Oktober

Vind jij het weleens moeilijk gehoorzaam te zijn? David vroeg aan Jehovah: ‘Wek in mij de bereidheid om u te gehoorzamen’ (Ps. 51:12). Hoewel hij van Jehovah hield, had hij soms moeite om gehoorzaam te zijn. Hoe komt het eigenlijk dat mensen daar moeite mee hebben? Ten eerste hebben we de neiging geërfd om ongehoorzaam te zijn. Ten tweede probeert Satan ons er constant toe aan te zetten net als hij in opstand te komen (2 Kor. 11:3). En ten derde zijn we in deze wereld omgeven door een rebelse sfeer, ‘de geest die nu actief is in ongehoorzame mensen’ (Ef. 2:2). Het is dus een gevecht tegen zowel onze eigen neiging tot zondigen als de druk van de Duivel en deze wereld. We moeten ons uiterste best doen om gehoorzaam te zijn aan Jehovah en degenen die hij autoriteit heeft gegeven. w23.10 6 ¶1

Wat kun je van Jezus’ wonder leren? Een les over nederigheid. Jezus schepte niet op over het wonder. Sterker nog, hij schepte nooit op over zijn prestaties. Nederig gaf hij steeds weer alle eer aan zijn Vader (Joh. 5:19, 30; 8:28). Als je net als Jezus een nederige kijk op jezelf behoudt, zul je niet opscheppen over je prestaties. Wees niet trots op jezelf maar op de geweldige God die je mag dienen (Jer. 9:23, 24). Geef hem altijd de eer die hem toekomt. Want wat voor goeds zou je ooit kunnen bereiken zonder zijn hulp? (1 Kor. 1:26-31) Nederigheid maakt dat je niet met de eer gaat strijken als je goede dingen voor anderen doet. Je zult er tevreden mee zijn te weten dat Jehovah ziet en waardeert wat je doet (vergelijk Mattheüs 6:2-4; Hebr. 13:16). Maak Jehovah dus blij door net als Jezus nederig te zijn (1 Petr. 5:6). w23.04 4 ¶9; 5 ¶11-12

Paulus moedigde christenen onder inspiratie aan oog te hebben voor de belangen van anderen. Hoe kun je die raad toepassen tijdens vergaderingen? Door in gedachte te houden dat je niet de enige bent die antwoord wil geven. Het is eigenlijk net als een gesprek met vrienden. Dan praat je toch ook niet de hele tijd zelf door, zodat de anderen er geen woord tussen krijgen? Je wilt dat iedereen aan het gesprek deelneemt. Zo is het ook met vergaderingen. Het mooiste is als zo veel mogelijk aanwezigen eraan kunnen deelnemen. Geef je broeders en zusters dus de kans hun geloof te uiten. Dat is zelfs een van de beste manieren om ze aan te moedigen (1 Kor. 10:24). Houd je antwoorden kort, zodat meer aanwezigen de tijd krijgen iets te zeggen. Noem niet te veel punten, ook niet als je antwoord kort is. Als je alles in de alinea behandelt, blijft er voor anderen niet veel over. w23.04 22-23 ¶11-13

Vergeet niet hoe belangrijk het is om iets voor anderen te blijven doen, vooral in de prediking. In de dienst moet je flexibel zijn. Je treft namelijk mensen met verschillende overtuigingen en opvattingen en mensen van allerlei achtergronden. In dit opzicht kun je veel leren van Paulus, want hij kon zich goed aanpassen. Jezus stelde hem aan als ‘apostel voor de heidenen’ (Rom. 11:13). In die rol predikte hij tot Joden, Grieken, intellectuelen, eenvoudige boeren, hoogwaardigheidsbekleders en koningen. Wat hielp Paulus om het hart te bereiken van al die verschillende mensen? Hij zegt: ‘Ik ben voor alle soorten mensen alles geworden’ (1 Kor. 9:19-22). Hij had aandacht voor de cultuur, achtergrond en opvattingen van de mensen tot wie hij predikte en paste zijn aanpak daarop aan. Om in de dienst betere resultaten te bereiken moet je net als hij vindingrijk zijn en je aanpassen aan de persoon met wie je spreekt. w23.07 23 ¶11-12

