STUDIEARTIKEL 25
LIED 37 God geïnspireerde Woord
Levenslessen van een sterfbedprofetie — Deel 2
‘Hij gaf ze allemaal hun eigen zegen.’ — GEN. 49:28.
FOCUS
Praktische lessen van wat Jakob op zijn sterfbed profeteerde over acht van zijn zonen.
1. Welk deel van Jakobs sterfbedprofetie komt in dit artikel aan bod?
JAKOBS zonen hebben zich om hem heen verzameld. Ze luisteren aandachtig naar wat hun bejaarde vader ze te vertellen heeft. Zoals het vorige artikel liet uitkomen, hebben Jakobs woorden over Ruben, Simeon, Levi en Juda ze ongetwijfeld verrast. Ze moeten zich afvragen wat Jakob tegen de andere acht zal zeggen. Laten we eens kijken wat we kunnen leren van zijn woorden voor Zebulon, Issaschar, Dan, Gad, Aser, Naftali, Jozef en Benjamin.a
ZEBULON
2. Wat zei Jakob tegen Zebulon, en hoe ging het in vervulling? (Genesis 49:13) (Zie ook het kader.)
2 Lees Genesis 49:13. Jakob geeft te kennen dat Zebulons nakomelingen aan de kust zullen wonen, in het noorden van het beloofde land. Meer dan 200 jaar later kregen ze een stuk land als erfdeel dat tussen het Meer van Galilea en de Middellandse Zee lag. Mozes profeteerde: ‘Wees blij, Zebulon, wanneer je eropuit trekt’ (Deut. 33:18). Mogelijk duidt dit erop dat de Zebulonieten makkelijk handel konden drijven omdat ze zowel het meer als de zee goed konden bereiken. Hoe dan ook hadden de nakomelingen van Zebulon reden om blij te zijn.
3. Wat kan je helpen tevreden te zijn?
3 Wat is de les? Waar je ook woont of wat je situatie ook is, je hebt alle reden om gelukkig te zijn. Om gelukkig te blijven, moet je tevreden zijn met wat je hebt (Ps. 16:6; 24:5). Het is soms makkelijker gefocust te zijn op wat je niet hebt dan op de goede dingen die je wel hebt. Probeer dus het positieve in je omstandigheden te zien (Gal. 6:4).
ISSASCHAR
4. Wat zei Jakob tegen Issaschar, en hoe ging het in vervulling? (Genesis 49:14, 15) (Zie ook het kader.)
4 Lees Genesis 49:14, 15. Jakob prijst Issaschar omdat hij een harde werker is. Hij zegt dat hij als een ezel met sterke botten is, een dier dat zware lasten kan dragen. Hij zegt ook dat Issaschar een aangenaam land zal krijgen. Dat kwam uit toen de nakomelingen van Issaschar een vruchtbaar stuk land aan de Jordaan kregen (Joz. 19:22). Ongetwijfeld werkten ze hard om hun land te bewerken, maar ze werkten ook hard voor anderen (1 Kon. 4:7, 17). Zo was de stam bereid mee te vechten in de oorlogen van het volk, bijvoorbeeld in de tijd van rechter Barak en profetes Debora (Recht. 5:15).
5. Waarom moeten we het voorbeeld van Issaschars nakomelingen volgen, en hoe kunnen we dat doen?
5 Wat is de les? Jehovah waardeert het als we hard werken in zijn dienst, net zoals hij het harde werk van de stam Issaschar waardeerde (Pred. 2:24). Neem de broeders die hard werken om voor de gemeente te zorgen (1 Tim. 3:1). Hoewel ze geen letterlijke strijd hoeven te voeren, spannen ze zich wel in om Gods volk tegen geestelijke gevaren te beschermen (1 Kor. 5:1, 5; Jud. 17-23). Ze werken ook hard om voor de gemeente opbouwende lezingen voor te bereiden en te houden (1 Tim. 5:17).
DAN
6. Welke taak kreeg de stam Dan? (Genesis 49:17, 18) (Zie ook het kader.)
6 Lees Genesis 49:17, 18. Jakob vergelijkt Dan met een slang die het opneemt tegen dieren die veel groter zijn, zoals een paard dat in de strijd wordt gebruikt. Dan zou gevaarlijk blijken te zijn voor Israëls vijanden. Op hun tocht naar het beloofde land beschermde de stam Dan het volk door ‘de achterhoede te vormen’ (Num. 10:25). Hoewel de rest van het volk niet alles kon zien wat de Danieten deden, voerden ze een belangrijke taak uit.
7. Wat geldt voor elke taak die je krijgt?
7 Wat is de les? Heb jij weleens het gevoel gehad dat niemand zag wat je deed? Misschien mocht je helpen bij de schoonmaak en het onderhoud van de Koninkrijkszaal of had je een taak als vrijwilliger op een kringvergadering of congres. In dat geval verdien je een compliment. Vergeet nooit dat Jehovah alles wat je voor hem doet opmerkt en waardeert. Het maakt hem vooral blij als je hem niet dient om lof van anderen te krijgen maar om je oprechte liefde voor hem te tonen (Matth. 6:1-4).
GAD
8. Wat maakte Gad in het beloofde land kwetsbaar voor aanvallen? (Genesis 49:19) (Zie ook het kader.)
8 Lees Genesis 49:19. Jakob voorspelt dat Gad door een roversbende zal worden overvallen. Meer dan 200 jaar later kreeg de stam Gad een stuk land ten oosten van de Jordaan. Het grensde aan gebied waar vijanden van Israël woonden en dat maakte de stam kwetsbaar voor aanvallen. Toch wilden de Gadieten er wonen. Het was namelijk geschikt weidegrond voor hun vee (Num. 32:1, 5). De Gadieten waren moedig. Bovendien vertrouwden ze erop dat Jehovah ze zou helpen het land dat hij ze had gegeven tegen elke roversbende te verdedigen. Hun troepen gingen zelfs jarenlang met de andere stammen mee om de rest van het beloofde land ten westen van de Jordaan te veroveren (Num. 32:16-19). Ze vertrouwden erop dat Jehovah de vrouwen en kinderen zou beschermen terwijl de mannen weg waren. Jehovah zegende hun moed en zelfopoffering (Joz. 22:1-4).
9. Hoe kun je in je leven laten zien dat je op Jehovah vertrouwt?
9 Wat is de les? Vertrouw altijd op Jehovah zodat je hem kunt blijven dienen als het moeilijk wordt (Ps. 37:3). Velen tonen vertrouwen in Jehovah door offers te brengen om bijvoorbeeld te kunnen meewerken aan theocratische bouwprojecten of te kunnen dienen waar de behoefte groter is. Ze doen dat omdat ze er zeker van zijn dat Jehovah altijd voor ze zal zorgen (Ps. 23:1).
ASER
10. Wat heeft de stam Aser nagelaten te doen? (Genesis 49:20) (Zie ook het kader.)
10 Lees Genesis 49:20. Jakob voorspelt dat Aser een welvarende stam zal worden. Dat is precies wat er gebeurde. Het gebied dat Aser kreeg behoorde tot het meest vruchtbare land van heel Israël (Deut. 33:24). Het grensde aan de Middellandse Zee en omvatte de welvarende Fenicische handelshaven Sidon. Maar Aser liet na de Kanaänieten uit het land te verdrijven (Recht. 1:31, 32). Het lijkt erop dat de stam door hun welvaart en de slechte invloed van de Kanaänieten minder ijverig werd voor de zuivere aanbidding. Toen rechter Barak vrijwilligers zocht voor de strijd tegen een coalitie van Kanaänieten, kwam er van Aser geen reactie. Daardoor had de stam geen aandeel aan de wonderbaarlijke overwinning ‘bij het water van Megiddo’ (Recht. 5:19-21). De stam Aser moet zich geschaamd hebben toen Barak en Debora in het geïnspireerde overwinningslied zongen: ‘Aser zat bij de zeekust en deed niets’ (Recht. 5:17).
11. Waarom is een evenwichtige kijk op materiële dingen belangrijk?
11 Wat is de les? Om Jehovah het beste van jezelf te geven, moet je voorkomen dat je de wereldse kijk op geld en spullen overneemt (Spr. 18:11). Doe je best een evenwichtige kijk op geld te behouden (Pred. 7:12; Hebr. 13:5). Verspil geen tijd en energie aan dingen die je niet echt nodig hebt. Doe in plaats daarvan wat je kunt om Jehovah nu het beste van jezelf te geven in het besef dat hij je in de toekomst beloont met een echt comfortabel, veilig leven (Ps. 4:8).
NAFTALI
12. Hoe zijn Jakobs woorden over Naftali misschien uitgekomen? (Genesis 49:21) (Zie ook het kader.)
12 Lees Genesis 49:21. De ‘aangename woorden’ waar Jakob het over heeft kunnen heel goed duiden op wat Jezus tijdens zijn bediening zei. Jezus, die bekendstond om zijn goede onderwijs, maakte van Kapernaüm in het gebied van Naftali ‘zijn eigen stad’ (Matth. 4:13; 9:1; Joh. 7:46). Jesaja had het over Jezus toen hij profeteerde dat de mensen van Zebulon en Naftali ‘een groot licht’ zouden zien (Jes. 9:1, 2). Jezus was ‘het ware licht dat alle soorten mensen licht geeft’ door middel van zijn onderwijs (Joh. 1:9).
