Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g90 8/8 blz. 3-4
  • Deel 1: De schijnwerper op regeringen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Deel 1: De schijnwerper op regeringen
  • Ontwaakt! 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Hoe mensen over regeringen denken
  • Vertrouwen in politici gedaald — Wat zegt de Bijbel?
    Meer onderwerpen
  • Vanwaar de vertrouwenscrisis?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Deel 9: Het menselijk bestuur bereikt zijn climax!
    Ontwaakt! 1990
  • De Elektronische Kerk schokt de Amerikaanse politiek
    Ontwaakt! 1981
Meer weergeven
Ontwaakt! 1990
g90 8/8 blz. 3-4

Menselijk bestuur op de weegschaal

Deel 1: De schijnwerper op regeringen

SPECTACULAIRE politieke veranderingen die zich in 1989 in Europa hebben voorgedaan, hebben voor de hele wereld het thema regering op een unieke manier in de schijnwerpers geplaatst. In een opinieblad werd opgemerkt dat „men zich 1989 niet zal herinneren als het jaar waarin Oost-Europa veranderde, maar als het jaar waarin er aan Oost-Europa zoals wij het vier decennia hebben gekend een einde kwam”.

Francis Fukuyama van de afdeling beleidsvorming van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken ging nog een stapje verder toen hij onlangs schreef dat „wij wel eens niet slechts getuige zouden kunnen zijn van het einde van de koude oorlog, of van het voorbijgaan van een bepaalde periode in de naoorlogse geschiedenis, maar van het einde van de geschiedenis op zich: dat wil zeggen het eindpunt van de ideologische evolutie van de mensheid”.

Deze zienswijze mag dan zeer controversieel zijn, ze vestigt niettemin onze aandacht op enkele zeer belangrijke vragen. Bijvoorbeeld deze: Wat valt er te zeggen van de eeuwen van menselijk bestuur die achter ons liggen? Heeft de mensheid het tijdstip bereikt dat men kan spreken van „het einde van de geschiedenis op zich”? Wat zal de toekomst de regeringen precies brengen? En welke uitwerking zullen deze toekomstige gebeurtenissen op ons persoonlijk hebben?

Hoe mensen over regeringen denken

Miljoenen mensen zijn ronduit teleurgesteld in hun politieke leiders. Dit geldt niet alleen voor Europeanen maar, in uiteenlopende mate, voor burgers overal. Laten wij bijvoorbeeld eens kijken naar de landen van Latijns-Amerika.

Een bekend Duits handelsblad beschreef de politieke situatie daar tegen het einde van 1988 als „niet veel meer dan een puinhoop”. Verder uitweidend schreef het: „Argentiniës . . . economie loopt in het honderd. Brazilië dreigt onbestuurbaar te worden. Peru is aan het eind van zijn Latijn. Uruguay sukkelt voort. Ecuador probeert de brokken te lijmen van wat onmiskenbaar een noodtoestand is. Colombia en Venezuela . . . slagen er net in een broze democratische traditie in stand te houden. In Mexico is de stabiliteit van een regerende partij die 50 jaar onbetwist aan de macht is geweest . . . aan het afbrokkelen op een wijze die voor iedereen zichtbaar is. De jaren ’80 worden al afgeschreven als een ’verloren decennium’.”

In sommige landen is de populariteit van politici tot een ongeëvenaard dieptepunt gedaald. Toen de bevolking van Oostenrijk werd gevraagd 21 beroepen te rangschikken naar prestige, kwamen de politici op de 19de plaats te staan. Uit opiniepeilingen in de Bondsrepubliek Duitsland blijkt dat 62 procent van de inwoners die geënquêteerd werden, toegeeft weinig vertrouwen in politici te hebben.

Professor Reinhold Bergler, directeur van het Psychologisch Instituut van de Universiteit van Bonn, waarschuwt dat „jonge mensen op het punt staan de staat, de politiek en de politici de rug toe te keren”. Hij zegt dat 46 procent van deze jonge mensen politici ziet als „een stelletje schreeuwers” en 44 procent hen als omkoopbaar beschouwt.

Een Amerikaanse opiniepeiler schreef in de jaren ’70: „Algemeen heerst de mening dat het (politieke) proces zo traag en oneerlijk is, dat het geen middel vormt waarmee kiezers hun doel kunnen verwezenlijken.” Het aantal mensen in de Verenigde Staten dat van mening is dat het politici „niet echt kan schelen wat er met je gebeurt”, is dan ook gestadig gestegen van 29 procent in 1966 tot 58 procent in de jaren ’80. De Duitse krant Stuttgarter Nachrichten vindt dat waardeoordeel terecht en zegt: „Maar al te veel politici hebben allereerst hun eigen belangen op het oog en dan, heel misschien, die van hun kiezers.”

Het is begrijpelijk dat de politieke apathie groeit. In 1980 ging slechts 53 procent van de Amerikaanse kiesgerechtigden naar de stembus. Dit was naar verluidt de vijfde achtereenvolgende daling in de opkomstcijfers. Tegen 1988 was het aantal kiezers gedaald tot slechts 50 procent.

Politici onderkennen het probleem. Een bekend wereldleider gaf toe: „Er is veel huichelarij . . . in het politieke leven.” Uitleggend waarom, zei hij: „Het is nodig om aan het bewind te komen en om aan het bewind te blijven.” De spreker? Ex-president Richard Nixon van de Verenigde Staten. Gezien de schandalen waardoor er een vroegtijdig einde aan zijn presidentschap kwam, zullen weinig mensen eraan twijfelen dat hij wist waar hij over sprak.

Vanwege de politieke tekortkomingen vragen oprechte mensen zich af of een goede regering wel mogelijk is. Zouden wij niet beter af zijn zonder regering? Zou ’geen regering’ misschien de oplossing kunnen zijn?

[Kader op blz. 4]

„Wanneer er geen bekwaam beleid is, komt het volk ten val.” — Spreuken 11:14

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen