt je geest met goede gedachten vullen door de Bijbel te lezen en bestuderen. Daarnaast kun je je denken beschermen door de vergaderingen bij te wonen en in de dienst te gaan. Jehovah belooft dat hij niet zal toelaten dat je wordt verleid boven wat je aankunt (1 Kor. 10:12, 13). We moeten allemaal meer dan ooit bidden om Jehovah in deze moeilijke laatste dagen trouw te blijven. Jehovah wil dat je ‘je hart voor hem uitstort’ (Ps. 62:8). Loof Jehovah en dank hem voor alles wat hij doet. Vraag hem je te helpen moedig te zijn in de dienst. Smeek hem om hulp als je problemen meemaakt of verleidingen moet weerstaan. Bid geregeld tot Jehovah en laat je door niets of niemand tegenhouden. w23.05 7 ¶17-18

donderdag 3 juli

Laten we op elkaar letten, moedig elkaar aan. — Hebr. 10:24, 25.

Waarom gaan we naar de vergaderingen? In de eerste plaats om Jehovah te loven (Ps. 26:12; 111:1). Maar we komen ook samen om elkaar in deze moeilijke tijd aan te moedigen (1 Thess. 5:11). Je kunt beide doelen bereiken door je hand op te steken en antwoord te geven. Maar wat maakt het soms lastig? Misschien durf je het niet zo goed. Of misschien wil je graag meedoen maar kom je niet zo vaak aan de beurt als je zou willen. Wat kun je in die situaties doen? Paulus liet uitkomen waar de focus moet liggen: elkaar aanmoedigen. Als je te nerveus bent om je hand op te steken, is het goed te bedenken dat je zelfs met een eenvoudige uiting van je geloof anderen in de gemeente kunt aanmoedigen. En als je niet vaak aan de beurt komt, kun je blij zijn dat anderen de kans krijgen om antwoord te geven (1 Petr. 3:8). w23.04 20 ¶1-3

vrijdag 4 juli

Laat iedereen naar Jeruzalem gaan om het huis te herbouwen van Jehovah. — Ezra 1:3.

Wat een ongelofelijk bericht! Na 70 jaar ballingschap in Babylon waren de Joden vrij. Ze mochten terug naar Israël! (Ezra 1:2-4) Normaal gesproken liet Babylon gevangenen nooit vrij (Jes. 14:4, 17). Maar Babylon was veroverd en de nieuwe machthebber had bepaald dat de Joden het land mochten verlaten. Alleen Jehovah kon daar verantwoordelijk voor zijn. Nu stonden alle Joden, en vooral de gezinshoofden, voor een belangrijke beslissing: vertrekken of blijven. Waarom was dat geen makkelijke beslissing? Velen waren te oud voor de ontberingen en risico’s van de reis. En de meeste Joden waren in Babylon geboren. Dat was hun enige thuis. Israël was het land van hun voorouders. Bovendien waren sommige Joden blijkbaar rijk geworden in Babylon. Voor hen was het misschien moeilijk om een mooi huis of een goed bedrijf achter te laten, het onbekende tegemoet. w23.05 14 ¶1-2

zaterdag 5 juli

Zorg dat je er klaar voor bent. — Matth. 24:44.

Gods Woord laat uitkomen dat we aan volharding, medegevoel en liefde moeten blijven werken. In Lukas 21:19 staat: ‘Door te volharden zul je je leven redden.’ Kolossenzen 3:12 zegt: ‘Bekleed je met teder medegevoel.’ En in 1 Thessalonicenzen 4:9, 10 staat: ‘Jullie hebben zelf van God geleerd elkaar lief te hebben. (...) Maar we vragen jullie dringend, broeders, het nog veel meer te doen.’ Al die woorden waren gericht tot personen die al volharding, medegevoel en liefde hadden getoond. Toch moesten ze aan die eigenschappen blijven werken. En wij ook. Als hulp daarbij kun je voor elke eigenschap bekijken hoe de eerste christenen het deden. Dan zul je zien hoe je hun voorbeeld kunt volgen zodat je klaar bent voor de grote verdrukking. Als dan de grote verdrukking begint, heb je al geleerd te volharden en ben je vastbesloten te blijven volharden. w23.07 3 ¶4, 8

zondag 6 juli

Daar zal een hoofdweg zijn, de Weg van Heiligheid. — Jes. 35:8.