13. Hoe kun je spreken met woorden die Jehovah blij maken?
13 Wat is de les? Jehovah hecht veel belang aan wat je zegt en hoe je het zegt. Hoe kun je spreken met ‘aangename woorden’ waar Jehovah blij mee is? Spreek de waarheid (Ps. 15:1, 2). Zeg dingen die anderen opbouwen. Wees gul met complimenten maar zuinig met kritiek. Klaag niet te snel (Ef. 4:29). En stel je ten doel beter te worden in het beginnen van gesprekken die tot een getuigenis kunnen leiden.
JOZEF
14. Hoe kwam de profetie over Jozef uit? (Genesis 49:22, 26) (Zie ook het kader.)
14 Lees Genesis 49:22, 26. Jakob moet heel trots zijn geweest op Jozef. Hij was ‘uitverkoren onder zijn broers’. Jakob noemde hem ‘de jonge scheut van een vruchtbare boom’. Hij was zelf de boom en Jozef de jonge scheut. Jozef was de eerstgeboren zoon van Jakobs geliefde vrouw Rachel. Jakob gaf te kennen dat Jozef het dubbele deel zou krijgen dat Ruben, de eerstgeboren zoon van Lea, had verspeeld (Gen. 48:5, 6; 1 Kron. 5:1, 2). Die profetie kwam uit toen de nakomelingen van Jozefs zonen, Efraïm en Manasse, als twee afzonderlijke stammen een stuk land kregen (Gen. 49:25; Joz. 14:4).
15. Hoe reageerde Jozef op onrecht?
15 Jakob had het ook over boogschutters die op Jozef ‘schoten’ en ‘wrok tegen hem koesterden’ (Gen. 49:23). Dit sloeg op zijn jaloerse broers, die verantwoordelijk waren voor veel van het onrecht dat hij had meegemaakt. Jozef werd ondanks alles niet verbitterd of kwaad op zijn broers of Jehovah. Zoals Jakob zei: ‘Zijn boog bleef gespannen, en zijn handen bleven sterk en soepel’ (Gen. 49:24). Tijdens zijn beproevingen vertrouwde Jozef op Jehovah. Hij vergaf zijn broers en behandelde ze vriendelijk (Gen. 47:11, 12). Jozef liet zich door zijn beproevingen louteren (Ps. 105:17-19). Daardoor kon Jehovah hem op een geweldige manier gebruiken.
16. Hoe kun je Jozefs voorbeeld volgen als je beproevingen meemaakt?
16 Wat is de les? Laat nooit toe dat beproevingen afstand creëren tussen jou en Jehovah of je broeders en zusters. Bedenk dat Jehovah geloofsbeproevingen kan toelaten als iets dat bij je opleiding hoort (Hebr. 12:7, vtn.). Die opleiding kan je helpen christelijke eigenschappen te ontwikkelen en bij te schaven. Je leert dan bijvoorbeeld barmhartig en vergevingsgezind te zijn (Hebr. 12:11). Jehovah zal je volharding belonen, net zoals hij Jozef beloonde.
BENJAMIN
17. Hoe kwam de profetie over Benjamin uit? (Genesis 49:27) (Zie ook het kader.)
17 Lees Genesis 49:27. Jakob voorspelt dat de Benjaminieten goede strijders zullen zijn door ze te vergelijken met een wolf (Recht. 20:15, 16; 1 Kron. 12:2). In de ‘morgen’ van het koninkrijk Israël leverde de stam Benjamin de eerste koning, Saul. Hij vocht een felle strijd tegen de Filistijnen (1 Sam. 9:15-17, 21). In de ‘avond’ van het koninkrijk verhinderden koningin Esther en eerste minister Mordechai, allebei uit de stam Benjamin, dat de Israëlieten in het Perzische Rijk werden uitgeroeid (Esth. 2:5-7; 8:3; 10:3).
18. Hoe kun je Benjamins trouw navolgen?
18 Wat is de les? De Benjaminieten waren ongetwijfeld trots toen als vervulling van de profetie iemand uit hun eigen stam koning werd. Maar toen Jehovah David uit de stam Juda koning maakte, gingen ze na verloop van tijd hem steunen (2 Sam. 3:17-19). Tientallen jaren later kwamen de andere stammen in opstand maar bleven de Benjaminieten trouw aan Juda en de koning die Jehovah had aangesteld (1 Kon. 11:31, 32; 12:19, 21). Volg hun voorbeeld door trouw degenen te steunen die Jehovah uitkiest om zijn volk te leiden (1 Thess. 5:12).
19. Wat hebben we aan Jakobs sterfbedprofetie?
19 Wat hebben wij aan Jakobs sterfbedprofetie? Een studie van de vervulling versterkt onze overtuiging dat ook andere profetieën in Jehovah’s Woord zullen uitkomen. En als je ziet waarom Jakobs zonen werden gezegend, ga je beter begrijpen hoe je Jehovah blij kunt maken.
LIED 24 Richt je oog op de prijs!
a Hoewel Jakob bij het zegenen van Ruben, Simeon, Levi en Juda van oud naar jong ging, doet hij dat bij zijn andere zonen niet.