Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w23 februari blz. 26-30
  • Ik heb geloof zien gedijen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Ik heb geloof zien gedijen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2023
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • NOORD-IERLAND: LAND VAN DE BOM EN DE KOGEL
  • SIERRA LEONE: GELOOF ONDANKS ARMOEDE
  • NIGERIA: WENNEN AAN EEN NIEUWE CULTUUR
  • KENIA: GEDULDIGE BROEDERS EN ZUSTERS
  • VS: GELOOF ONDANKS WELVAART
  • Jehovah heeft me opgetild
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2014
  • Opgetild naar grote hoogten
    Levensverhalen van Jehovah’s Getuigen
  • ’Liefhebben met de daad en in waarheid’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • ‘Degenen die naar je luisteren’ worden gered
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2019
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2023
w23 februari blz. 26-30
Robert Landis.

LEVENSVERHAAL

Ik heb geloof zien gedijen

VERTELD DOOR ROBERT LANDIS

HEB jij weleens een gesprek gehad dat voor jou heel bepalend is geweest? Voor mij was dat een gesprek van een jaar of 50 geleden in Kenia. Met een vriend was ik al een paar maanden aan het reizen. Op een avond hadden we het bij een kampvuur over een film met een religieus onderwerp. Mijn vriend zei: ‘Het geeft een verkeerd beeld van de Bijbel.’

Ik moest lachen, want ik had niet gedacht dat mijn vriend gelovig was. ‘Wat weet jij van de Bijbel?’, vroeg ik. Het duurde even voor hij antwoord gaf. Maar toen vertelde hij dat zijn moeder een Getuige van Jehovah was en dat hij van haar het een en ander had geleerd. Nieuwsgierig vroeg ik hem meer te vertellen.

Ons gesprek ging tot diep in de nacht door. Mijn vriend zei dat volgens de Bijbel Satan de heerser van de wereld is (Joh. 14:30). Misschien weet jij dat al je hele leven, maar ik stond er perplex van. Ik had altijd gehoord dat een goede God het voor het zeggen had. Alleen was dat voor mij niet te rijmen met wat ik in het leven had gezien. Hoewel ik nog maar 26 was, had ik al veel gezien waar ik over inzat.

Mijn vader was piloot geweest bij de Amerikaanse luchtmacht. Als kind kreeg ik dus heel goed mee hoe reëel de dreiging van een kernoorlog was. Het leger zat met de vinger bij de knop. Mijn studietijd in Californië werd overschaduwd door de oorlog in Vietnam. Ik deed mee aan studentenprotesten. Politieagenten joegen ons met knuppels achterna terwijl wij proestend en half verblind door traangas op de vlucht sloegen. Het was een tijd van oproer en onrust. Er waren politieke moorden, demonstraties en rellen. Ideeën en meningen wervelden rond als bladeren in de wind. Het was allemaal heel verwarrend.

Robert staat bij zijn motor en toont op een kaart de route die hij heeft gevolgd.

Van Londen naar Midden-Afrika

In 1970 nam ik aan de noordkust van Alaska een baan aan waarmee ik veel geld verdiende. Later vloog ik naar Londen, waar ik een motor kocht en zonder specifieke bestemming in gedachten richting het zuiden reed. Maanden later bereikte ik Afrika. Onderweg had ik verschillende mensen ontmoet die ook wensten dat ze weg konden komen, dat ze op een of andere manier konden losbreken en ontsnappen aan hun verstikkende omstandigheden.

Door wat ik had gezien en gehoord, klonk wat de Bijbel zei over een kwade geest die de dingen op aarde manipuleerde voor mij heel logisch. Maar waar was God in dat plaatje? Dat wilde ik graag weten.

In de maanden daarna vond ik het antwoord. En in de loop van de tijd leerde ik veel mannen en vrouwen kennen en liefhebben die onder allerlei omstandigheden hun geloof hebben getoond in de enige ware God.

NOORD-IERLAND: LAND VAN DE BOM EN DE KOGEL

Toen ik terug was in Londen, nam ik contact op met de moeder van mijn vriend. Zij gaf me een bijbel. Later ging ik naar Amsterdam, en daar zag een Getuige me bij een lantaarnpaal in de Bijbel lezen. Hij legde me veel over de Bijbel uit. Vervolgens ging ik naar Dublin in Ierland, waar ik op zoek ging naar het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen. Toen ik bij de voordeur aanklopte, ontmoette ik daar Arthur Matthews, een wijze, ervaren broeder. Ik vroeg om een Bijbelstudie en hij stemde erin toe met mij te studeren.

Ik stortte me op mijn studie en verslond de boeken en jaargangen van de Getuigen. En natuurlijk las ik de Bijbel zelf. Ik vond het heel boeiend! Op de vergaderingen zag ik dat zelfs kinderen het antwoord wisten op vragen waar ontwikkelde mensen al eeuwen over nadenken: Waarom bestaat het kwaad? Wie is God? Wat gebeurt er bij de dood? Ik ging alleen nog maar met Getuigen om. Dat was niet zo moeilijk, want ik kende in het hele land niemand anders. Dankzij hen ging ik van Jehovah houden en wilde ik zijn wil doen.

Nigel, Denis en ik

In 1972 werd ik gedoopt. Een jaar later begon ik met pionieren in een piepkleine gemeente in Newry (Noord-Ierland). Ik huurde een afgelegen stenen cottage op een berghelling. In het aangrenzende veld oefende ik mijn toespraken voor de koeien. Ze leken tijdens het herkauwen heel aandachtig te luisteren. Hoewel ze geen raad konden geven, leerden ze me wel om goed contact te houden met je publiek. In 1974 werd ik aangesteld als speciale pionier. Ik ging dienen samen met Nigel Pitt, die een vriend voor het leven werd.

In die tijd werd Noord-Ierland geteisterd door de Troubles. Sommigen noemden het noorden treffend ‘het land van de bom en de kogel’. Het was een tijd van straatgevechten, sluipschutters, schietpartijen en autobommen. Er speelden kwesties waarbij politieke en religieuze motieven door elkaar heen liepen. Maar zowel protestanten als katholieken wisten dat de Getuigen in politieke kwesties geen partij kiezen, en dus konden we openlijk en veilig prediken. De huisbewoners wisten vaak waar en wanneer er geweld zou uitbreken en waarschuwden ons zodat we uit de buurt konden blijven.

Toch waren er gevaarlijke situaties. Op een dag predikte ik met Denis Carrigan, ook een pionier, in een nabijgelegen plaatsje waar geen Getuigen waren en waar we maar één keer eerder waren geweest. Een vrouw beschuldigde ons ervan dat we Britse undercoversoldaten waren, misschien omdat we allebei geen Iers accent hadden. De beschuldiging maakte ons bang. Alleen al vriendelijk zijn tegen soldaten kon je je leven kosten. Of je werd door je knie geschoten. Terwijl we met z’n tweeën in de kou op de bus stonden te wachten, zagen we een auto stoppen bij het café waar de vrouw ons had beschuldigd. Ze kwam naar buiten en sprak met de twee mannen in de auto, terwijl ze opgewonden naar ons wees. De mannen reden toen langzaam naar ons toe en stelden een paar vragen over de dienstregeling van de bus. Toen de bus aankwam, spraken ze met de chauffeur. We konden niet horen wat ze zeiden. Er waren geen andere passagiers, dus we dachten dat ze buiten de stad met ons wilden afrekenen. Maar dat gebeurde niet. Toen ik uitstapte, vroeg ik de buschauffeur: ‘Die kerels daarnet, vroegen die naar ons?’ Hij antwoordde: ‘Ik weet wie jullie zijn en dat heb ik ze verteld. Geen zorgen, hoor. Jullie zijn veilig.’

Robert en Pauline op hun trouwdag.

Op onze trouwdag in maart 1977

In 1976 ontmoette ik op een districtsvergaderinga in Dublin Pauline Lomax, een speciale pionierster uit Engeland. Ze was geestelijk ingesteld, nederig en lief. Zij en haar broer, Ray, kenden de waarheid al heel hun leven. Een jaar later trouwden we, waarna we samen als speciale pioniers gingen dienen in Ballymena in Noord-Ierland.

Later hebben we in brandhaarden als Belfast en Londonderry een tijd in de kringdienst gediend. We waren geraakt door het geloof van broeders en zusters die diepgewortelde religieuze overtuigingen, vooroordelen en haatgevoelens hadden losgelaten om Jehovah te dienen. Hij heeft ze absoluut gezegend en beschermd.

Ik woonde inmiddels al tien jaar in Ierland toen we in 1981 een uitnodiging kregen voor de 72ste klas van Gilead. Na onze graduatie werden we toegewezen aan Sierra Leone in West-Afrika.

SIERRA LEONE: GELOOF ONDANKS ARMOEDE

We woonden in een zendelingenhuis met 11 fantastische mensen. Samen deelden we één keuken, drie toiletten, twee douches, één telefoon, één wasmachine en één droger. Geregeld, en meestal onverwachts, viel de stroom uit. De ratten hadden de zolderruimte ingenomen en cobra’s glipten de kelder in.

Robert en anderen steken met hun motors op een vlot een rivier over.