Of je nu gezalfd bent of bij de ‘andere schapen’ hoort, je moet op de Weg van Heiligheid blijven (Joh. 10:16). Die weg voert ons namelijk door het geestelijke paradijs en leidt uiteindelijk tot de zegeningen van het Koninkrijk. Sinds 1919 zijn miljoenen mannen, vrouwen en kinderen weggegaan uit Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie. Ze zijn de symbolische weg ingeslagen. Jehovah zag erop toe dat voor de Joden die uit Babylon vertrokken de obstakels werden verwijderd (Jes. 57:14). Hoe zit het met de Weg van Heiligheid in deze tijd? Tot aan 1919 heeft Jehovah eeuwenlang godvrezende mannen gebruikt om de weg uit Babylon de Grote vrij te maken. (Vergelijk Jesaja 40:3.) Dankzij hun voorbereidende werk — geestelijke wegwerkzaamheden — konden oprechte mensen later uit Babylon de Grote weggaan. Ze konden het geestelijke paradijs binnengaan, waar de zuivere aanbidding van Jehovah was hersteld. w23.05 16 ¶8-9

maandag 7 juli

Dien Jehovah met vreugde. Verschijn in zijn aanwezigheid met gejuich. — Ps. 100:2.

Jehovah wil dat je hem bereidwillig en met vreugde dient (2 Kor. 9:7). Is het dan wel goed om aan een geestelijk doel te blijven werken als je daar geen zin in hebt? Neem een voorbeeld aan Paulus. Hij zei: ‘Ik beuk mijn lichaam en leid het als een slaaf’ (1 Kor. 9:25-27). Paulus dwong zich ertoe te doen wat juist was, ook als hij daar niet toe geneigd was. Keurde Jehovah zijn dienst goed? Absoluut! En Jehovah beloonde hem voor alles wat hij deed (2 Tim. 4:7, 8). Het maakt Jehovah blij te zien dat je naar je doel blijft streven ook al ben je niet zo gemotiveerd. Hij weet namelijk dat je het misschien niet altijd doet uit liefde voor dat doel, maar wel uit liefde voor hem. Zoals Jehovah Paulus zegende, zo zal hij ook jouw inspanningen zegenen (Ps. 126:5). En als je merkt dat Jehovah je zegent, kan dat zelfs motiverend werken. w23.05 29 ¶9-10

dinsdag 8 juli

Jehovah’s dag komt. — 1 Thess. 5:2.

Paulus vergeleek mensen die Jehovah’s dag niet zullen overleven met mensen die slapen. Wie slaapt, is zich niet bewust van zijn omgeving of van de tijd. Hij weet dus niet wanneer er iets belangrijks gebeurt en kan daar niet op reageren. De meeste mensen in deze tijd slapen in geestelijke zin (Rom. 11:8). De bewijzen dat we in ‘de laatste dagen’ leven en dat binnenkort de grote verdrukking losbarst gaan langs ze heen (2 Petr. 3:3, 4). Maar wij beseffen dat de geïnspireerde raad om wakker te blijven met de dag dringender wordt (1 Thess. 5:6). Je moet kalm en stabiel blijven. Waarom? Zodat je je niet laat meeslepen in de politieke en sociale kwesties van tegenwoordig. De druk om daarin partij te kiezen neemt alleen maar toe naarmate Jehovah’s dag dichterbij komt. Maar wees niet bezorgd over je reactie. Gods geest kan je een kalme, stabiele gemoedstoestand geven zodat je verstandige beslissingen kunt nemen (Luk. 12:11, 12). w23.06 10 ¶6-7

woensdag 9 juli

Soevereine Heer Jehovah, denk toch aan mij en geef me alstublieft kracht. — Recht. 16:28.

Waar moet jij aan denken als je de naam Simson hoort? Misschien denk je meteen aan zijn enorme kracht. Of aan de slechte beslissing die hij nam en de gevolgen daarvan. Maar wat voor Jehovah telt, is wat Simson trouw voor hem heeft gedaan. En hij liet zijn voorbeeld voor ons in de Bijbel opnemen. Jehovah gebruikte Simson om verbazingwekkende dingen te doen en zijn volk Israël te helpen. Eeuwen na Simsons dood inspireerde Jehovah Paulus ertoe Simsons naam op te nemen in een lijst van personen met een bijzonder geloof (Hebr. 11:32-34). Simson is een mooi voorbeeld voor ons. Zelfs in moeilijke omstandigheden vertrouwde hij op Jehovah. We kunnen praktische, opbouwende lessen van zijn voorbeeld leren. w23.09 2 ¶1-2

donderdag 10 juli

Maak bij alles je verzoeken aan God bekend. — Fil. 4:6.

