13 Als een sterke man zal Jehovah zelf uittrekken.+ Als een krijgsman* zal hij ijver opwekken.+ Hij zal juichen, ja, hij zal een strijdkreet aanheffen;+ tegenover zijn vijanden zal hij zich sterker betonen.+
16 En uit Si̱on zal Jehovah zelf brullen, en uit Jeru̱zalem zal hij zijn stem laten weerklinken.+ En hemel en aarde zullen stellig schudden;+ maar Jehovah zal een toevlucht zijn voor zijn volk,+ en een vesting voor de zonen van I̱sraël.+
„Jehovah — uit Si̱on zal hij brullen,+ en uit Jeru̱zalem zal hij zijn stem laten weerklinken;+ en de weidegronden van de herders moeten gaan treuren, en de top van de Ka̱rmel moet verdorren.”+