Spreek uit de overvloed van je hart
1 „Een goed mens brengt uit de goede schat van zijn hart het goede voort, . . . want uit de overvloed des harten spreekt zijn mond” (Luk. 6:45). Deze woorden van wijsheid werden door Jezus uitgesproken en ze dienen een diepgaande en duurzame uitwerking te hebben op allen die de goedkeuring van onze God en Schepper, Jehovah, wensen te bezitten. Dag in dag uit wordt de mensheid met problemen van het leven geconfronteerd die niet bevorderlijk zijn voor het voortbrengen van de goede werken waardoor iemand als een ijverige volgeling van de Heer Jezus wordt geïdentificeerd. Het hart van de mensen in het algemeen is door hun omgeving verhard, net zoals Farao, wiens hart ’verstokt werd’ tegen God.
2 Vele verharde harten zijn zacht gemaakt door de genezende kracht van Gods Woord en de overvloedige waarheden die erin staan. Het bijbelse verslag spreekt zelfs over een groot gemengd gezelschap dat samen met de Israëlieten Egypte verliet toen de tiende plaag het land trof. Hun hart was klaarblijkelijk zacht gemaakt door de tentoonspreiding van Jehovah’s macht (Ex. 12:38). Maar hoe staat het met ons? Brengen wij uit de overvloed van ons hart goede dingen voort die een zegen zijn voor ons en voor degenen met wie wij omgaan? Hoe weten wij of wij goede dingen in ons hart hebben en of wij in staat zijn goede dingen te spreken en te doen?
3 Je kunt jezelf de volgende vragen stellen: Heb ik nu nog net zo veel vreugde als toen ik voor het eerst hoorde over de redding waarin Jehovah door bemiddeling van Jezus voorziet en met Jehovah’s volk begon om te gaan? Tegen het jaar 96 G.T. werd van de christelijke gemeente in Efeze gezegd dat zij de liefde die zij eerst bezaten, verlaten hadden, en daarom ontvingen zij krachtige raad. — Openb. 2:4.
4 Interesseer ik mij nog net zo sterk voor een voortdurende persoonlijke studie van Jehovah’s Woord als toen ik voor het eerst zijn grootse voornemen door bemiddeling van Jezus leerde kennen? De apostel Paulus spoorde Timótheüs ertoe aan voortdurend aandacht aan zichzelf en aan zijn onderwijs te schenken (1 Tim. 4:16). Dit hield in dat Timótheüs persoonlijk aandacht aan Gods Woord moest blijven schenken, zoals hij dat van kindsbeen af had gedaan.
5 Grijp ik gelegenheden aan om anderen te vertellen over mijn krachtige hoop op God en zijn toekomstbeloften voor de mensheid? De bijbel staat vol met verslagen over vroege christenen die zich inspanden om de waarheid aan anderen door te geven. Jezus, Paulus, Petrus, Barnabas, Timótheüs, Silas en anderen treden op de voorgrond als voortreffelijke voorbeelden van personen wier hart tot overvloeiens toe gevuld was met goede dingen die zij aan anderen doorgaven. — Matth. 4:23; Hand. 5:42; 13:1-5.
6 Gedraag ik mij dagelijks op zo’n manier dat anderen kunnen zien dat ik datgene waarover ik tot anderen spreek, in praktijk breng? Paulus toonde aan hoe krachteloos iemands woorden zouden zijn indien zijn gedrag niet met zijn woorden zou overeenstemmen. Hij schreef aan de christenen te Rome: „Gij die predikt: ’Steel niet’, steelt gij? Gij die zegt: ’Pleeg geen overspel’, pleegt gij overspel?” Hij toonde verder aan dat wat iemand innerlijk is, bij God telt en voor de mensen het bewijs vormt dat hij inderdaad een volgeling van Christus is. — Rom. 2:21-29.
7 In het begin van dit artikel werd gezegd dat de mensheid in deze tijd wordt geconfronteerd met problemen die niet bevorderlijk zijn voor het voortbrengen van goede werken. Aan alle kanten zien wij dat geweld, misdaad, immoraliteit en haat het hart van vele mensen vervult. Dikwijls wordt onze boodschap onbeleefd afgewezen en daardoor worden wij misschien ontmoedigd. Vooral op die momenten is het nodig dat wij ons door bemiddeling van Christus tot Jehovah om hulp wenden. Wij doen er goed aan ons alle goede dingen die wij hebben, in herinnering te brengen, ons hart er tot overvloeiens toe mee te vullen en vervolgens krachtsinspanningen te doen om anderen te helpen.
8 Er bestaat geen betere manier om te laten zien waarmee ons hart tot overvloeiens toe vervuld is dan dit goede nieuws met anderen te delen. Gedurende deze maand mei zullen wij die inlichtingen verschaffen aan degenen die wij in onze dagelijkse contacten door middel van het van-huis-tot-huiswerk, op straat, in winkels en bij andere informele gesprekken tegenkomen. Mogen wij allen te zamen het goede uit de goede schat van ons hart voortbrengen, want uit de overvloed des harten zal onze mond spreken.