Je kunt je vermogen om te volharden vergroten door Jehovah geregeld en open te vertellen wat je bezighoudt (1 Thess. 5:17). Misschien maak je nu geen moeilijke beproeving door. Maar wat doe je als je van streek of gefrustreerd bent of als je niet weet hoe je een situatie moet aanpakken? Bid je dan tot Jehovah om hulp? Als je gewend bent dat in je dagelijkse leven te doen, zal het vanzelfsprekend voor je zijn dat ook te doen als je voor grotere problemen komt te staan. Je zult er dan alle vertrouwen in hebben dat Jehovah precies weet wanneer en hoe hij je moet helpen (Ps. 27:1, 3). Als je nu beproevingen doorstaat, vergroot je je kans om straks de grote verdrukking te doorstaan (Rom. 5:3). Veel broeders en zusters hebben ondervonden dat elke geloofsbeproeving die ze doorstaan ze toerust voor de volgende. Volharding heeft ze gelouterd en ze meer vertrouwen gegeven dat Jehovah er voor ze is en ze wil helpen. En dat vertrouwen of geloof helpt ze bij de volgende beproeving (Jak. 1:2-4). w23.07 3 ¶7-8

vrijdag 11 juli

Hierin zal ik je tegemoetkomen. — Gen. 19:21.

Achter Jehovah’s redelijkheid zitten zijn nederigheid en medegevoel. Hij liet bijvoorbeeld zien hoe nederig hij is toen hij van plan was de slechte mensen van Sodom uit te roeien. Via zijn engelen gaf hij de rechtvaardige Lot de instructie naar de bergen te vluchten. Maar Lot durfde daar niet naartoe en vroeg Jehovah of hij met zijn gezin naar Zoar mocht gaan, een stadje dat Jehovah van plan was te verwoesten. Jehovah had kunnen zeggen dat Lot gewoon precies moest doen wat hem was opgedragen, maar dat deed hij niet. Hij liet Lot doen wat hij wilde, ook al betekende dit dat Zoar werd gespaard (Gen. 19:18-22). Eeuwen later had Jehovah medegevoel met de inwoners van Ninevé. Hij had de profeet Jona gestuurd om aan te kondigen dat de stad en haar slechte inwoners zouden worden vernietigd. Maar toen de Ninevieten berouw hadden, kreeg Jehovah medelijden met ze en spaarde hij de stad (Jona 3:1, 10; 4:10, 11). w23.07 21 ¶5

zaterdag 12 juli

Ze doodden hem. Ze begroeven hem niet in de graven van de koningen. — 2 Kron. 24:25.

Wat kunnen we van Joas leren? Hij was als een boom zonder diepe wortels die afhankelijk is van een steunpaal. Toen de steunpaal, Jojada, er niet meer was en de wind van afval waaide, viel Joas om. Zijn voorbeeld laat duidelijk zien dat ontzag voor Jehovah niet mag afhangen van alleen de goede invloed van familieleden en broeders en zusters. Om geestelijk sterk te blijven, moet je je eigen liefde en respect voor Jehovah vergroten door regelmatig te studeren, mediteren en bidden (Jer. 17:7, 8; Kol. 2:6, 7). Jehovah vraagt echt niet veel van ons. Het wordt goed samengevat in Prediker 12:13: ‘Heb ontzag voor de ware God en leef zijn geboden na, want dat is de hele verplichting van de mens.’ Als je ontzag voor Jehovah hebt, zul je loyaal kunnen blijven, wat er ook gebeurt. Niets zal je vriendschap met Jehovah in gevaar kunnen brengen. w23.06 19 ¶17-19

zondag 13 juli

Kijk! Ik maak alles nieuw. — Openb. 21:5.

