„Goddelijke liefde”-districtscongressen in 1980
De hoedanigheid goddelijke liefde maakt dat wij dichter tot Jehovah, tot zijn Zoon en tot elkaar worden getrokken en dat wij ons er altijd krachtig voor zullen inspannen niet van elkaar te vervreemden. Wij zijn er zeker van dat deze zelfde aantrekkingskracht ons ertoe zal brengen een van de zesa „Goddelijke liefde”-districtscongressen in ons land te bezoeken, het programma van het begin tot het eind bij te wonen en aan het einde ervan te zeggen: ’Wat jammer dat het weer voorbij is!’ Niemand van ons kan één enkel programmaonderdeel missen. De openingstoespraken op donderdag bereiden ons voor op wat er komen gaat, en ze helpen ons de ’geest’ van het hele congres te pakken te krijgen. Er is al veel informatie verschaft om ons te helpen bij onze plannen het congres te bezoeken. In „De Wachttoren” van 1 mei staat vermeld waar en wanneer de zes congressen worden gehouden. In „Onze Koninkrijksdienst” van december 1979 wordt een aanbevolen indeling verschaft voor het congres waaraan jullie gemeente is toegewezen.
Ons voorbeeld, Jezus Christus, leerde ons dat het gelukkiger is te geven dan te ontvangen (Hand. 20:35). Het is daarom goed ook aandacht te schenken aan wat wij op het congres kunnen geven en niet alleen aan wat wij zullen ontvangen. Met dat doel verschaffen wij de volgende inlichtingen.
PROGRAMMA: „Wie is wijs? Hij zal zowel deze dingen waarnemen als zich opmerkzaam betonen ten opzichte van Jehovah’s daden van liefderijke goedheid” zegt de psalmist in Psalm 107:43. Zo’n opmerkzaamheid houdt in dat wij, met een ontvankelijke houding, onze geest richten op de dingen die worden geboden. Het woord opmerkzaam omvat ook de gedachte van zich bewust zijn van het gerief van anderen, dat wil zeggen, hoffelijk zijn. Daarom moeten wij niet alleen opmerkzaam zijn ten aanzien van de dingen die vanaf het podium worden geboden, maar ook ten aanzien van de behoeften van anderen. In de eerste eeuw streefden velen ernaar op de voorste plaatsen te zitten om meer eer te ontvangen. Nu willen velen ook graag op die plaatsen zitten, niet om de eer, maar eenvoudig om zo min mogelijk afgeleid te worden, hetgeen soms door onnodig lawaai wordt veroorzaakt, of doordat sommigen rondlopen, of door andere onnadenkende daden van medebezoekers. Christelijke liefde zal ons ertoe aanzetten zorgvuldig te luisteren naar alles wat er vanaf het podium wordt geboden en onszelf en ons gezin erin te oefenen niets te doen wat degenen die in onze omgeving zitten, onnodig zal afleiden. Aangezien de gewoonten die wij op onze plaatselijke vergaderingen aankweken, deze zomer op het congres tot uiting zullen komen, waarom zullen wij er dan nu al niet mee beginnen waar nodig verbeteringen aan te brengen met betrekking tot deze kwestie van opmerkzaamheid?
MUZIEK: Er is weer gezorgd voor speciale muziek om naar te luisteren en ter begeleiding van het gemeenschappelijke zingen. Zingen is een voortreffelijke manier om uiting te geven aan wat er in ons hart leeft. Wij moedigen je ertoe aan op het congres uit volle borst Jehovah’s lof te zingen.
GEDRAG: Het ware christendom is een levenswijze, niet gewoon iets waarvan wij lid zijn. Wanneer wij als christelijke getuigen van Jehovah in groten getale bijeenkomen, draagt de tentoonspreiding van christelijke eigenschappen tot een krachtig getuigenis bij. Onze congressen krijgen dikwijls veel publiciteit, dus wij hebben een uitstekende gelegenheid om God door ons voortreffelijke gedrag te verheerlijken (1 Petr. 2:12). Pas ervoor op dat je geen enkele aanleiding geeft dat er schimpend over de weg der waarheid wordt gesproken. — 2 Kor. 6:3; 2 Petr. 2:2.
