Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w93 15/11 blz. 28-30
  • Waarom een fout toegeven?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom een fout toegeven?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Geen reden tot wanhoop
  • Nederigheid, een uiterst belangrijke hoedanigheid
  • Zij gaven fouten toe
  • Iets doen aan onze fouten
  • Wanneer een ouderling een fout maakt
  • Wees er snel bij een fout toe te geven
  • Fouten toegeven schenkt geluk
  • Hoe verstandig het is openlijk uit te komen voor een fout
    Ontwaakt! 1973
  • Wat moet ik doen als ik iets stoms gedaan heb?
    10 vragen van jongeren
  • Wees groot genoeg om een fout toe te geven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1973
  • Hoe kan ik met mijn fouten leren omgaan?
    Vragen van jongeren
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
w93 15/11 blz. 28-30

Waarom een fout toegeven?

HET was een van de ongebruikelijkste ontmoetingen in de krijgsgeschiedenis. Een ongewapende afgezante liet 400 door de oorlog geharde soldaten, die vastbesloten waren om een belediging te wreken, rechtsomkeert maken. Na het horen van de smeekbeden van slechts één dappere vrouw zag de leider van die mannen van zijn missie af.

Die leider was David, die later koning van Israël werd. Hij luisterde naar de vrouw Abigaïl omdat hij God wilde behagen. Toen zij hem tactvol liet zien dat wraak op haar man, Nabal, tot bloedschuld zou leiden, riep David uit: „Gezegend zij Jehovah, de God van Israël, die u deze dag gezonden heeft om mij te ontmoeten! En gezegend zij uw verstandigheid, en gezegend zijt gij, die mij deze dag ervan afgehouden hebt in bloedschuld te geraken en mijn eigen hand tot mijn redding te laten komen.” David was dankbaar dat God Abigaïl gebruikte om hem ervan te weerhouden een ernstige fout te begaan. — 1 Samuël 25:9-35.

In een psalm vroeg David: „Fouten — wie kan ze onderscheiden?” (Psalm 19:12) Net als hij zijn wij ons wellicht niet bewust van onze fouten tenzij iemand ons erop wijst. Bij andere gelegenheden worden wij door onaangename gevolgen gedwongen te beseffen dat wij verkeerd, onverstandig of onvriendelijk hebben gehandeld.

Geen reden tot wanhoop

Hoewel wij allemaal fouten maken, hoeven deze geen reden tot wanhoop te zijn. De diplomaat Edward John Phelps merkte op: „Hij die geen fouten maakt, maakt gewoonlijk niets.” En de christelijke discipel Jakobus zei: „Wij allen struikelen vele malen” (Jakobus 3:2). Zou een kind leren lopen zonder ooit te vallen? Nee, want een kind leert van zijn fouten en blijft het proberen totdat het zijn evenwicht kan bewaren.

Om een evenwichtig leven te leiden, moeten ook wij van onze fouten en van die van anderen leren. Aangezien de bijbel de ervaringen van velen vertelt wier omstandigheden wellicht met de onze overeenkomen, kunnen wij worden geholpen te vermijden dat wij dezelfde fouten als zij maken. Wat kunnen wij dan van hun fouten leren?

Nederigheid, een uiterst belangrijke hoedanigheid

Eén les is dat God niet iedereen die fouten maakt, veroordeelt, maar alleen degenen die weigeren ze indien mogelijk te corrigeren. Koning Saul van Israël negeerde Jehovah’s instructies in verband met de uitroeiing van de Amalekieten. Toen de profeet Samuël hem daarmee confronteerde, vergoelijkte Saul de zaken eerst en probeerde vervolgens de schuld op anderen te schuiven. Het gezichtsverlies in het bijzijn van zijn mannen hield hem meer bezig dan het rechtzetten van de fout. Daarom ’verwierp Jehovah hem als koning’. — 1 Samuël 15:20-23, 30.

Hoewel Sauls opvolger, David, ernstige fouten beging, ontving hij vergeving omdat hij nederig raad en streng onderricht aanvaardde. Davids nederigheid bewoog hem ertoe acht te slaan op de woorden van Abigaïl. Zijn troepen waren klaar voor de strijd. Toch gaf David in het bijzijn van zijn mannen toe dat hij een overhaast besluit had genomen. Deze nederigheid heeft David zijn hele leven geholpen vergeving te vragen en zijn daden te corrigeren.

