1 Samuël 2:23 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 23 En hij placht tot hen te zeggen:+ „Waarom blijft GIJ dergelijke dingen doen?+ Want de dingen die ik van heel het volk omtrent U verneem, zijn slecht.*+ Spreuken 19:18 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 18 Tuchtig uw zoon terwijl er nog hoop bestaat;+ en hef uw ziel[sbegeerte] er niet naar op hem ter dood te brengen.+ Prediker 8:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken,+ daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen.+ 1 Timotheüs 5:20 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 20 Wijs personen die zonde beoefenen,+ voor alle aanwezigen terecht,+ opdat ook de overigen vrees mogen hebben.+
23 En hij placht tot hen te zeggen:+ „Waarom blijft GIJ dergelijke dingen doen?+ Want de dingen die ik van heel het volk omtrent U verneem, zijn slecht.*+
18 Tuchtig uw zoon terwijl er nog hoop bestaat;+ en hef uw ziel[sbegeerte] er niet naar op hem ter dood te brengen.+
11 Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken,+ daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen.+
20 Wijs personen die zonde beoefenen,+ voor alle aanwezigen terecht,+ opdat ook de overigen vrees mogen hebben.+