woensdag 23 juli
Jullie hebben me in het ongeluk gestort. — Gen. 34:30.
Jakob kreeg allerlei problemen. Simeon en Levi, twee van zijn zonen, deden de familie schande aan en wierpen smaad op Jehovah’s naam. Bovendien stierf Jakobs geliefde vrouw Rachel bij de geboorte van hun tweede kind. En door een zware hongersnood was hij op zijn oude dag gedwongen naar Egypte te verhuizen (Gen. 35:16-19; 37:28; 45:9-11, 28). Ondanks alles verloor Jakob nooit het vertrouwen in Jehovah en in zijn beloften. En Jehovah maakte Jakob duidelijk dat hij met hem was. Dat deed hij onder meer door Jakob materieel te zegenen. En wat zal Jakob Jehovah dankbaar zijn geweest toen hij werd herenigd met Jozef, de zoon van wie hij zo lang had gedacht dat hij dood was! Dankzij zijn hechte vriendschap met Jehovah kon hij zijn beproevingen doorstaan (Gen. 30:43; 32:9, 10; 46:28-30). Ook jij kunt onverwachte beproevingen in je leven doorstaan als je een hechte vriendschap met Jehovah onderhoudt. w23.04 15 ¶6-7
donderdag 24 juli
Jehovah is mijn Herder. Het ontbreekt mij aan niets. — Ps. 23:1.
Psalm 23 is een lied waaruit vertrouwen in Jehovah’s liefde en tedere zorg spreekt. David beschrijft in deze psalm de sterke band tussen hem en zijn Herder, Jehovah. Hij voelde zich veilig als hij zich door Jehovah liet leiden. Hij vertrouwde volledig op hem. Hij wist dat Jehovah’s liefde hem alle dagen van zijn leven zou volgen. Wat gaf hem zo veel vertrouwen? David voelde zich goed verzorgd omdat Jehovah altijd had voorzien in alles wat hij nodig had. Hij wist ook dat Jehovah zijn vriend was en dat hij zijn goedkeuring had. Daarom was hij ervan overtuigd dat Jehovah voor hem zou blijven zorgen, wat de toekomst ook zou brengen. Davids vertrouwen in de tedere liefde van Jehovah was sterker dan al zijn zorgen. Het hielp hem gelukkig en tevreden te zijn (Ps. 16:11). w24.01 29 ¶12-13
vrijdag 25 juli
Ik ben met jullie, alle dagen, tot het einde van het tijdperk. — Matth. 28:20.
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Jehovah’s volk in veel landen de vrede en vrijheid gehad om te kunnen prediken. En het werk heeft mooie resultaten gehad. Hoe gaat het in deze tijd? De leden van het Besturende Lichaam vertrouwen op de leiding van Christus. Ze streven ernaar instructies te geven die weergeven hoe er in de hemel over dingen wordt gedacht. Kringopzieners en ouderlingen geven de instructies door aan de gemeenten. Gezalfde ouderlingen bevinden zich in de ‘rechterhand’ van Christus (Openb. 2:1). Die ouderlingen zijn onvolmaakt en maken fouten. Dat gold ook voor Mozes en Jozua, en de apostelen (Num. 20:12; Joz. 9:14, 15; Rom. 3:23). Toch is duidelijk te zien dat Christus de getrouwe slaaf en de aangestelde ouderlingen leiding geeft. En hij zal dat blijven doen. We hebben daarom alle reden om te vertrouwen op de leiding die hij via de aangestelde mannen geeft. w24.02 23-24 ¶13-14