Gods garantie begint met de woorden: ‘Hij die op de troon zat, zei’ (Openb. 21:5a). Dit is een van de slechts drie keer in Openbaring dat Jehovah zelf in de visioenen spreekt. De garantie komt dus niet van een machtige engel en zelfs niet van de opgestane Jezus, maar van Jehovah zelf! Dit laat uitkomen dat je echt kunt vertrouwen op wat hij vervolgens zegt. Waarom? Omdat Jehovah ‘niet kan liegen’ (Tit. 1:2). De woorden die je in Openbaring 21:5, 6 leest, zijn dus volkomen betrouwbaar. Jehovah zegt eerst: ‘Kijk!’ Het Griekse woord voor ‘kijk’ wordt in Openbaring vaak gebruikt. Wat volgt er op de uitroep? Jehovah zegt: ‘Ik maak alles nieuw.’ Hij heeft het hier over veranderingen in de toekomst, maar voor hem is het zo zeker dat de belofte uitkomt dat hij erover spreekt alsof het al gebeurt (Jes. 46:10). w23.11 3-4 ¶7-8

maandag 14 juli

Hij ging naar buiten en huilde bitter. — Matth. 26:75.

Petrus bleef met zijn zwakheden worstelen. Toen Jezus bijvoorbeeld uitlegde dat hij als vervulling van profetieën lijden moest ondergaan en zou sterven, begon Petrus hem de les te lezen (Mark. 8:31-33). Daarnaast maakte hij net als de andere apostelen herhaaldelijk ruzie over wie de grootste was (Mark. 9:33, 34). In de nacht voor Jezus’ dood sloeg hij impulsief iemand zijn oor af (Joh. 18:10). En dezelfde nacht gaf hij toe aan angst en zei hij drie keer dat hij zijn vriend Jezus niet kende (Mark. 14:66-72). Daarna huilde hij bitter. Jezus schreef zijn ontmoedigde apostel niet af. Nadat hij was opgewekt, gaf hij Petrus de kans zijn liefde voor hem te bevestigen. Hij vroeg hem om een nederige herder voor zijn schapen te zijn (Joh. 21:15-17). Petrus reageerde positief. Hij was met Pinksteren in Jeruzalem en behoorde tot de eersten die met heilige geest werden gezalfd. w23.09 22 ¶6-7

dinsdag 15 juli

Weid mijn schaapjes. — Joh. 21:16.

‘Hoed de kudde van God.’ Die aansporing gaf Petrus aan collega-ouderlingen (1 Petr. 5:1-4). Als ouderling houd je natuurlijk van je broeders en zusters en wil je graag een herder voor ze zijn. Maar misschien heb je soms het gevoel dat je die taak niet aankunt omdat je het te druk hebt of te moe bent. Wat kun je dan doen? Vertel Jehovah wat je zorgen zijn. Petrus schreef: ‘Als je dient, verlaat je dan op de kracht die God geeft’ (1 Petr. 4:11). Je broeders en zusters maken problemen mee die in deze wereld niet helemaal op te lossen zijn. Maar bedenk dat ‘de opperherder’, Jezus Christus, meer voor ze kan doen dan jij. En dat kan hij zowel nu als in de nieuwe wereld. Wat Jehovah van de ouderlingen vraagt, is simpelweg van hun broeders en zusters te houden, als herders voor ze te zorgen en ‘een voorbeeld voor de kudde’ te zijn. w23.09 30 ¶13-14

woensdag 16 juli

Jehovah weet dat de gedachten van de wijzen nutteloos zijn. — 1 Kor. 3:20.

We moeten oppassen voor menselijke redenaties. In een menselijke kijk is weinig of geen ruimte voor Jehovah en zijn normen (1 Kor. 3:19). ‘De wijsheid van deze wereld’ appelleert vaak aan vleselijke verlangens. Sommige christenen in Pergamum en Thyatira gingen de gangbare kijk overnemen van immorele mensen die afgoden aanbaden. Jezus gaf beide gemeenten stevige raad omdat ze seksuele immoraliteit tolereerden (Openb. 2:14, 20). Ook wij staan onder druk om verkeerde denkbeelden over te nemen. Familieleden en kennissen bespelen misschien je emoties om je zover te krijgen dat je concessies doet. Misschien zeggen ze dat de Bijbelse normen achterhaald zijn en dat het niet erg is toe te geven aan je verlangens. Soms kun je denken dat de instructies die Jehovah geeft niet toereikend zijn. Je kunt zelfs in de verleiding komen om ‘buiten de dingen te gaan die geschreven staan’ (1 Kor. 4:6). w23.07 16 ¶10-11

donderdag 17 juli

Een echte vriend blijft altijd liefde tonen en is een broeder geboren voor tijden van nood. — Spr. 17:17.

