Zij bewerken het land nog met paarden
DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN AUSTRALIË
IN DEZE eeuw van hoogontwikkelde technologie zullen sommigen het misschien moeilijk te geloven vinden dat er boeren zijn die hun land nog met paarden bewerken. Maar er zijn plaatsen waar spannen struise trekpaarden worden gebruikt in plaats van trekkers.
Toegegeven, de boerenbedrijven met werkpaarden zijn schaars geworden. Maar toch is er iets voor het gebruik van paarden te zeggen.
Gebruik in de landbouw
Al heel vroeg in de geschiedenis werden paarden als lastdieren gebruikt. Ze worden genoemd in de annalen van de Sumeriërs, de Hethieten, de Egyptenaren en de Chinezen. Maar eeuwenlang was hun gebruik in de landbouw beperkt. Dat kwam omdat men zei dat ossen goedkoper in onderhoud waren en als voedsel voor het gezin konden dienen wanneer ze niet meer konden werken. Maar ossen zijn trager dan paarden.
Tegen de negentiende eeuw had het paard in veel westerse landen de bodembewerking overgenomen. Eén bron schrijft dit ten dele toe aan de „uitvinding van hoger ontwikkelde landbouwmachines die beter aansloten bij de snelle, gelijkmatige actie van de paarden dan bij de trager bewegende ossen”.
Mettertijd hadden rassen zoals de Clydesdale in Schotland, de Suffolk Punch en de Shire in Engeland, alsook de Percheron, voornamelijk in Frankrijk, hun plaats in het agrarische leven gevonden. Deze trage maar oersterke paarden werden gekruist met lichtere om een iets minder sterk maar sneller paard te krijgen. Die speciaal gefokte dieren ging men trekpaarden noemen, zinspelend op hun vermogen om zware lasten te trekken.
Paard vergeleken met trekker
Natuurlijk is er geen paard gefokt dat de trekkracht van een moderne tractor kan evenaren. Maar het zal u misschien verbazen te weten over hoeveel kracht paarden beschikken! In 1890 trokken twee Clydesdales een volgeladen wagen met geblokkeerde wielen! En in 1924 volbracht een koppel Engelse Shires een al even indrukwekkende prestatie, waarbij ze naar schatting een trekkracht van 50 ton uitoefenden!
Trekpaarden zijn ook intelligent en nemen initiatieven. Een span paarden bijvoorbeeld dat een veld omploegt, hoeft bijna niet gestuurd te worden als er een goed ploegpaard bij is. Het ploegpaard zal het span leiden en de vore de hele dag volgen. Men denkt dat spannen zulke uitzonderlijk rechte lijnen kunnen ploegen doordat de paarden oogkleppen dragen en niet achterom kunnen kijken, wat mensen die op een trekker werken dikwijls geneigd zijn wel te doen.
Bovendien kunnen tijdens de oogst paarden wendbaarder zijn dan een trekker. Hun vermogen om een wending van exact 90 graden — en desnoods eentje van 180 graden — te maken betekent dat ze bij het bewerken van het land geen stukje van het veld overslaan.
Paardenspannen in actie
Een span paarden dat op de commando’s van hun bestuurder reageert, is een indrukwekkend gezicht. Een span wordt geleerd op specifieke commando’s te reageren met specifieke manoeuvres, hoewel de precieze taal en uitdrukkingen variëren al naar gelang de menner. De paarden raken vertrouwd met de woordenschat en stemklank van een bepaalde menner. Een karakteristiek fluitje, samen met aansporende woorden van de menner, is wellicht voor de paarden het teken om zich in beweging te zetten.
In Australië wordt het paard aan de rechterkant van het span (van de voerman uit gezien) het vandehandse paard genoemd en het linker paard het bijdehandse paard. Deze aanduiding vindt waarschijnlijk haar oorsprong in de manier waarop de mensen vroeger met hun spannen werkten, waarbij zij gewoonlijk aan de linkerkant liepen.
Wat is het opwindend een span van tien paarden, reagerend op de kreten van de menner, een wending van 90 graden te zien uitvoeren! Om een linkse draai te maken, moet het bijdehandse paard kleine stappen achterwaarts zetten, terwijl de rest van het span in een kwartcirkel om hem heen draait. En als dan de wending naar rechts gemaakt moet worden, moet het vandehandse paard stapjes achterwaarts doen. In drogere klimaten is het een prachtig gezicht het span in een stofwolk te zien verdwijnen en dan als een muur van stampend paardevlees te voorschijn te zien komen nadat de wending is voltooid!
Ieder paard wordt bij zijn naam genoemd en reageert erop al naar de stemklank die door de menner wordt gebruikt. Als één paard het tempo vertraagt, is een scherpe, berispende klank bij het gebruik van zijn naam gewoonlijk alles wat nodig is. In het begin van hun africhting moeten de paarden dikwijls leren dat zo’n stemklank gepaard gaat met de tik van een stok of een zweep. Maar als die les eenmaal is geleerd, zal die straffere maatregel zelden of nooit nodig zijn.
Een typische werkdag
Een boer staat misschien om vijf uur in de ochtend op om de paarden te voeren en zelf te ontbijten terwijl de paarden eten. De paarden leren flink te drinken voordat het werk van de dag begint, want voor de lunch krijgen ze niets meer te drinken. Ieder paard wordt geborsteld voordat het wordt ingespannen. Dit voorkomt huidirritatie en ze vinden het een lekker gevoel. Gewoonlijk komen de paarden om de boer heen staan en wachten geduldig hun beurt af. Dan worden ze samen opgetuigd en ingespannen. Dit alles kan wel een uur of meer duren, afhankelijk van het aantal paarden in het span. Ook worden haverzakken klaargemaakt voor het middagmaal van de paarden. Tenslotte is de menner niet de enige die een lunchpauze verdient!
Het span zwoegt acht tot tien uur zonder mopperen, en als tuig en gareel goed passen, eindigen de paarden de dag niet met pijnlijke opengeschaafde schouders. Als de avond begint te vallen, gaan mens en dier graag richting huis voor een rustig maal, een stevige dronk en een goede rust.
Zij die nog met paarden werken, zullen er vaak snel bij zijn om u te vertellen dat dit veel leuker is dan de hele dag naar het gedaver van machines luisteren. De vredige rust maakt dat een boer zich één voelt met het land. Hij kan de schepping om hem heen van naderbij waarnemen — het geluid van krabbende vogels die de pas omgewoelde aarde in de geploegde voren inspecteren; de geur van vochtig gras; het kraken van de vorst als de ploeg op een koude ochtend door de verkilde aarde snijdt — kleine dingen die meestal voorbijgaan aan de boer die op een lawaaiige trekker zit.
Het is waar, trekkers kunnen 24 uur per dag werken, een prestatie die paarden ze niet nadoen. Het is ook waar dat trekkers meer land kunnen bewerken en minder onderhoud vergen. Maar geen trekker heeft ooit een vertederend kleintje voortgebracht, en dat is slechts een van de genoegens die het werken met paarden onvergelijkelijk maken. Ook kan de menner gezellig met zijn paarden „babbelen” onder het werk. En ze antwoorden met hun gehoorzaamheid, de oren gespitst om elk woord van hem op te vangen.
Het boerenbedrijf betekent hard werken, en soms eentonig werk. Maar voor hen die hun velden nog op de ouderwetse manier ploegen, met paarden, kan vreugde in overvloed het gevolg zijn van een zo nauwe samenwerking met deze gespierde, hardwerkende dieren uit Gods schepping.
[Illustratie op blz. 26]
Paarden kunnen wendbaarder zijn dan een trekker