14 En nu zijt GIJ opgestaan in de plaats van UW vaderen als het broed van zondige mannen, om de brandende toorn van Jehovah tegen I̱sraël nog te vergroten.*+
22 En hij deed voorts wat kwaad was in Jehovah’s ogen,+ net zoals zijn vader Mana̱sse gedaan had;+ en aan alle gehouwen beelden+ die zijn vader Mana̱sse+ gemaakt had, bracht A̱mon slachtoffers+ en hij bleef ze dienen.+