zaterdag 19 juli
De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon. — Hebr. 11:32.
Gideon bleef kalm toen de Efraïmieten kritiek op hem hadden (Recht. 8:1-3). Hij ging niet in de tegenaanval. Nederig luisterde hij naar hun bezwaren en tactvol wist hij de spanningen weg te nemen. Verstandige ouderlingen volgen zijn voorbeeld door goed te luisteren en zachtaardig te reageren als ze kritiek krijgen (Jak. 3:13). Zo dragen ze bij aan de vrede in de gemeente. Toen Gideon werd geëerd voor de overwinning op Midian, richtte hij de aandacht op Jehovah (Recht. 8:22, 23). Hoe kun je hem als aangestelde broeder navolgen? Door altijd Jehovah de eer te geven voor wat je doet (1 Kor. 4:6, 7). Als je bijvoorbeeld complimenten krijgt voor je onderwijs, kun je de aandacht richten op de bron ervan, Gods Woord, of op de opleiding die we van Jehovah’s organisatie krijgen. Het is goed er af en toe over na te denken of je niet te veel de aandacht op jezelf vestigt. w23.06 4 ¶7-8
zondag 20 juli
Mijn gedachten zijn niet jullie gedachten. — Jes. 55:8.
Als je niet krijgt wat je in gebed hebt gevraagd, zou je je kunnen afvragen: bid ik wel om het juiste? Vaak denken we te weten wat het beste voor ons is. Maar het kan zijn dat wat je vraagt op de lange termijn niet het beste voor je is. Misschien is er voor een probleem waar je over bidt een betere oplossing dan wat je zelf vraagt. En soms is iets dat je vraagt misschien niet in overeenstemming met Jehovah’s wil (1 Joh. 5:14). Denk bijvoorbeeld aan ouders die Jehovah vragen hun kind in de waarheid te houden. Dat lijkt een passend verzoek. Maar Jehovah zal nooit iemand dwingen hem te dienen. Hij wil dat wij allemaal, ook de kinderen, er zelf voor kiezen hem te aanbidden (Deut. 10:12, 13; 30:19, 20). Dus de ouders zouden Jehovah beter kunnen vragen ze te helpen het hart van hun kind te bereiken, zodat hij zelf van Jehovah gaat houden en zijn vriend wordt (Spr. 22:6; Ef. 6:4). w23.11 21 ¶5; 23 ¶12
maandag 21 juli
Blijf elkaar met deze woorden troosten. — 1 Thess. 4:18.
Waarom is troost een belangrijke uiting van liefde? Volgens een Bijbelcommentaar betekent het woord voor troosten dat Paulus gebruikte ‘naast iemand staan om hem te bemoedigen als hij een zware beproeving doormaakt’. Als je een broeder of zuster die het moeilijk heeft troost, help je hem of haar dus om op te staan en verder te gaan op de weg naar het leven. Elke keer dat je iemand een schouder aanbiedt om op uit te huilen, geef je uiting aan je liefde voor hem (2 Kor. 7:6, 7, 13). Er is een direct verband tussen troost en medegevoel. Wat is de link? Iemand die meevoelt met het leed van anderen, voelt zich gedrongen troost te bieden en te proberen de pijn te verlichten. Dus eerst voel je medelijden, daarna geef je troost. Paulus legt een verband tussen Jehovah’s medegevoel en de troost die hij biedt. Hij noemt Jehovah ‘de Vader van tedere barmhartigheid en de God van alle troost’ (2 Kor. 1:3). w23.11 9-10 ¶8-10