Nederigheid beweegt Jehovah’s dienstknechten er ook toe onnadenkende opmerkingen terug te nemen. Tijdens een zitting van het Sanhedrin gaf de hogepriester opdracht Paulus te slaan. De apostel antwoordde fel: „God zal u slaan, gij witgekalkte muur” (Handelingen 23:3). Paulus besefte, misschien door een slecht gezichtsvermogen, niet tot wie hij sprak, totdat omstanders vroegen: „Beschimpt gij de hogepriester van God?” Daarop erkende Paulus onmiddellijk zijn fout door te zeggen: „Ik wist niet, broeders, dat hij hogepriester was. Want er staat geschreven: ’Gij moogt niet nadelig spreken over een regeerder van uw volk’” (Handelingen 23:4, 5; Exodus 22:28). Ja, Paulus gaf zijn fout nederig toe.

Zij gaven fouten toe

De bijbel laat ook zien dat sommigen hun verkeerde denkwijze corrigeerden. Neem nu bijvoorbeeld de psalmist Asaf eens. Omdat het goddeloze mensen goed scheen te gaan, zei hij: „Waarlijk, het is tevergeefs dat ik mijn hart heb gereinigd.” Maar Asaf kwam tot bezinning nadat hij naar Jehovah’s huis was gegaan en over de voordelen van de zuivere aanbidding had gemediteerd. Bovendien gaf hij zijn fout toe in Psalm 73.

Ook Jona liet toe dat zijn zienswijze door verkeerde gedachten werd vertroebeld. Na in Nineve gepredikt te hebben, bekommerde hij zich er meer om dat hij persoonlijk gerechtvaardigd werd dan dat de inwoners van de stad gespaard bleven. Jona was misnoegd toen Jehovah de Ninevieten, die weliswaar berouw hadden, niet strafte, maar God corrigeerde hem. Jona ging beseffen dat zijn zienswijze verkeerd was, want in het bijbelboek dat zijn naam draagt, worden zijn fouten eerlijk erkend. — Jona 3:10–4:11.

De man Job, die er ten onrechte van uitging dat Jehovah God, niet Satan de Duivel, de oorzaak van zijn ellende was, probeerde aan te tonen dat hij zijn lijden niet had verdiend. Hij was zich niet bewust van de belangrijker kwestie die in het geding was: Zouden Gods dienstknechten onder beproeving loyaal aan hem blijven? (Job 1:9-12) Nadat Elihu en vervolgens Jehovah Job hadden geholpen zijn fout in te zien, gaf hij toe: „Ik [heb] gesproken, maar zonder begrip te hebben . . . Daarom herroep ik, en ik heb werkelijk berouw in stof en as.” — Job 42:3, 6.

Fouten toegeven helpt ons een goede verhouding met God te bewaren. Zoals uit de bovenstaande voorbeelden blijkt, zal hij ons niet om onze fouten veroordelen als wij ze toegeven en doen wat wij kunnen om een verkeerde denkwijze, onnadenkende woorden of onbezonnen daden te corrigeren. Hoe kunnen wij deze kennis toepassen?

Iets doen aan onze fouten

Een fout nederig erkennen en er iets aan doen, kan de gezinsband versterken. Een ouder is bijvoorbeeld door vermoeidheid of ergernis misschien te hard geweest toen hij zijn kind streng onderricht gaf. Als hij deze fout weigert te corrigeren, kan dit nare gevolgen hebben. Daarom schreef de apostel Paulus: „Vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah grootbrengen.” — Efeziërs 6:4.

Een jonge christen, Paul genaamd, vertelt vertederd: „Papa bood altijd zijn excuses aan als hij vond dat hij te heftig had gereageerd. Dat hielp mij hem te respecteren.” Of een verontschuldiging in een bepaalde situatie noodzakelijk is, moet ieder voor zichzelf bepalen. Maar excuses moeten worden gevolgd door oprechte krachtsinspanningen om soortgelijke fouten in de toekomst te vermijden.