Maria had kracht nodig. Hoewel ze niet getrouwd was, zou ze zwanger worden. Ze had geen ervaring met het opvoeden van kinderen, maar ze zou nu moeten zorgen voor de jongen die de Messias zou worden. En ze had nog nooit gemeenschap gehad. Hoe moest ze alles uitleggen aan haar verloofde, Jozef? (Luk. 1:26-33) Hoe kreeg Maria de kracht die ze nodig had? Ze zocht hulp bij anderen. Zo vroeg ze Gabriël om meer informatie over de taak (Luk. 1:34). Kort daarna reisde ze helemaal naar ‘het bergland’ van Juda om haar familielid Elisabeth te bezoeken. Elisabeth prees Maria en werd door Jehovah geïnspireerd tot een opbouwende profetie over Maria’s zoon (Luk. 1:39-45). Maria zei over Jehovah: ‘Met zijn arm doet hij machtige daden’ (Luk. 1:46-51). Via Gabriël en Elisabeth maakte Jehovah Maria sterk. w23.10 14-15 ¶10-12

vrijdag 18 juli

Hij heeft ons gemaakt tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader. — Openb. 1:6.

Een beperkt aantal discipelen van Christus is met heilige geest gezalfd. Deze 144.000 hebben een speciale relatie met Jehovah en zullen als priester met Jezus in de hemel dienen (Openb. 14:1). Het heilige van de tabernakel beeldt af dat ze hier op aarde geadopteerde geestelijke zonen van God zijn (Rom. 8:15-17). Het allerheiligste van de tabernakel beeldt de hemel af, waar Jehovah woont. Het ‘gordijn’ tussen het heilige en het allerheiligste beeldt het lichaam van Jezus af. Dat vormde een barrière die hem verhinderde de hemel binnen te gaan als de grote Hogepriester van de geestelijke tempel. Door zijn lichaam op te geven als offer voor de mensheid opende Jezus voor alle gezalfde christenen de weg tot hemels leven. Ook zij moeten hun lichaam opgeven om hun hemelse beloning te krijgen (Hebr. 10:19, 20; 1 Kor. 15:50). w23.10 28 ¶13

zaterdag 19 juli

De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon. — Hebr. 11:32.

Gideon bleef kalm toen de Efraïmieten kritiek op hem hadden (Recht. 8:1-3). Hij ging niet in de tegenaanval. Nederig luisterde hij naar hun bezwaren en tactvol wist hij de spanningen weg te nemen. Verstandige ouderlingen volgen zijn voorbeeld door goed te luisteren en zachtaardig te reageren als ze kritiek krijgen (Jak. 3:13). Zo dragen ze bij aan de vrede in de gemeente. Toen Gideon werd geëerd voor de overwinning op Midian, richtte hij de aandacht op Jehovah (Recht. 8:22, 23). Hoe kun je hem als aangestelde broeder navolgen? Door altijd Jehovah de eer te geven voor wat je doet (1 Kor. 4:6, 7). Als je bijvoorbeeld complimenten krijgt voor je onderwijs, kun je de aandacht richten op de bron ervan, Gods Woord, of op de opleiding die we van Jehovah’s organisatie krijgen. Het is goed er af en toe over na te denken of je niet te veel de aandacht op jezelf vestigt. w23.06 4 ¶7-8

zondag 20 juli

Mijn gedachten zijn niet jullie gedachten. — Jes. 55:8.

Als je niet krijgt wat je in gebed hebt gevraagd, zou je je kunnen afvragen: bid ik wel om het juiste? Vaak denken we te weten wat het beste voor ons is. Maar het kan zijn dat wat je vraagt op de lange termijn niet het beste voor je is. Misschien is er voor een probleem waar je over bidt een betere oplossing dan wat je zelf vraagt. En soms is iets dat je vraagt misschien niet in overeenstemming met Jehovah’s wil (1 Joh. 5:14). Denk bijvoorbeeld aan ouders die Jehovah vragen hun kind in de waarheid te houden. Dat lijkt een passend verzoek. Maar Jehovah zal nooit iemand dwingen hem te dienen. Hij wil dat wij allemaal, ook de kinderen, er zelf voor kiezen hem te aanbidden (Deut. 10:12, 13; 30:19, 20). Dus de ouders zouden Jehovah beter kunnen vragen ze te helpen het hart van hun kind te bereiken, zodat hij zelf van Jehovah gaat houden en zijn vriend wordt (Spr. 22:6; Ef. 6:4). w23.11 21 ¶5; 23 ¶12

maandag 21 juli

Blijf elkaar met deze woorden troosten. — 1 Thess. 4:18.

