9 Hierop zei Jesa̱ja: „Dit is voor u het teken+ vanwege Jehovah, dat Jehovah het woord dat hij gesproken heeft, ten uitvoer zal brengen: Zal de schaduw werkelijk tien treden [van de trap] vooruitgaan of dient ze tien treden terug te gaan?”
31 En zo was het dat door de woordvoerders van de vorsten van Ba̱bylon*+ die tot hem gezonden waren+ om te informeren naar het wonderteken+ dat in het land was geschied, de [ware] God hem verliet+ om hem op de proef te stellen,+ ten einde te weten te komen wat er zoal in zijn hart was.+
8 Zie, ik doe de schaduw op de treden waarlangs ze door de zon+ op de treden [van de trap] van A̱chaz gedaald was, teruggaan, tien treden achteruit.”’”+ En de zon ging geleidelijk tien treden terug op de treden [van de trap] die ze gedaald was.+