In „Onze Koninkrijksdienst” van april 1978 en juni 1979 werd veel goede raad gegeven over het bewaren van een eerbaar gedrag tijdens congressen. Het zou goed zijn wanneer je deze inlichtingen bij wijze van geheugensteuntje nog eens doorleest. Een van de doeleinden van onze bijeenkomsten is ’elkaar aan te moedigen’. Is het jou ook wel eens overkomen dat je bij de een of andere gelegenheid diep onder de indruk kwam van of aangemoedigd werd door het gedrag van mede-Getuigen, in tegenstelling tot dat van mensen in het algemeen? Het was misschien hun vriendelijkheid en hun geduld terwijl zij in een rij stonden te wachten, de consideratie waarvan zij in het verkeer blijk gaven, de bij heilige mensen passende reinheid en bescheidenheid die door hun kleding werden weerspiegeld, de oprechte eerbied voor ouders en andere oudere personen, de liefdevolle en volhardende opleiding van de jeugd, de vriendelijke uitingen van dankbaarheid voor diensten die hetzij door medechristenen of door wereldse mensen werden verleend, enzovoort. Wat bijvoorbeeld dit laatste punt betreft, hoewel het een persoonlijke zaak is die van de omstandigheden afhangt, kan het in acht nemen van de gewoonte om bepaalde personeelsleden van hotels, motels en restaurants een fooi te geven, van grote invloed zijn op de reputatie die wij genieten bij wereldse mensen die ons verscheidene diensten verlenen. De wereld neemt dingen als vanzelfsprekend aan en is in de grond der zaak egocentrisch. Ware christenen zijn niet zo, maar nemen veeleer de leiding in „het betonen van eer aan elkaar”, terwijl zij anderen behandelen zoals zij zelf graag behandeld zouden willen worden. — Hebr. 10:25; 1 Petr. 1:15, 16; Rom. 12:10.
Eén terrein dat nog steeds aandacht nodig heeft, is de kwestie van het bezet houden van overmatig veel zitplaatsen. Dit probleem is op verscheidene manieren benaderd, maar de beste benaderingswijze is deze kwestie te bezien vanuit de essentiële christelijke hoedanigheid liefde. Wanneer het Genootschap regelingen voor congressen treft, wordt ernaar gestreefd een vergadergelegenheid niet tot de totale capaciteit te vullen maar nog wat extra ruimte over te laten. Natuurlijk kunnen er zich soms omstandigheden voordoen die hierop van invloed zijn, maar wij zijn blij te zien dat de meerderheid van onze broeders en zusters in staat is hun medewerking te verlenen door het congres te bezoeken in de plaats die voor hun gemeente wordt aanbevolen. Dus, broeders en zusters, wellicht is het goed dat een ieder van ons opnieuw beschouwt wat onze houding is ten aanzien van het bezetten van zitplaatsen op het congres. Waarom vraag je jezelf niet in alle oprechtheid af: Zoek ik altijd het vak uit waar iedereen het liefst zit, of ga ik, als mijn gezondheid en de omstandigheden dat toelaten, ook eens een keer ergens op een plaats zitten die niet zo aantrekkelijk is of die moeilijker te bereiken is, zodat ouderen of nieuwelingen geen ongemak ondervinden? Spreid ik mijn bezittingen uit op de stoelen naast mij, zodat anderen denken dat ze bezet zijn? Zou het niet van consideratie getuigen wanneer ik op z’n minst 10 of 15 minuten voordat het programma begint mijn spullen weghaal van de stoelen die nog niet bezet zijn, zodat anderen geen ongemak ondervinden doordat zij onnodig naar zitplaatsen moeten zoeken of dienstverleners in de onaangename positie worden geplaatst dat zij er op moeten aandringen dat de spullen worden verwijderd? Houd ik mijn gezin bij elkaar of weet ik waar andere leden van het gezin gaan zitten, zodat gezinsleden niet onnodig zitplaatsen voor elkaar bezet houden? Volg ik in deze zitplaatsenkwestie welwillend de aanwijzingen van dienstverleners op? Hoe laat mijn vurige ijver zitplaatsen te bezetten, zich vergelijken met mijn vurige verlangen zelf tot aan het einde van elk programmaonderdeel te blijven zitten ten einde niets te missen? Spoor ik in deze zitplaatsenkwestie „tot liefde en voortreffelijke werken” aan?