Zachtaardigheid is een kracht, niet een zwakte. Het betekent dat je in moeilijke situaties kalm blijft, en dat vergt innerlijke kracht. Zachtaardigheid maakt deel uit van ‘de vrucht van de geest’ (Gal. 5:22, 23). Het Griekse woord voor zachtaardigheid werd soms gebruikt voor een wild paard dat getemd is. Hoewel zo’n wild paard rustig en tam wordt, is het nog steeds sterk. Hoe kunnen wij zachtaardig en tegelijk sterk zijn? Niet met alleen wilskracht. Je moet bidden om Gods geest. Vraag Jehovah om je te helpen die mooie eigenschap te ontwikkelen. De ervaring leert dat het mogelijk is. Veel broeders en zusters hebben zachtaardig gereageerd op provocatie van tegenstanders, waardoor anderen een positief beeld van Getuigen kregen (2 Tim. 2:24, 25). w23.09 15 ¶3

In een ontzagwekkend visioen zag de apostel Johannes dat 24 oudsten in de hemel Jehovah aanbaden. Ze loofden God en zeiden dat hij het waard is ‘de lof en de eer en de kracht’ te ontvangen (Openb. 4:10, 11). Ook trouwe engelen hebben veel redenen om Jehovah te loven en te eren. Ze zijn bij hem in de hemel en hebben hem goed leren kennen. Ze zien zijn eigenschappen terug in wat hij doet. Als ze Jehovah in actie zien, worden ze ertoe bewogen hem te loven (Job 38:4-7). Ook wij moeten Jehovah loven. Je kunt dat doen door hem in gebed te vertellen waarom je van hem houdt en wat je aan hem waardeert. Als je de Bijbel leest en bestudeert, zoek dan naar eigenschappen van Jehovah die je bewondert (Job 37:23; Rom. 11:33). Vertel Jehovah vervolgens wat je van die eigenschappen vindt. Je kunt Jehovah ook loven om wat hij voor jou en je hele geestelijke familie doet (1 Sam. 2:1, 2). w23.05 3-4 ¶6-7

In 1919 verloor Babylon de Grote de greep op Gods volk. In dat jaar werd ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ aangesteld, precies op tijd om oprechte mensen te verwelkomen op de pas geopende Weg van Heiligheid (Matth. 24:45-47; Jes. 35:8). Mede dankzij trouwe wegwerkers uit het verleden konden personen die nu de weg insloegen meer over Jehovah’s voornemen te weten komen (Spr. 4:18). En ze leerden te leven zoals Jehovah dat wil. Maar Jehovah verwachtte niet dat zijn volk alle noodzakelijke veranderingen tegelijk zou doorvoeren. Hij heeft ze geholpen dat beetje bij beetje te doen. Wat zal het geweldig zijn als we op een gegeven moment Jehovah blij kunnen maken in alles wat we doen! Elke weg moet worden onderhouden. Het werk aan de Weg van Heiligheid hield dus niet op in 1919. Sindsdien is er constant aan de weg gewerkt om het voor meer mensen mogelijk te maken uit Babylon de Grote weg te gaan. w23.05 17 ¶15; 19 ¶16

Leden van het Besturende Lichaam leiden persoonlijk helpers op van de verschillende comités van het Besturende Lichaam. Die trouwe helpers dragen op dit moment zware verantwoordelijkheden. Ze zijn goed voorbereid om voor de schapen van Christus te zorgen. Als de laatste gezalfden tegen het eind van de grote verdrukking naar de hemel gaan, zal de zuivere aanbidding hier op aarde gewoon doorgaan. Dankzij het leiderschap van Jezus Christus zullen Gods aanbidders volharden. Het is waar dat er dan een aanval komt van Gog van Magog, een vijandige coalitie van landen (Ezech. 38:18-20). Maar die korte aanval zal mislukken. Ze kunnen Jehovah’s volk er niet van weerhouden hem te aanbidden. Hij zal ze zeker redden! Johannes zag in een visioen ‘een grote menigte’ andere schapen. Hij kreeg te horen: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verdrukking komen’ (Openb. 7:9, 14). We weten dus zeker dat Jehovah ze zal redden! w24.02 6 ¶13-14

