STUDIEARTIKEL 27
LIED 7 Opdracht en doop
Help ze voor de waarheid te kiezen
‘Sta vast in het geloof, (...) word sterk.’ — 1 KOR. 16:13.
FOCUS
Hoe een Bijbelleraar zijn leerling kan helpen het geloof en de moed te krijgen die nodig zijn om voor de waarheid te kiezen.
1-2. (a) Waarom aarzelen sommigen om voor de waarheid te kiezen? (b) Waar gaat dit artikel over?
HEB jij getwijfeld of je een Getuige wilde worden? Misschien was je bang dat je familie, vrienden of collega’s ertegen zouden zijn. Of misschien dacht je dat je nooit naar Jehovah’s normen zou kunnen leven. In dat geval kun je je goed inleven in personen die de Bijbel bestuderen maar aarzelen om voor de waarheid te kiezen.
2 Jezus erkende dat zulke angsten geestelijke groei in de weg konden staan (Matth. 13:20-22). Maar als mensen aarzelden om hem te volgen, gaf hij de hoop niet zomaar op. Met zijn voorbeeld liet hij ons zien hoe we zulke mensen kunnen helpen (1) vast te stellen wat hun vooruitgang in de weg staat, (2) hun liefde voor Jehovah te verdiepen, (3) de juiste prioriteit te stellen en (4) met tegenstand om te gaan. Hoe kun je Jezus navolgen als je iemand met het Voor eeuwig gelukkig!-boek probeert te helpen voor de waarheid te kiezen?
VASTSTELLEN WAT VOORUITGANG IN DE WEG STAAT
3. Wat maakte het voor Nikodemus moeilijk een discipel van Jezus te worden?
3 Nikodemus, een prominente leider van de Joden, kon een discipel van Jezus worden. Maar iets hield hem tegen. Jezus was zo’n zes maanden met zijn bediening bezig toen Nikodemus al inzag dat hij Gods vertegenwoordiger was (Joh. 3:1, 2). Maar hij koos ervoor in het geheim met Jezus te praten, waarschijnlijk ‘uit angst voor de Joden’ (Joh. 7:13; 12:42). Misschien dacht hij wel dat hij te veel te verliezen had als hij een discipel van Jezus zou worden.a
4. Hoe hielp Jezus Nikodemus te begrijpen wat Jehovah van hem verwachtte?
4 Nikodemus kende de wet, maar hij had hulp nodig om te begrijpen wat Jehovah van hem verwachtte. Hoe hielp Jezus hem? Hij maakte tijd voor hem en wilde zelfs ’s nachts met hem praten. Daarnaast maakte hij duidelijk wat Nikodemus moest doen om een discipel te worden: berouw hebben van zijn zonden, zich in water laten dopen en in de Zoon van God geloven (Joh. 3:5, 14-21).
5. Hoe kun je iemand helpen vast te stellen wat zijn vooruitgang in de weg staat?
5 Zelfs als iemand de Bijbel goed begrijpt, kan hij hulp nodig hebben om vast te stellen wat zijn vooruitgang in de weg staat. Misschien gaat hij te veel op in zijn werk of krijgt hij tegenstand van familie. Neem daarom de tijd om zo iemand te helpen. Ga een kop koffie met hem drinken of maak samen een wandeling. In zo’n informele setting krijg je hem misschien makkelijker aan het praten over zijn uitdagingen. Maak hem vervolgens duidelijk wat hij kan veranderen en moedig hem aan dat niet te doen voor jou maar uit liefde voor Jehovah.
6. Hoe help je iemand de moed te vinden om voor de waarheid te kiezen? (1 Korinthiërs 16:13)
6 Als iemand ervan overtuigd is dat Jehovah hem zal helpen naar Bijbelse normen te leven, krijgt hij de moed om toe te passen wat hij leert. (Lees 1 Korinthiërs 16:13.) Jouw rol is te vergelijken met die van een leraar op school. Denk eens terug aan je schooltijd. Weet je nog aan welke leraar je het meest hebt gehad? Een goede leraar kan niet alleen uitleggen maar ook motiveren. Hij helpt je geduldig om meer vertrouwen te krijgen in je capaciteiten. Zo moet ook een Bijbelleraar zijn leerling niet alleen uitleggen wat Jehovah wil dat hij doet maar hem er ook van overtuigen dat hij het met Jehovah’s hulp kan. Hoe kun je dat aanpakken?