SPECIALE VELDDIENSTMIDDAG: In de directe omgeving van vijf „Goddelijke liefde”-districtscongressen die in Nederland worden gehouden, wonen meer dan 700.000 mensen. Zou er een betere manier zijn om onze liefdevolle belangstelling voor deze duizenden mensen te tonen dan door er werkelijk moeite voor te doen om, als een onderdeel van onze congresactiviteit, de Koninkrijksboodschap met hen te delen? Met dat doel is de vrijdagmiddag voor speciale velddienst gereserveerd. Aangezien het programma tegen 1.00 uur zal eindigen, dient het mogelijk te zijn dat de aanwezigen op het congresterrein iets eten, in groepjes worden ingedeeld en tegen ongeveer 2.00 uur in het gebied zijn. Er zullen regelingen worden getroffen voor verschillende takken van velddienst en het zou passend zijn wanneer ouderlingen en dienaren in de bediening de leiding over groepjes nemen. Wij moedigen iedereen aan een velddiensttas, de lopende tijdschriften en een bijbel mee te nemen. Alles wat er nog meer nodig is, alsmede verdere details over de dienst van die middag, zal op het congres worden bekendgemaakt. Wij zijn er zeker van dat de inhoud van het ochtendprogramma jullie enthousiast zal maken om vrijdagmiddag een aandeel aan de velddienst te hebben.
VRIJWILLIGERSDIENST: Velen zijn onder de indruk gekomen van de bereidheid en de gewilligheid van Jehovah’s volk om noodzakelijke werkzaamheden, dikwijls de minste karweitjes, te verrichten. Dit jaar gaan wij weer volgens dezelfde regeling voor de vrijwilligersdienst te werk zoals die op bladzijde 4 en 5 van het inlegvel van „Onze Koninkrijksdienst” van juni 1979 werd uiteengezet. Het komt erop neer dat degenen die met de zorg voor een afdeling zijn belast of andere taken behartigen, personen uitnodigen om hen te helpen, waarbij zij dikwijls gebruik maken van de kringvergaderingsorganisatie en ook via de congrescoördinator verschillende groepen vrijwilligers samenstellen. Er wordt werkelijk moeite gedaan om het werk tot het strikt noodzakelijke te beperken, en je kunt er dus zeker van zijn dat je, als aan jou wordt gevraagd te helpen of als je bij een groep vrijwilligers bent ingedeeld, werk doet dat noodzakelijk is en dat heel erg gewaardeerd wordt. Er zal een afdeling Vrijwilligers op het congres zijn, waar vrijwilligers zich op het laatste moment kunnen opgeven en naar de afdeling kunnen worden gestuurd die hulp nodig heeft.
VOEDSELDIENST: Er zal, net als vorig jaar, ten behoeve van jullie op elk congres in voedsel en drank worden voorzien. Deze regeling wordt altijd erg gewaardeerd door onze broeders en geïnteresseerden. Het is goed te weten dat onze broeders op alle congressen liefdevol voor onze behoefte aan voedsel zullen zorgen. Evenals Jezus dit bij meer dan één gelegenheid ondervond, heeft het voeden van grote aantallen mensen natuurlijk soms tot gevolg dat er een overschot is omdat wij niet willen dat er ook maar iemand hongerig naar huis gaat (Matth. 14:14-21). Wij zijn dankbaar voor de hulp van degenen die dit begrijpen en die daarom na afloop van het congres wat van het overgebleven voedsel kopen om mee naar huis te nemen. De hoeveelheid voedsel wordt grotendeels berekend naar het verwachte aantal aanwezigen, waarbij er van uit wordt gegaan dat de meesten van de regeling gebruik zullen maken.
Opnieuw zullen, alleen voor de verkoop van voedsel, congresbonnen — verdeeld in 40 coupons van 25 cent — op de congressen worden gebruikt. Deze bonnen zijn reeds in de gemeente verkrijgbaar. Wij raden jullie aan van tevoren voldoende bonnen te kopen om de eerste twee of drie dagen van het congres in de behoeften van jezelf en je gezin te voorzien. Jullie medewerking in dit opzicht wordt op prijs gesteld, niet alleen omdat hierdoor op het congres minder met geld gewerkt behoeft te worden, maar ook omdat hierdoor de opstopping en het ongemak op de eerste dag als gevolg van lange rijen bij de kassiers, worden voorkomen. Deze bonnen mogen ook worden gebruikt voor het kopen van voedsel dat over is.
Wij zien uit naar de goede dingen die Jehovah in verband met de „Goddelijke liefde”-districtscongressen voor ons in petto heeft en wij zijn ervan overtuigd dat de inlichtingen die wij hierbij hebben verschaft, jullie zullen helpen bij het maken van plannen om het congres te bezoeken. Jullie ijver in deze kwestie zal beslist een rijke beloning van onze liefdevolle God Jehovah met zich brengen. — Hebr. 11:6.
Geheugensteuntjes voor districtscongres
HUISVESTING: Wie graag huisvesting of een plaats voor een tent wil hebben, kan hiervoor een Aanvraagformulier invullen. De betreffende aanvraagformulieren zijn reeds naar de gemeenten verzonden. Dit formulier dient netjes en nauwkeurig te worden ingevuld en aan de congrescoördinator te worden gegeven. Deze zal het zorgvuldig controleren en ondertekenen en opsturen naar het huisvestingsbureau voor het congres dat je zult bijwonen. Als je een toewijzing voor een kamer ontvangt en later je plannen moet wijzigen, licht dan zo spoedig mogelijk de huisbewoner en de afdeling Huisvesting van het congres hierover in zodat de kamer voor een nieuwe toewijzing kan worden gebruikt. Dit jaar zal er alleen in Enschede een eigen tentenkamp zijn. Wanneer je voor een van de andere congressen kampeergelegenheid aanvraagt, zal het betreffende congresbureau wellicht een plaats voor jou kunnen reserveren op een van de wereldse kampeerterreinen. Wanneer jullie hier gebruik van willen maken, moedigen wij jullie aan zo spoedig mogelijk het aanvraagformulier in te vullen en aan de congrescoördinator te geven.
DOOP: De doop zal op zaterdag zijn. Zij die hun opdracht door middel van de waterdoop willen symboliseren, dienen voor het congres de 80 vragen en hoofdstuk 6 uit het Organisatie-boek met de ouderlingen te hebben doorgenomen. Wij verzoeken iedereen die gedoopt wil worden, zelf badgoed en handdoek mee te nemen.
PROGRAMMATIJDEN: Het getuigt van wijsheid en het geeft blijk van waardering wanneer wij op onze plaats zitten wanneer het programma begint. Op donderdag en vrijdag zal dat om 9.50 uur zijn en op zaterdag en zondag om 9.30 uur. Wij spreiden dezelfde hoedanigheden ten toon wanneer wij ons voornemen niet weg te gaan voordat het programma is afgelopen. Op donderdag zal het programma om 4.50 uur met lied en gebed worden besloten. Vrijdagmiddag zal worden gereserveerd voor een speciale krachtsinspanning in de velddienst en het programma zal daarom om 1.00 uur zijn afgelopen. Op zaterdag zal er om 5.00 uur met lied en gebed worden besloten en zondag om 4.40 uur.
VERGADERING VOOR GEGADIGDEN VOOR BETHELDIENST EN DEGENEN DIE AAN DE NIEUWBOUW IN EMMEN WILLEN WERKEN: Zaterdag om 1.00 uur zal er een vergadering zijn voor alle opgedragen verkondigers tussen de 19 en 35 jaar die belangstelling voor de Betheldienst hebben en ook voor degenen die belangstelling hebben om aan de nieuwbouw in Emmen mee te werken, doch voor deze laatste groep gelden de genoemde leeftijdsgrenzen niet.
PIONIERSLEGITIMATIE: Alle gewone en speciale pioniers dienen hun Pionierslegitimatie en toewijzingskaart mee naar het congres te nemen zodat zij zich kunnen legitimeren voor het verkrijgen van lectuur tegen pioniersprijzen en eventuele nieuwe vrijgaven. Zij die vanaf 1 februari 1980 of eerder in de pioniersdienst zijn zullen echter bovendien een „Pionierslegitimatie Congres 1980” omhangen. Het bureau stuurt deze legitimatie naar de gemeente. Deze speciale legitimatie geeft de pionier het recht op het congresterrein congresbonnen te ontvangen. Behandel deze kaart even zorgvuldig als geld. Tijdens het congres kan deze niet vervangen worden.
LAPELKAARTJES: Deze kaartjes dienen een tweeledig doel: het congres wordt erdoor aangekondigd en het vergemakkelijkt de kennismaking met onze op het congres aanwezige broeders en zusters. Gelieve de lapelkaartjes daarom zowel op het congres als op de reis van en naar het congres te dragen. Je ontvangt ze via de gemeente. Je zult bemerken dat het ontwerp van het lapelkaartje het mogelijk maakt dit kaartje tot aan het congres van volgend jaar zomer ook op kringvergaderingen te gebruiken. De lapelkaartjes kosten ƒ 0,05 en de plastic houders ƒ 0,35.
EEN WOORD TER WAARSCHUWING: Doe je auto, waar je hem ook parkeert, altijd op slot en laat nooit iets zichtbaar liggen. Doe je bezittingen, indien mogelijk, in de afgesloten kofferruimte. Pas ook op voor dieven en zakkenrollers die door grote menigten aangetrokken worden. Laat ook geen waardevolle dingen op de zitplaatsen op het congres liggen.
[Voetnoten]
a Vijf Nederlandse congressen en één Italiaans congres.