Wat kun je doen om heilige geest te ontvangen? Je kunt erom bidden, Gods geïnspireerde Woord bestuderen en samenwerken met zijn door de geest geleide organisatie. Op die manier kan de geest ‘vrucht’ in je voortbrengen (Gal. 5:22, 23). Jehovah geeft zijn geest alleen aan personen die in hun denken en doen rein blijven. Hij zal je zijn geest niet meer geven als je er onreine gedachten op na houdt en ernaar handelt (1 Thess. 4:7, 8). Er is nog een voorwaarde om heilige geest te blijven ontvangen. Paulus zei: ‘Behandel profetieën niet met verachting’ (1 Thess. 5:20). ‘Profetieën’ zijn hier boodschappen die zijn voortgebracht door Gods geest, waaronder boodschappen over Jehovah’s dag en de urgente tijd waarin we leven. Denk nooit dat Armageddon niet tijdens jouw leven zal plaatsvinden. Je moet die dag niet in je hoofd uitstellen maar eraan blijven denken. Hoe? Door je goed te gedragen en ‘daden van toewijding aan God te doen’ (2 Petr. 3:11, 12). w23.06 12 ¶13-14

Wat moet je doen als je op je telefoon of computer pornografische beelden te zien krijgt? Klik het direct weg en stop meteen met kijken. Dat zal makkelijker zijn als je bedenkt wat je meest kostbare bezit is: je band met Jehovah. Je kunt trouwens ook beelden te zien krijgen die niet onder pornografie vallen maar wel seksueel opwindend zijn. Pas ook daarvoor op. Vermijd zelfs dat eerste stapje naar overspel in je hart (Matth. 5:28, 29). David, een ouderling in Thailand, zegt: ‘Ik vraag me altijd af wat Jehovah ervan zou vinden als ik ergens naar blijf kijken, ook al is het misschien geen porno. Dat helpt me om verstandig te handelen.’ Als je uit ontzag Jehovah niet wilt kwetsen, zal dat je helpen wijs te handelen. Ontzag voor Jehovah is ‘het begin van wijsheid’, de basis ervoor. w23.06 23 ¶12-13

De ‘binnenkamers’ zouden onze gemeenten kunnen zijn. Jehovah belooft ons tijdens de grote verdrukking te beschermen als we dicht bij elkaar blijven. Doe dus nu al je best om je broeders en zusters niet alleen te tolereren maar ook echt van ze te houden. Je overleving kan ervan afhangen! ‘De grote dag van Jehovah’ zal voor alle mensen een angstige, moeilijke tijd zijn (Zef. 1:14, 15). Ook voor Jehovah’s volk zal het zwaar worden. Maar als je je nu voorbereidt, zul je in staat zijn kalm te blijven en anderen te helpen. Je zult dan volharden onder moeilijkheden. Je zult uit medegevoel al het mogelijke doen om broeders en zusters die het zwaar krijgen hulp te bieden en te geven wat ze nodig hebben. En je zult uit liefde heel dicht bij je broeders en zusters blijven, van wie je zo veel bent gaan houden. Dan zal Jehovah je belonen met eeuwig leven in een wereld waar alle rampen en moeilijkheden zullen worden vergeten (Jes. 65:17). w23.07 7 ¶16-17

In Gods Woord worden trouwe aanbidders vaak sterk genoemd. Maar zelfs de sterksten van hen voelden zich niet altijd sterk. Neem koning David. Soms voelde hij zich ‘zo sterk als een berg’ maar op andere momenten was hij ‘radeloos’ (Ps. 30:7). Of Simson, die uitzonderlijk sterk was toen hij door Gods geest werd geleid maar inzag dat hij zonder de kracht van God ‘net zo zwak als alle andere mensen’ zou worden (Recht. 14:5, 6; 16:17). Die trouwe mannen waren alleen sterk omdat Jehovah ze kracht gaf. Paulus besefte dat ook hij kracht van Jehovah nodig had (2 Kor. 12:9, 10). Hij had gezondheidsproblemen (Gal. 4:13, 14). Ook had hij weleens moeite om het juiste te doen (Rom. 7:18, 19). En hij was soms bang en onzeker (2 Kor. 1:8, 9). Toch werd hij juist sterk als hij zwak was. Hoe? Jehovah gaf hem de kracht die hij zelf niet had. Hij maakte Paulus sterk. w23.10 12 ¶1-2

Velen hebben een laag zelfbeeld. Als jij soms met zulke gevoelens worstelt, bedenk dan dat Jehovah je zelf heeft getrokken (Joh. 6:44). Hij ziet het goede in je dat je zelf misschien niet ziet en hij kent je hart (2 Kron. 6:30). Je kunt hem dus echt vertrouwen als hij zegt dat je waardevol bent (1 Joh. 3:19, 20). Sommigen voelen zich schuldig over dingen die ze hebben gedaan voordat ze in de waarheid kwamen (1 Petr. 4:3). En zelfs trouwe Getuigen moeten vechten tegen verkeerde neigingen. Heb jij het gevoel dat je hart je veroordeelt? Het kan je troost geven te weten dat verschillende trouwe aanbidders van Jehovah last hadden van zulke gevoelens. Paulus bijvoorbeeld voelde zich ongelukkig als hij aan zijn eigen tekortkomingen dacht (Rom. 7:24). Natuurlijk had hij berouw van zijn zonden en was hij gedoopt. Toch noemde hij zichzelf ‘de minste van de apostelen’ en de ‘ergste’ zondaar (1 Kor. 15:9; 1 Tim. 1:15). w24.03 27 ¶4-6

Welke les kun je van Joas’ slechte beslissing leren? Kies vrienden die een goede invloed op je hebben, vrienden die van Jehovah houden en hem gelukkig willen maken. Dat hoeven niet alleen vrienden te zijn van je eigen leeftijd. Tenslotte was Joas ook veel jonger dan zijn vriend Jojada. Vraag je over je vrienden af: Helpen ze me een sterker geloof in Jehovah te krijgen? Moedigen ze me aan naar zijn normen te leven? Praten ze over Jehovah en wat ze uit de Bijbel leren? Tonen ze respect voor Jehovah’s normen? Vertellen ze me alleen wat ik wil horen of hebben ze de moed me te corrigeren als dat nodig is? (Spr. 27:5, 6, 17) Als je vrienden niet van Jehovah houden, heb je ze eerlijk gezegd niet nodig. Maar als je vrienden hebt die van Jehovah houden, dan heb je iets heel kostbaars (Spr. 13:20). w23.09 9-10 ¶6-7

Alfa en omega zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet. Door zich ‘de Alfa en de Omega’ te noemen geeft Jehovah aan dat als hij ergens aan begint, hij het ook afmaakt. Toen Jehovah Adam en Eva had geschapen, zei hij tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, vul de aarde en onderwerp haar’ (Gen. 1:28). Op dat moment zei Jehovah in feite ‘alfa’. De tijd zou komen dat volmaakte, gehoorzame nakomelingen van Adam en Eva de aarde zouden vullen en in een paradijs zouden veranderen. En als het zover is, zal Jehovah als het ware ‘omega’ zeggen. Toen Jehovah klaar was met het scheppen van ‘de hemel en de aarde en alles wat daarbij hoort’, zei hij iets dat een garantie vormt. Hij gaf de garantie dat zijn doel met de mens en de aarde aan het eind van de zevende dag volledig gerealiseerd zou zijn (Gen. 2:1-3). w23.11 5 ¶13-14