LIEFDE VOOR JEHOVAH VERDIEPEN
7. Hoe hielp Jezus mensen om meer liefde voor Jehovah te krijgen?
7 Jezus wist dat liefde voor Jehovah zijn discipelen zou motiveren toe te passen wat ze hadden geleerd. Hij onderwees ze vaak dingen waardoor hun liefde voor hun hemelse Vader zou groeien. Hij vergeleek Jehovah bijvoorbeeld met een man die goede dingen aan zijn kinderen geeft (Matth. 7:9-11). Sommigen hadden misschien zelf niet zo’n liefdevolle vader. Stel je eens voor wat zij gevoeld moeten hebben toen Jezus een verhaal vertelde over een meelevende vader die zijn zoon weer met open armen ontving nadat hij veel slechte dingen had gedaan. Het leerde ze iets over Jehovah’s medegevoel voor hen, zijn kinderen op aarde (Luk. 15:20-24).
8. Hoe kun je iemand helpen zijn liefde voor Jehovah te verdiepen?
8 Je kunt iemand helpen zijn liefde voor Jehovah te verdiepen door veel over Jehovah’s mooie eigenschappen te praten. Laat hem tijdens elke studieperiode het verband zien tussen wat hij leert en Jehovah’s liefde. Als je de losprijs bespreekt, help hem dan het op zichzelf te betrekken (Rom. 5:8; 1 Joh. 4:10). Als hij gaat inzien hoeveel Jehovah van hem persoonlijk houdt, gaat hij waarschijnlijk steeds meer van Jehovah houden (Gal. 2:20).
9. Wat hielp Michael om zijn leven te veranderen?
9 Michael uit Indonesië was met de waarheid opgegroeid maar had zich niet laten dopen. Toen hij 18 was, ging hij als vrachtwagenchauffeur in het buitenland werken. Later trouwde hij, maar hij bleef in het buitenland werken waardoor hij ver bij zijn gezin vandaan was. Ondertussen begonnen zijn vrouw en dochter de Bijbel te bestuderen en geestelijk te groeien. Toen zijn moeder overleed, besloot hij terug te keren om voor zijn vader te zorgen. Hij stemde toe in een Bijbelstudie. Toen hij bij les 27 van het Voor eeuwig gelukkig!-boek was, werd hij diep geraakt door het materiaal onder ‘Meer leren’. Hij dacht erover na wat het met Jehovah moet hebben gedaan zijn Zoon te zien lijden en kreeg tranen in zijn ogen. Dankbaarheid voor de losprijs bewoog hem ertoe zijn leven te veranderen en zich te laten dopen.
DE JUISTE PRIORITEIT STELLEN
10. Hoe hielp Jezus zijn eerste discipelen om hun prioriteit te verleggen? (Lukas 5:5-11) (Zie ook de afbeelding.)
10 Jezus’ eerste discipelen zagen al snel in dat hij de beloofde Messias was. Maar ze hadden hulp nodig om van de dienst hun prioriteit te maken. Petrus en Andreas waren al een tijdje discipelen van Jezus toen hij ze vroeg hem fulltime te volgen (Matth. 4:18, 19). Kennelijk hadden ze samen met Jakobus en Johannes een goedlopend vissersbedrijf (Mark. 1:16-20). Maar ze ‘lieten hun netten in de steek’ om Jezus te volgen, waarbij ze er ongetwijfeld op toezagen dat ze nog wel hun gezin konden onderhouden. Wat bewoog ze ertoe hun prioriteit te verleggen? Het verslag in Lukas laat zien dat Jezus een wonder deed om ze het vertrouwen te geven dat Jehovah voor ze kon en zou zorgen. (Lees Lukas 5:5-11.)
Wat leer je van de manier waarop Jezus zijn discipelen hielp om hun prioriteit te verleggen? (Zie alinea 10)b
11. Hoe kun je iemand helpen zijn geloof te versterken?
11 Natuurlijk kun je geen wonderen doen, zoals Jezus. Maar je kunt wel ervaringen vertellen die laten zien dat Jehovah mensen steunt als ze hem in hun leven op de eerste plaats stellen. Heb je bijvoorbeeld zelf ervaren dat Jehovah je hielp toen je vergaderingen begon te bezoeken? Misschien moest je aan je baas uitleggen dat je niet meer wilde overwerken als je daardoor de vergaderingen zou missen. Als je over je eigen ervaringen vertelt, leg dan uit dat je geloof sterker werd omdat je ondervond hoe Jehovah je hielp toen aanbidding je prioriteit werd.