Waarom is troost een belangrijke uiting van liefde? Volgens een Bijbelcommentaar betekent het woord voor troosten dat Paulus gebruikte ‘naast iemand staan om hem te bemoedigen als hij een zware beproeving doormaakt’. Als je een broeder of zuster die het moeilijk heeft troost, help je hem of haar dus om op te staan en verder te gaan op de weg naar het leven. Elke keer dat je iemand een schouder aanbiedt om op uit te huilen, geef je uiting aan je liefde voor hem (2 Kor. 7:6, 7, 13). Er is een direct verband tussen troost en medegevoel. Wat is de link? Iemand die meevoelt met het leed van anderen, voelt zich gedrongen troost te bieden en te proberen de pijn te verlichten. Dus eerst voel je medelijden, daarna geef je troost. Paulus legt een verband tussen Jehovah’s medegevoel en de troost die hij biedt. Hij noemt Jehovah ‘de Vader van tedere barmhartigheid en de God van alle troost’ (2 Kor. 1:3). w23.11 9-10 ¶8-10

dinsdag 22 juli

Laten we gelukkig zijn onder beproevingen. — Rom. 5:3.

Alle volgelingen van Christus kunnen beproeving verwachten. Neem Paulus zelf. Hij zei tegen christenen in Thessalonika: ‘Toen we bij jullie waren, zeiden we jullie al van tevoren dat we beproevingen zouden meemaken, en zoals jullie weten is dat ook gebeurd’ (1 Thess. 3:4). En aan de Korinthiërs schreef hij: ‘Broeders, we willen dat jullie op de hoogte zijn van de moeilijkheden die we in Asia hebben meegemaakt. (...) We vreesden zelfs voor ons leven’ (2 Kor. 1:8; 11:23-27). Ook christenen in deze tijd kunnen beproevingen verwachten (2 Tim. 3:12). Omdat je in Jezus geloofde en hem ging volgen, hebben vrienden en familieleden je misschien uitgescholden. Heb je op je werk problemen gehad omdat je in alles eerlijk wilde zijn? (Hebr. 13:18) Heb je te maken gehad met tegenstand van de overheid omdat je je hoop met anderen deelde? Wat voor beproeving je ook meemaakt, volgens Paulus kun je gelukkig zijn. w23.12 10-11 ¶9-10

woensdag 23 juli

Jullie hebben me in het ongeluk gestort. — Gen. 34:30.

Jakob kreeg allerlei problemen. Simeon en Levi, twee van zijn zonen, deden de familie schande aan en wierpen smaad op Jehovah’s naam. Bovendien stierf Jakobs geliefde vrouw Rachel bij de geboorte van hun tweede kind. En door een zware hongersnood was hij op zijn oude dag gedwongen naar Egypte te verhuizen (Gen. 35:16-19; 37:28; 45:9-11, 28). Ondanks alles verloor Jakob nooit het vertrouwen in Jehovah en in zijn beloften. En Jehovah maakte Jakob duidelijk dat hij met hem was. Dat deed hij onder meer door Jakob materieel te zegenen. En wat zal Jakob Jehovah dankbaar zijn geweest toen hij werd herenigd met Jozef, de zoon van wie hij zo lang had gedacht dat hij dood was! Dankzij zijn hechte vriendschap met Jehovah kon hij zijn beproevingen doorstaan (Gen. 30:43; 32:9, 10; 46:28-30). Ook jij kunt onverwachte beproevingen in je leven doorstaan als je een hechte vriendschap met Jehovah onderhoudt. w23.04 15 ¶6-7

donderdag 24 juli

Jehovah is mijn Herder. Het ontbreekt mij aan niets. — Ps. 23:1.

Psalm 23 is een lied waaruit vertrouwen in Jehovah’s liefde en tedere zorg spreekt. David beschrijft in deze psalm de sterke band tussen hem en zijn Herder, Jehovah. Hij voelde zich veilig als hij zich door Jehovah liet leiden. Hij vertrouwde volledig op hem. Hij wist dat Jehovah’s liefde hem alle dagen van zijn leven zou volgen. Wat gaf hem zo veel vertrouwen? David voelde zich goed verzorgd omdat Jehovah altijd had voorzien in alles wat hij nodig had. Hij wist ook dat Jehovah zijn vriend was en dat hij zijn goedkeuring had. Daarom was hij ervan overtuigd dat Jehovah voor hem zou blijven zorgen, wat de toekomst ook zou brengen. Davids vertrouwen in de tedere liefde van Jehovah was sterker dan al zijn zorgen. Het hielp hem gelukkig en tevreden te zijn (Ps. 16:11). w24.01 29 ¶12-13

vrijdag 25 juli

Ik ben met jullie, alle dagen, tot het einde van het tijdperk. — Matth. 28:20.

Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Jehovah’s volk in veel landen de vrede en vrijheid gehad om te kunnen prediken. En het werk heeft mooie resultaten gehad. Hoe gaat het in deze tijd? De leden van het Besturende Lichaam vertrouwen op de leiding van Christus. Ze streven ernaar instructies te geven die weergeven hoe er in de hemel over dingen wordt gedacht. Kringopzieners en ouderlingen geven de instructies door aan de gemeenten. Gezalfde ouderlingen bevinden zich in de ‘rechterhand’ van Christus (Openb. 2:1). Die ouderlingen zijn onvolmaakt en maken fouten. Dat gold ook voor Mozes en Jozua, en de apostelen (Num. 20:12; Joz. 9:14, 15; Rom. 3:23). Toch is duidelijk te zien dat Christus de getrouwe slaaf en de aangestelde ouderlingen leiding geeft. En hij zal dat blijven doen. We hebben daarom alle reden om te vertrouwen op de leiding die hij via de aangestelde mannen geeft. w24.02 23-24 ¶13-14

zaterdag 26 juli

Volg God na, als geliefde kinderen. — Ef. 5:1.

Je kunt Jehovah blij maken door met enthousiasme, dankbaarheid en liefde over hem te spreken. Als je in de dienst bent, houd dan je belangrijkste doel voor ogen: mensen helpen naar Jehovah toe te groeien en onze lieve Vader net zo te bezien als wij (Jak. 4:8). Het is heerlijk mensen te laten zien hoe Jehovah in de Bijbel wordt beschreven en te spreken over zijn liefde, rechtvaardigheid, wijsheid, kracht en andere mooie eigenschappen. Je kunt Jehovah ook loven en blij maken door je best te doen hem na te volgen. Je zult dan opvallen in deze slechte wereld. Mensen die merken dat je anders bent, vragen zich misschien af waarom (Matth. 5:14-16). Als je in je dagelijks leven contact met ze hebt, kun je misschien uitleggen waarom je je anders gedraagt. Oprechte mensen zullen zich daardoor tot onze God aangetrokken voelen. Als je Jehovah op die manieren looft, maak je zijn hart blij (1 Tim. 2:3, 4). w24.02 10 ¶7

zondag 27 juli

Zodat hij in staat is om anderen op te bouwen en om terecht te wijzen. — Tit. 1:9.

Om geestelijk volwassen te worden, moet je als jonge broeder praktische skills aanleren. Die zullen je helpen verantwoordelijkheden te dragen in de gemeente, een baan te vinden en behouden zodat je jezelf of een gezin kunt onderhouden en goede relaties met anderen te hebben. Een voorbeeld is goed lezen en schrijven. De Bijbel laat zien dat iemand gelukkig en succesvol zal zijn als hij elke dag de tijd neemt om Gods Woord te lezen en erover te mediteren (Ps. 1:1-3). Door dagelijks de Bijbel te lezen leert hij Jehovah’s manier van denken kennen. Dat zal hem helpen helder te denken en goed te redeneren (Spr. 1:3, 4). Broeders en zusters hebben de hulp nodig van bekwame mannen die Bijbels onderwijs en advies kunnen geven. Als je goed kunt lezen en schrijven, kun je lezingen en antwoorden voorbereiden die leerzaam zijn en hun geloof versterken. Je kunt dan ook zinvolle aantekeningen maken. Daarmee kun je je eigen geloof opbouwen en anderen aanmoedigen. w23.12 26-27 ¶9-11

maandag 28 juli

Hij die in eendracht met jullie is, is groter dan hij die in eendracht met de wereld is. — 1 Joh. 4:4.

