donderdag 14 augustus
In de tijd dat hij Jehovah zocht, liet de ware God hem slagen in alles wat hij deed. — 2 Kron. 26:5.
Toen Uzzia nog jong was, was hij nederig en leerde hij ‘ontzag voor de ware God te hebben’. Hij leefde 68 jaar en werd in het grootste deel van zijn leven door Jehovah gezegend (2 Kron. 26:1-4). Uzzia versloeg veel vijanden van Gods volk en versterkte de verdedigingswerken van Jeruzalem (2 Kron. 26:6-15). Hij was vast blij met alles wat hij dankzij Jehovah’s hulp kon doen (Pred. 3:12, 13). Als koning was Uzzia gewend dat anderen deden wat hij zei. Misschien ging hij daardoor denken dat hij kon doen wat hij maar wilde. Op een dag ging hij de tempel van Jehovah binnen om wierook te branden op het altaar. Daar was hij als koning niet toe bevoegd (2 Kron. 26:16-18). Toen hogepriester Azarja hem probeerde te corrigeren, werd hij woedend. Helaas bleef Uzzia niet trouw. Hij werd gestraft met melaatsheid (2 Kron. 26:19-21). Zijn leven had er heel anders uitgezien als hij nederig was gebleven! w23.09 10 ¶9-10
vrijdag 15 augustus
Hij hield zich afzijdig, uit angst voor hen die van de besnijdenis waren. — Gal. 2:12.
Ook nadat Petrus een gezalfde christen was geworden, had hij nog last van zijn tekortkomingen. In het jaar 36 was hij erbij toen de onbesneden heiden Cornelius met heilige geest werd gezalfd. Dat was een duidelijk bewijs dat ‘God niet partijdig is’ en dat heidenen deel konden uitmaken van de christelijke gemeente (Hand. 10:34, 44, 45). Daarna voelde Petrus zich vrij om met heidenen te eten, iets dat hij daarvoor nooit zou hebben gedaan. Maar er waren Joodse christenen die vonden dat Joden en heidenen niet samen hoorden te eten. Toen sommigen van hen naar Antiochië kwamen, stopte Petrus ermee met zijn heidense broeders te eten, waarschijnlijk omdat hij bang was de Joodse christenen te beledigen. Paulus zag die hypocrisie en wees Petrus publiekelijk terecht (Gal. 2:13, 14). Ondanks die terugval gaf Petrus de strijd niet op. w23.09 22 ¶8
zaterdag 16 augustus
Hij zal je een stevig fundament geven. — 1 Petr. 5:10.
Doe een eerlijk zelfonderzoek om te zien wat je zwakke punten zijn. Maar raak niet ontmoedigd. ‘De Heer is goed’ en hij zal je helpen om te groeien (1 Petr. 2:3). Petrus geeft de verzekering: ‘God zal (...) zelf je opleiding voltooien. Hij zal je standvastig maken.’ Petrus had ooit het gevoel dat hij het niet waard was in de buurt van Gods Zoon te zijn (Luk. 5:8). Maar met de liefdevolle steun van Jehovah en Jezus hield Petrus vol als volgeling van Christus. Zo mocht hij van Jehovah ‘toegang krijgen tot het eeuwige Koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus’ (2 Petr. 1:11). Wat een beloning! Houd dus net als Petrus vol en laat je door Jehovah opleiden. Dan zul jij ook eeuwig leven krijgen. Dan ‘bereik je het doel van je geloof: je redding’ (1 Petr. 1:9). w23.09 31 ¶16-17