De reis van Babylon naar Israël was zwaar en kon wel vier maanden duren. Maar Jehovah beloofde dat alle hindernissen zouden worden weggeruimd. Trouwe Joden begrepen dat de voordelen van een terugkeer naar Israël veel groter waren dan de offers. Het grootste voordeel betrof hun aanbidding. In Babylon was geen tempel van Jehovah. Er was geen altaar voor de offers die de wet van Mozes voorschreef. En er was geen georganiseerde priesterschap om die offers te brengen. Bovendien waren aanbidders van Jehovah sterk in de minderheid, omringd door mensen die afgoden aanbaden en zich niets van Jehovah en zijn normen aantrokken. Vandaar dat duizenden Joden die van Jehovah hielden graag naar Israël wilden gaan om de zuivere aanbidding te herstellen. w23.05 14-15 ¶3-4

Om ons als ‘kinderen van het licht’ te blijven gedragen, hebben we de hulp van Gods heilige geest nodig. Het is namelijk niet makkelijk om moreel rein te blijven in deze immorele wereld (1 Thess. 4:3-5, 7, 8). De heilige geest kan je helpen weerstand te bieden aan wereldse filosofieën en opvattingen die tegen Jehovah’s manier van denken ingaan. Daarnaast kan de geest je helpen ‘elke soort van goedheid en rechtvaardigheid’ voort te brengen (Ef. 5:9). Je kunt heilige geest krijgen door erom te bidden. Jezus zei dat Jehovah ‘heilige geest zal geven aan degenen die hem erom vragen’ (Luk. 11:13). Daarnaast krijg je heilige geest als je Jehovah samen met je broeders en zusters looft op de vergaderingen (Ef. 5:19, 20). De positieve invloed van Gods geest zal je helpen te leven zoals hij graag wil. w24.03 23-24 ¶13-15

Als je meer geduld nodig hebt, kun je erom bidden. Geduld maakt deel uit van de vrucht van de geest (Gal. 5:22, 23). Vraag Jehovah dus in gebed de hulp van zijn geest om geduldiger te worden. En ‘blijf vragen’ om heilige geest als je in een situatie komt die je geduld op de proef stelt (Luk. 11:13). Je kunt Jehovah ook vragen je te helpen de dingen vanuit zijn perspectief te bezien. Doe vervolgens zelf je best om elke dag geduldig te zijn. Hoe meer je om geduld bidt en probeert geduldig te zijn, hoe meer die eigenschap doordringt tot je hart en deel wordt van je persoonlijkheid. Wat ook helpt is mediteren over Bijbelse voorbeelden. In de Bijbel staan veel voorbeelden van mensen die geduldig waren. Als je over hun verhalen mediteert, kun je leren hoe je geduld moet tonen. w23.08 22 ¶10-11

Jezus verzekerde Petrus van Jehovah’s steun. Na zijn opstanding hielp hij Petrus en de anderen nogmaals aan een wonderbare visvangst (Joh. 21:4-6). Dat wonder gaf Petrus ongetwijfeld het vertrouwen dat Jehovah makkelijk in zijn behoeften kon voorzien. Misschien moest de apostel toen terugdenken aan wat Jezus had gezegd, namelijk dat Jehovah zou zorgen voor degenen die ‘eerst het Koninkrijk (...) zoeken’ (Matth. 6:33). In het verlengde daarvan gaf Petrus in zijn leven prioriteit aan de prediking in plaats van de visserij. Met Pinksteren 33 gaf hij moedig getuigenis, waardoor duizenden het goede nieuws accepteerden (Hand. 2:14, 37-41). Daarna hielp hij ook de Samaritanen en de heidenen om in Christus te gaan geloven (Hand. 8:14-17; 10:44-48). Jehovah heeft Petrus op een geweldige manier gebruikt om alle soorten mensen de gemeente binnen te brengen. w23.09 20 ¶1; 23 ¶11

Het was waarschijnlijk zo’n twee jaar na de verwoesting van Jeruzalem. De Babylonische koning Nebukadnezar had vreselijk gedroomd over een enorm beeld. Nu dreigde hij al zijn wijze mannen, onder wie Daniël, te doden als ze hem niet konden vertellen wat hij had gedroomd en wat de uitleg was (Dan. 2:3-5). Daniël moest snel iets doen, anders zou het voor velen verkeerd aflopen. Hij ‘ging naar de koning en vroeg of hij hem tijd wilde geven om hem de betekenis te vertellen’ (Dan. 2:16). Daar was moed en geloof voor nodig. Nergens lees je dat Daniël al eerder dromen had uitgelegd. Hij vroeg zijn vrienden om ‘de God van de hemel te smeken barmhartigheid te tonen en dit geheim te onthullen’ (Dan. 2:18). Jehovah verhoorde hun gebeden. Met zijn hulp kon Daniël de droom van Nebukadnezar uitleggen. Het leven van Daniël en zijn vrienden werd gespaard. w23.08 3 ¶4

Geduld maakt iemand gelukkiger en kalmer. Het kan dus je geestelijke en lichamelijke gezondheid verbeteren. Geduld helpt je beter met anderen op te schieten en versterkt de eenheid van de gemeente. Als je bij een provocatie niet snel kwaad wordt, kun je voorkomen dat de situatie escaleert (Ps. 37:8, vtn.; Spr. 14:29). En het belangrijkste: als je geduldig bent, lijk je op je hemelse Vader en krijg je een sterkere band met hem. Geduld is echt een prachtige eigenschap! Misschien vind je het niet altijd makkelijk geduldig te zijn, maar met Jehovah’s hulp kun je er steeds beter in worden. En terwijl je geduldig wacht op de nieuwe wereld, kun je er zeker van zijn dat ‘het oog van Jehovah waakt over wie ontzag voor hem hebben, wie wachten op zijn loyale liefde’ (Ps. 33:18). Blijf dus je best doen om je te bekleden met geduld. w23.08 22 ¶7; 25 ¶16-17

Jakobus spreekt over iemand die misschien zegt geloof te hebben maar dat niet laat zien door zijn daden (Jak. 2:1-5, 9). Vervolgens heeft hij het over iemand die ziet dat een broeder of zuster ‘nauwelijks kleding’ en ‘niet genoeg voedsel’ heeft maar geen hulp biedt. Al zegt zo iemand dat hij geloof heeft, zijn daden bewijzen het tegendeel (Jak. 2:14-16). Jakobus noemt Rachab als een positief voorbeeld van geloof in actie (Jak. 2:25, 26). Rachab had over Jehovah gehoord en besefte dat hij de Israëlieten steunde (Joz. 2:9-11). Ze toonde haar geloof door daden. Ze beschermde twee Israëlitische verkenners toen hun leven in gevaar was. Daardoor werd die onvolmaakte, niet-Israëlitische vrouw rechtvaardig verklaard, net als Abraham. Haar voorbeeld toont aan hoe belangrijk het is door je daden te laten zien dat je geloof hebt. w23.12 5-6 ¶12-13

Wees als christen niet tevreden met een oppervlakkig begrip van de Bijbel. Duik met de hulp van de heilige geest ook in ‘de diepe dingen van God’ (1 Kor. 2:9, 10). Waarom zou je geen persoonlijk studieproject beginnen dat je dichter bij Jehovah brengt? Je kunt bijvoorbeeld onderzoeken hoe hij liefde toonde voor zijn aanbidders in de oudheid en hoe dat bewijst dat hij ook van jou houdt. Je kunt Jehovah’s regeling voor aanbidding in Israël uitdiepen en die vergelijken met de christelijke regeling nu. Of je kunt een diepgaande studie maken van de profetieën die Jezus tijdens zijn leven en bediening op aarde vervulde. Je kunt veel plezier beleven aan een studie van zulke onderwerpen met behulp van de Index van Wachttoren-publicaties of de Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen. Met diepgaande Bijbelstudie kun je je geloof versterken en ‘de kennis van God vinden’ (Spr. 2:4, 5). w23.10 18-19 ¶3-5