12. (a) Waarom is het goed verschillende verkondigers mee te vragen naar een Bijbelstudie? (b) Wat kun je gebruiken om iemand te helpen de juiste prioriteit te stellen? Geef een voorbeeld.
12 Het is voor degene met wie je studeert ook goed om te horen hoe anderen hun prioriteit hebben verlegd. Vraag dus broeders en zusters van verschillende achtergronden om mee te doen aan de Bijbelstudie. Laat ze vertellen hoe ze in de waarheid zijn gekomen en wat ze hebben gedaan om van Jehovah’s dienst hun prioriteit te maken. Neem ook de tijd om tijdens de studie te kijken naar de video’s in het Voor eeuwig gelukkig!-boek, die onder ‘Meer leren’ en eventueel die onder ‘Extra’. Je kunt bijvoorbeeld in les 37 principes bespreken uit de video Jehovah zal voor je zorgen.
MET TEGENSTAND OMGAAN
13. Hoe bereidde Jezus zijn discipelen op tegenstand voor?
13 Jezus zei meermaals tegen zijn volgelingen dat ze tegenstand zouden krijgen, zelfs van familieleden (Matth. 5:11; 10:22, 36). Aan het eind van zijn bediening waarschuwde hij dat ze gedood konden worden (Matth. 24:9; Joh. 15:20; 16:2). Hij hielp ze voorzichtig te zijn in hun dienst. Hij leerde ze om niet de confrontatie aan te gaan met tegenstanders en om discreet te zijn zodat ze door konden gaan met prediken.
14. Hoe kun je iemand op tegenstand voorbereiden? (2 Timotheüs 3:12)
14 Je kunt je leerling op tegenstand voorbereiden door te vertellen wat hij van familieleden, vrienden en collega’s te horen kan krijgen. (Lees 2 Timotheüs 3:12.) Sommige collega’s zullen zijn nieuwe manier van leven misschien belachelijk maken. Anderen, zelfs naaste familieleden, hebben misschien kritiek op zijn Bijbelse overtuigingen. Hoe eerder je hem op tegenstand voorbereidt, hoe beter hij ertegen gewapend zal zijn.
15. Wat kan iemand helpen met tegenstand van familie om te gaan?
15 Als degene met wie je studeert tegenstand krijgt van familieleden, beredeneer dan met hem waarom ze van streek kunnen zijn. Misschien denken ze dat hij is misleid of hebben ze vooroordelen over Jehovah’s Getuigen. Zelfs Jezus kreeg negatieve reacties van zijn dierbaren (Mark. 3:21; Joh. 7:5). Leer hem dus om geduld te hebben met familieleden en anderen en om tactvol te reageren.
16. Hoe kun je iemand helpen tactvol over zijn geloof te praten?
16 Het is ook verstandig familieleden die wel interesse tonen niet alles in één keer uit te leggen. Anders worden ze misschien zo overdonderd dat ze er verder niet meer over willen praten. Moedig je leerling dus aan het kort en eenvoudig te houden zodat de deur open blijft voor verdere gesprekken (Kol. 4:6). Misschien kan hij zijn familie wijzen op jw.org. Daar kunnen ze meer over Jehovah’s Getuigen te weten komen wanneer ze dat zelf willen.
17. Hoe leer je iemand goed te reageren op misvattingen die anderen over ons hebben? (Zie ook de afbeelding.)
17 Je kunt de rubriek ‘Veelgestelde vragen over Jehovah’s Getuigen’ op jw.org gebruiken om iemand te helpen eenvoudige antwoorden voor te bereiden op vragen die familieleden of collega’s zouden kunnen stellen (2 Tim. 2:24, 25). Bespreek aan het eind van elke les in het Voor eeuwig gelukkig!-boek het gedeelte ‘Sommigen zeggen’ of ‘Misschien vraagt iemand’. Moedig hem aan te oefenen wat hij met zijn eigen woorden zou zeggen. Aarzel niet hem tips te geven om zijn reactie te verbeteren. Zulke oefensessies zullen hem het vertrouwen geven om voor zijn eigen geloof op te komen.