Als je bang bent, mediteer dan over wat Jehovah in de toekomst gaat doen. Op het congres in 2014 werd gedemonstreerd hoe je over je hoop kunt mediteren. Een vader besprak met zijn gezin hoe 2 Timotheüs 3:1-5 zou klinken als die verzen voorspelden hoe het in het paradijs zou zijn: ‘In de nieuwe wereld zullen gelukkige tijden aanbreken. Want de mensen zullen om anderen geven en om geestelijke schatten. Ze zullen bescheiden en nederig zijn en God loven. Ze zullen gehoorzaam zijn aan ouders, dankbaar en trouw. Ze zullen veel genegenheid voor hun familie hebben, openstaan voor overeenkomsten en altijd goed over anderen spreken. Ze zullen beheerst en vriendelijk zijn en liefde voor het goede hebben. Ze zullen betrouwbaar zijn, redelijk en onderdanig, met meer liefde voor God dan voor genot. Ze zullen God echt toegewijd zijn. Blijf dicht bij deze mensen.’ Heb jij het er weleens met je gezin of je broeders en zusters over hoe het leven in de nieuwe wereld zal zijn? w24.01 6 ¶13-14

dinsdag 29 juli

Ik heb je goedgekeurd. — Luk. 3:22.

Het is geweldig te weten dat Jehovah blij is met zijn volk! De Bijbel zegt: ‘Jehovah vindt vreugde in zijn volk’ (Ps. 149:4). Maar soms kun je zo ontmoedigd zijn dat je je afvraagt: is Jehovah wel blij met mij? In Bijbelse tijden worstelden verschillende trouwe aanbidders van Jehovah met zulke twijfels (1 Sam. 1:6-10; Job 29:2, 4; Ps. 51:11). De Bijbel laat duidelijk zien dat onvolmaakte mensen Jehovah’s goedkeuring kunnen krijgen. Hoe? Je moet in Jezus geloven en je laten dopen (Joh. 3:16). Zo laat je aan iedereen zien dat je berouw hebt van je zonden en dat je Jehovah hebt beloofd zijn wil te doen (Hand. 2:38; 3:19). Het maakt Jehovah heel blij dat je dat doet om een band met hem te ontwikkelen. Als je je best blijft doen om je opdrachtsgelofte na te leven, heb je Jehovah’s goedkeuring en beziet hij je als een goede vriend (Ps. 25:14). w24.03 26 ¶1-2

woensdag 30 juli

Wij kunnen er niet mee ophouden te praten over de dingen die we gezien en gehoord hebben. — Hand. 4:20.

We kunnen het voorbeeld van de discipelen volgen door te blijven prediken, ook als de autoriteiten eisen dat we stoppen. Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah je zal helpen je dienst uit te voeren. Bid dus om vrijmoedigheid en wijsheid. En vraag Jehovah om hulp bij problemen. Velen van ons hebben te kampen met ziekte, emotionele problemen, het verlies van een dierbare, problemen in het gezin, vervolging of een andere uitdaging. En veel van zulke problemen zijn nog moeilijker gemaakt door bijvoorbeeld een pandemie of een oorlog. Wat kun je doen? Stort je hart uit bij Jehovah. Vertel hem over je situatie zoals je dat ook aan een goede vriend zou vertellen. Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah ‘het voor je zal opnemen’ (Ps. 37:3, 5). Volharden in gebed zal je helpen ‘vol te houden onder moeilijkheden’ (Rom. 12:12). Jehovah weet wat zijn aanbidders doormaken. ‘Hij hoort hun hulpgeroep’ (Ps. 145:18, 19). w23.05 5-6 ¶12-15

donderdag 31 juli

Blijf onderzoeken wat aanvaardbaar is voor de Heer. — Ef. 5:10.

Als je voor een belangrijke beslissing staat, moet je uitzoeken ‘wat de wil van Jehovah is’ en daar dan naar handelen (Ef. 5:17). Als je op zoek gaat naar Bijbelse principes die op je situatie van toepassing zijn, probeer je in feite te achterhalen hoe Jehovah erover denkt. En als je zijn principes gebruikt, is de kans groter dat je een goede beslissing neemt. ‘De goddeloze’, onze vijand Satan, wil ons zo bezighouden met de dingen van de wereld dat we geen tijd meer hebben voor Jehovah (1 Joh. 5:19). Geld, opleiding en werk kunnen makkelijk al je aandacht opslokken, zodat je niet meer gefocust bent op wat je voor Jehovah kunt doen. Als dat gebeurt, is het een teken dat je beïnvloed bent door de kijk van deze wereld. Natuurlijk zijn zulke dingen op zichzelf niet verkeerd, maar ze mogen nooit het belangrijkste in je leven worden. w24.03 24 ¶16-17

    Publicaties voor de Nederlandse Gebarentaal (2000-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlandse Gebarentaal
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen