31 Zie! Er komen dagen dat ik stellig uw arm en de arm van het huis van uw voorvader zal afhouwen, zodat er geen grijsaard in uw huis zal blijken te zijn.+
17 De brenger van het nieuws antwoordde dus en zei: „I̱sraël is voor de Filistijnen gevlucht, en ook heeft er een grote nederlaag onder het volk plaatsgehad;+ en ook uw eigen twee zonen zijn gestorven — Ho̱fni en Pi̱nehas+ — en zelfs de ark van de [ware] God is buitgemaakt.”+
8 Geen mens heeft macht over de geest,* om de geest tegen te houden;+ noch is er enige heersende macht op de dag van de dood;+ noch is er enig verlof tijdens de oorlog.+ En goddeloosheid zal geen ontkoming verschaffen aan hen die zich eraan overgeven.*+
13 Maar het zal volstrekt niet goed aflopen met de goddeloze,+ noch zal hij zijn dagen verlengen, die als een schaduw zijn,+ omdat hij God niet vreest.+