Door tijdens de studie met iemand te oefenen kun je hem motiveren om te gaan prediken (Zie alinea 17)c
18. Hoe kun je iemand aanmoedigen om te gaan prediken? (Mattheüs 10:27)
18 Jezus spoorde zijn discipelen aan het goede nieuws in het openbaar bekend te maken. (Lees Mattheüs 10:27.) Hoe eerder iemand ermee begint zijn geloof te delen, hoe eerder hij leert op Jehovah te vertrouwen. Hoe kun je hem helpen daar zijn doel van te maken? Als er een predikingscampagne voor de gemeente wordt aangekondigd, leg hem dan uit wat hij moet doen om verkondiger te worden. Vertel waarom velen het makkelijker vonden tijdens zo’n campagne met prediken te beginnen. Hij zou zich ook ten doel kunnen stellen de opleiding te volgen die we op de doordeweekse vergadering krijgen. Daar zal hij leren met overtuiging uit te komen voor wat hij gelooft.
TOON VERTROUWEN
19. Hoe toonde Jezus vertrouwen in zijn discipelen, en hoe kun je hem navolgen?
19 Voordat Jezus stierf en naar de hemel opsteeg, vertelde hij zijn discipelen dat ze met hem zouden worden herenigd. Ze begrepen niet dat Jezus bedoelde dat ze naar de hemel zouden gaan. Maar hij was gefocust op hun loyaliteit, niet op hun twijfels (Joh. 14:1-5, 8). Hij wist dat ze tijd nodig hadden om bepaalde dingen te begrijpen, zoals de hemelse hoop (Joh. 16:12). Ook jij kunt laten zien dat je er vertrouwen in hebt dat je leerling Jehovah’s wil wenst te doen.
Hoe eerder iemand ermee begint zijn geloof te delen, hoe eerder hij leert op Jehovah te vertrouwen
20. Hoe toonde een zuster in Malawi vertrouwen in haar leerling?
20 Als je met iemand studeert, verlies dan niet de hoop dat hij wil doen wat juist is. Chifundo, een zuster in Malawi, begon een Bijbelstudie uit het Voor eeuwig gelukkig!-boek met Alinafe, een jonge katholieke vrouw. Toen ze aan het eind van les 14 waren, vroeg Chifundo haar wat ze dacht over het gebruik van beelden bij de aanbidding. Alinafe werd erg emotioneel en antwoordde: ‘Het is een persoonlijke keuze!’ Chifundo vroeg zich af of dat het einde van de Bijbelstudie betekende. Maar ze bleef geduldig met Alinafe studeren in de hoop dat ze het na verloop van tijd zou begrijpen. Een paar maanden later stelde Chifundo haar de vraag in les 34: ‘Wat heb je tot nu toe gehad aan je studie van de Bijbel en van de ware God, Jehovah?’ Ze zegt over haar reactie: ‘Ze noemde heel veel mooie punten. Een daarvan was dat de Getuigen zich niet bezighouden met praktijken die de Bijbel afkeurt.’ Kort daarna stopte Alinafe met het gebruik van beelden en kwam ze in aanmerking voor de doop.
21. Hoe kun je iemand helpen voor de waarheid te kiezen?
21 Uiteindelijk is Jehovah degene ‘die het laat groeien’. Maar jij hebt ook een rol. Je kunt degene met wie je studeert helpen vooruit te gaan (1 Kor. 3:7). Doe dus meer dan hem leren wat Jehovah van hem vraagt. Help hem diepe liefde voor Jehovah te ontwikkelen. Moedig hem aan zijn liefde te tonen door de juiste prioriteit te stellen. En leer hem zich bij tegenstand op Jehovah te verlaten. Geef daarnaast uiting aan je vertrouwen in hem. Op die manier versterk je zijn overtuiging dat ook hij naar Jehovah’s normen kan leven en resoluut voor de waarheid kan kiezen.
LIED 33 Vrees hen niet!
a Nikodemus was tweeënhalf jaar na zijn gesprek met Jezus nog steeds lid van de Joodse Hoge Raad (Joh. 7:45-52). In een naslagwerk staat dat Nikodemus volgens de traditie pas na Jezus’ dood een discipel is geworden (Joh. 19:38-40).
b BESCHRIJVING AFBEELDING: Petrus en anderen geven hun vissersbedrijf op om Jezus te volgen.
c BESCHRIJVING AFBEELDING: Een zuster helpt de vrouw met wie ze studeert zich voor te bereiden op de prediking.