En als nu een echtgenoot of een echtgenote een fout maakt die de ander verdriet doet? Openlijk toegeven, een welgemeende verontschuldiging en een vergevensgezinde geest zullen hen helpen hun liefdevolle band te bewaren (Efeziërs 5:33; Kolossenzen 3:13). Jesús, een temperamentvolle Spanjaard van in de vijftig, is niet te trots om zijn vrouw Albina zijn excuses aan te bieden. „Wij bieden altijd onze verontschuldigingen aan als wij elkaar hebben gekwetst”, zegt zij. „Dit helpt ons in liefde met elkaar om te gaan.”

Wanneer een ouderling een fout maakt

Door hun fouten toe te geven en zich oprecht te verontschuldigen zullen ook christelijke ouderlingen geholpen worden in harmonie met elkaar samen te werken en ’elkaar eer te betonen’ (Romeinen 12:10). Een ouderling aarzelt misschien een fout toe te geven omdat hij bang is dat dit zijn gezag in de gemeente zal ondermijnen. Maar een fout trachten te rechtvaardigen, ontkennen of vergoelijken zal er veel eerder toe leiden dat anderen hun vertrouwen in zijn leiding verliezen. Een rijpe broeder die zich, misschien voor een onnadenkende opmerking, nederig verontschuldigt, wint het respect van anderen.

Fernando, een ouderling in Spanje, herinnert zich een gelegenheid waarbij een kringopziener die een grote vergadering van ouderlingen leidde, een onjuiste bewering deed over de wijze waarop een vergadering gehouden dient te worden. Toen een broeder de kringopziener respectvol corrigeerde, gaf deze onmiddellijk toe dat hij het bij het verkeerde eind had. Fernando vertelt: „Toen ik hem in het bijzijn van al die ouderlingen zijn fout zag toegeven, maakte dit een diepe indruk op mij. Ik respecteerde hem nog veel meer na die verontschuldiging. Zijn voorbeeld leerde mij hoe belangrijk het is mijn eigen tekortkomingen te erkennen.”

Wees er snel bij een fout toe te geven

Een verontschuldiging wordt gewoonlijk op prijs gesteld, vooral als die snel wordt aangeboden. Het is zelfs zo dat hoe eerder wij een fout toegeven, hoe beter het is. Ter illustratie: Op 31 oktober 1992 gaf paus Johannes Paulus II toe dat de inquisitie 360 jaar geleden Galilei „ten onrechte” had gestraft voor zijn bewering dat de aarde niet het middelpunt van het universum is. Maar een verontschuldiging zo lang uitstellen, vermindert de waarde ervan.

Hetzelfde geldt voor persoonlijke relaties. Door een snelle verontschuldiging kan een wond, veroorzaakt door onvriendelijke woorden of daden, worden genezen. Jezus spoorde ons aan niet te talmen met het sluiten van vrede, en zei: „Wanneer gij . . . uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave” (Mattheüs 5:23, 24). Vaak hoeven wij, om de vredige betrekkingen te herstellen, alleen maar toe te geven dat wij de zaken verkeerd hebben aangepakt en om vergeving te vragen. Hoe langer wij hiermee wachten, hoe moeilijker het wordt.

Fouten toegeven schenkt geluk

Zoals de voorbeelden van Saul en David illustreren, kan de wijze waarop wij met onze fouten omgaan, ons leven beïnvloeden. Saul verzette zich koppig tegen raad, en maakte nog meer fouten, wat uiteindelijk tot zijn dood in Gods ongenade leidde. David daarentegen aanvaardde ondanks zijn fouten en zonden berouwvol correctie en bleef trouw aan Jehovah. (Vergelijk Psalm 32:3-5.) Is dat niet onze wens?

De grootste beloning voor het toegeven en rechtzetten van een fout of voor berouw van zonde is de wetenschap dat wij vergeving van God hebben ontvangen. „Gelukkig is hij . . . wiens zonde wordt bedekt”, zei David. „Gelukkig is de mens wie Jehovah de dwaling niet toerekent” (Psalm 32:1, 2). Wat is het dus verstandig om een fout toe te geven!

[Illustratie op blz. 29]

Zou een kind leren lopen zonder ooit te vallen?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen