8 GIJ moogt niet doen naar alles wat wij hier heden doen, een ieder al wat recht is in zijn eigen ogen,+ 

28 En het moet geschieden dat indien gij zonder mankeren naar de stem van Jehovah,* uw God, zult luisteren door al zijn geboden die ik u heden gebied, zorgvuldig te volbrengen,+ Jehovah,* uw God, u ook stellig hoog boven alle andere natiën der aarde zal verheffen.+ 

25 In die dagen was er geen koning in I̱sraël.+ Een ieder placht te doen wat recht was in zijn eigen ogen.+

12 Er bestaat een weg die recht is voor het aangezicht van een man,+ maar de wegen van de dood zijn er naderhand het einde van.+

2 Al de wegen van een man* zijn zuiver in zijn eigen ogen,+ maar Jehovah toetst de geesten.+

2 Elke weg van een man is recht in zijn eigen ogen,+ maar Jehovah toetst harten.+