Het woord voor intens betekent letterlijk ‘uitgestrekt’. Het tweede deel van het vers beschrijft het effect dat intense liefde kan hebben. Die liefde ‘bedekt’ de zonden van je broeders en zusters. Vergelijk het met een tafel waarop allerlei vlekken en krassen zitten. Je kunt die bedekken door een stuk stof of een kleed volledig over de tafel uit te spreiden of ‘uit te strekken’. Dan bedek je niet één of twee maar ‘een groot aantal’ onvolkomenheden. Iets ‘bedekken’ is een andere manier om te zeggen dat je het vergeeft. Net zoals een stuk stof een vlek kan bedekken, zo kan liefde de fouten en onvolkomenheden van anderen bedekken. Je liefde voor je broeders en zusters moet zo sterk zijn dat je hun fouten kunt vergeven — ook al is dat soms moeilijk (Kol. 3:13). Als je anderen kunt vergeven, laat je zien dat je liefde sterk is en dat je Jehovah blij wilt maken. w23.11 10-12 ¶13-15

Toen Josia 26 was, liet hij de tempel herstellen. Tijdens de werkzaamheden vonden ze ‘het boek van Jehovah’s wet, die via Mozes was gegeven’. Toen de koning hoorde wat erin stond, kwam hij direct in actie om die dingen na te leven (2 Kron. 34:14, 19-21). Probeer jij elke dag de Bijbel te lezen? Vind je het leuk? Noteer je verzen waar je persoonlijk iets aan hebt? Toen Josia een jaar of 39 was, maakte hij een fout die hem zijn leven kostte. In plaats dat hij Jehovah om raad vroeg, vertrouwde hij op zichzelf (2 Kron. 35:20-25). Wat is de les? Hoe oud je ook bent of hoelang je de Bijbel ook al bestudeert, je moet Jehovah blijven zoeken. Dat betekent dat je regelmatig om zijn leiding bidt, zijn Woord bestudeert en naar de adviezen van ervaren broeders en zusters luistert. Dan wordt de kans dat je grote fouten maakt kleiner en de kans dat je gelukkig bent groter (Jak. 1:25). w23.09 12 ¶15-16

Je kunt als zuster heel wat voorbeelden vinden van geestelijk volwassen vrouwen die je kunt navolgen. Zo worden in de Bijbel veel bijzondere vrouwen genoemd die van Jehovah hielden en hem dienden. Ze waren ‘matig in gewoonten’ en ‘trouw in alles’ (1 Tim. 3:11). Ook in je eigen gemeente zitten zulke voorbeelden. Ken je een paar zusters die een goed voorbeeld zijn? Probeer te ontdekken wat hun mooie eigenschappen zijn en bedenk dan hoe je ze kunt navolgen. Nederigheid is een belangrijk kenmerk van geestelijke volwassenheid. Als een vrouw nederig is, zal ze een goede band met Jehovah en goede relaties met anderen hebben. Een vrouw die van Jehovah houdt, kiest er nederig voor het gezagsbeginsel te respecteren dat haar hemelse Vader heeft ingesteld (1 Kor. 11:3). Dat principe heeft specifieke toepassingen in de gemeente en in de gezinsregeling. w23.12 18-19 ¶3-5

Jehovah verwacht dat een man van zijn vrouw houdt en lichamelijk, emotioneel en geestelijk voor haar zorgt. Denkvermogen, respect voor vrouwen en betrouwbaarheid zullen je helpen een goede huwelijkspartner te zijn. Als je getrouwd bent, zou je ook vader kunnen worden. Hoe kun je een goede vader zijn? Je kunt veel leren van Jehovah (Ef. 6:4). Hij vertelde zijn Zoon, Jezus, openlijk dat hij van hem hield en hem goedkeurde (Matth. 3:17). Een vader moet regelmatig tegen zijn kinderen zeggen dat hij van ze houdt. Hij moet ze vaak complimenten geven voor de goede dingen die ze doen. Door Jehovah’s voorbeeld te volgen helpt hij zijn kinderen om zich te ontwikkelen tot een geestelijk volwassen man of vrouw. Je kunt je nu al op zo’n rol voorbereiden door liefde en zorg te tonen voor personen in je familie en de gemeente en door te leren je liefde en waardering te uiten (Joh. 15:9). w23.12 28-29 ¶17-18

Ook al dien je Jehovah trouw, je zult net als ieder mens moeilijkheden meemaken of gezondheidsproblemen krijgen. Maar daarnaast kun jij te maken krijgen met tegenstand of vervolging door mensen die Gods volk haten. Hoewel Jehovah je niet voor zulke problemen afschermt, heeft hij wel beloofd je te helpen (Jes. 41:10). Met zijn hulp kun je zelfs in de moeilijkste situaties je vreugde behouden, goede beslissingen nemen en hem trouw blijven. Jehovah heeft beloofd je te geven wat de Bijbel ‘de vrede van God’ noemt (Fil. 4:6, 7). Deze vrede is de innerlijke kalmte en rust die voortkomt uit je kostbare band met hem. Het is een vrede ‘die alle begrip te boven gaat’. Het is nog mooier dan je je kunt voorstellen. Heb jij je weleens verrassend kalm gevoeld na een intens gebed tot Jehovah? Dat gevoel is ‘de vrede van God’. w24.01 20 ¶2; 21 ¶4

Wie van Jehovah houden, willen zijn naam met heel hun hart loven. David begreep dat Jehovah’s naam loven hetzelfde is als Jehovah zelf loven. Jehovah’s naam houdt verband met zijn reputatie en doet dus denken aan al zijn mooie eigenschappen en zijn wonderbaarlijke daden. David wilde de naam van zijn Vader als heilig behandelen en loven. Hij wilde dat doen met alles wat in hem was, oftewel met heel zijn hart. Hetzelfde gold voor de Levieten, die het voortouw namen in het loven van Jehovah. Ze gaven nederig toe dat hun woorden tekortschoten voor de lof die Jehovah’s heilige naam verdient (Neh. 9:5). Zonder twijfel maakte die nederige, oprechte lof Jehovah’s hart blij. w24.02 9 ¶6

Jehovah zal niet denken dat je hebt gefaald omdat een doel voor jou een onhaalbare kaart blijkt te zijn (2 Kor. 8:12). Zie het als een leermoment. Houd voor ogen wat je al hebt bereikt. De Bijbel zegt: ‘God is niet onrechtvaardig, hij zal niet vergeten wat jullie hebben gedaan’ (Hebr. 6:10). Dus dat moet je zelf ook niet vergeten. Denk na over de doelen die je al hebt gehaald, zoals een vriendschap met Jehovah opbouwen, anderen over hem vertellen of je laten dopen. Zoals je in het verleden vooruitgang hebt geboekt en geestelijke doelen hebt bereikt, zo kun je ook nu vooruitgaan en je doel bereiken. Met Jehovah’s hulp kun je je doel bereiken. Als je een geestelijk doel nastreeft, vergeet dan niet te genieten van het proces zelf. Zie hoe Jehovah je onderweg helpt en zegent (2 Kor. 4:7). Als je niet opgeeft, zul je in de toekomst nog meer gezegend worden (Gal. 6:9). w23.05 31 ¶16-18

Jehovah geeft graag uiting aan zijn liefde en goedkeuring. De Bijbel vermeldt twee gelegenheden waarbij hij Jezus vertelde dat hij van hem hield en hem goedkeurde (Matth. 3:17; 17:5). Zou jij van Jehovah willen horen dat hij blij met je is? Jehovah spreekt niet rechtstreeks tot ons, maar wel via de Bijbel. Als je in de evangeliën leest wat Jezus zei, kun je de goedkeurende stem van Jehovah ‘horen’. Jezus was het volmaakte evenbeeld van zijn Vader. Dus als je leest dat Jezus tegen zijn onvolmaakte maar trouwe volgelingen zei dat hij om ze gaf, stel je dan voor dat Jehovah hetzelfde tegen jou zegt (Joh. 15:9, 15). Maar soms laat Jehovah toe dat je moeilijke dingen meemaakt. Zulke beproevingen zijn geen teken dat hij niet meer blij met je is. Ze geven je juist een kans om te laten zien hoeveel je van hem houdt en op hem vertrouwt (Jak. 1:12). w24.03 28 ¶10-11