Op een rivier, op weg naar een congres in buurland Guinee

Hoewel de leefomstandigheden niet ideaal waren, was de dienst geweldig. De mensen hadden respect voor de Bijbel en luisterden graag. Velen wilden studeren en kwamen in de waarheid. De mensen spraken mij aan met ‘mister Robert’ en Pauline was ‘missus Robert’. Maar toen ik na een tijdje steeds meer op het bijkantoor te doen kreeg en steeds minder in de velddienst was, begonnen ze Pauline ‘missus Pauline’ te noemen. En ik werd ‘mister Pauline’. Dat vond Pauline wel leuk!

Robert en Pauline bij hun terreinwagen.

Op een predikingstocht in Sierra Leone

Veel broeders en zusters waren arm. Maar Jehovah zorgde altijd voor ze, soms op een bijzondere manier (Matth. 6:33). Ik herinner me een zuster die net genoeg geld had om voor die dag wat eten te kopen voor haarzelf en haar kinderen. Maar ze gaf het allemaal aan een zieke broeder die geen geld had voor malariamedicijnen. Later die dag kwam er onverwachts een vrouw naar de zuster die haar betaalde om haar haar te doen. Zulke dingen gebeurden heel vaak.

NIGERIA: WENNEN AAN EEN NIEUWE CULTUUR

Na negen jaar in Sierra Leone werden we overgeplaatst naar Bethel in Nigeria. Nu kwamen we op een groot bijkantoor. Ik ging hetzelfde soort kantoorwerk doen als in Sierra Leone, maar voor Pauline was het een grote verandering. Ze had elke maand 130 uur aan de dienst besteed en ze had veel goede Bijbelstudies geleid. Nu kreeg ze een toewijzing in de naaikamer, waar ze haar dagen doorbracht met het verstellen van kleren. Hoewel ze wat tijd nodig had om zich aan te passen, ging ze beseffen dat anderen heel blij waren met haar werk. Ze ging zich richten op haar mede-Bethelieten en greep elke kans aan om ze op te bouwen.

De Nigeriaanse cultuur was nieuw voor ons en we hadden veel te leren. Op een keer kwam een broeder mijn kantoor binnen om een zuster aan me voor te stellen die nieuw was op Bethel. Toen ik haar een hand wilde geven, knielde ze aan mijn voeten neer. Ik was met stomheid geslagen! Er kwamen twee teksten bij me op: Handelingen 10:25, 26 en Openbaring 19:10. Moet ik haar zeggen dat niet te doen?, vroeg ik me af. Tegelijkertijd besefte ik dat ze op Bethel mocht dienen en wist wat de Bijbel leert.

Knullig worstelde ik me door de rest van het gesprek en daarna deed ik wat onderzoek. Ik kwam erachter dat de zuster iets had gedaan dat toen in delen van het land een traditioneel gebruik was. Ook de mannen bogen zich zo neer. Het was een manier om respect te tonen en het was geen aanbidding. Er bestaan Bijbelse precedenten voor (1 Sam. 24:8). Ik was blij dat ik in mijn onwetendheid niet iets had gezegd dat mijn zuster in verlegenheid kon brengen.

We leerden veel Nigerianen kennen die door de jaren heen een opmerkelijk geloof hebben getoond. Bijvoorbeeld Isaiah Adagbona,b die als jonge man de waarheid had leren kennen. Hij kreeg lepra en werd naar een leprakolonie gestuurd, waar hij de enige Getuige was. Ondanks tegenstand hielp hij meer dan 30 lepralijders de waarheid te aanvaarden en richtte hij in de kolonie een gemeente op.

KENIA: GEDULDIGE BROEDERS EN ZUSTERS

Een verweesd neushoornjong in Kenia

In 1996 werden we toegewezen aan het bijkantoor in Kenia. Dit was de eerste keer dat ik weer in het land was sinds het bezoek dat ik in het begin noemde. Op het terrein van het Bethelhuis waar we woonden kregen we geregeld bezoek van groene meerkatten. Die apen ‘beroofden’ vaak de zusters die fruit bij zich hadden. Op een dag had een zuster op Bethel haar raam open laten staan. Toen ze thuiskwam, trof ze een familie apen aan die zich vol vraten aan al het eten dat ze hadden gevonden. Gillend rende ze weg terwijl de apen krijsend het raam uit sprongen.

Pauline en ik gingen naar een Swahili-gemeente. Al vrij snel mocht ik de boekstudie leiden (nu gemeentebijbelstudie genoemd). Maar mijn begrip van de taal zat nog op het niveau van een klein kind. Daarom bestudeerde ik het materiaal grondig om in elk geval de vragen te kunnen lezen. Maar als de antwoorden uit het publiek ook maar een beetje afweken van wat er geschreven stond, begreep ik ze niet. Het was echt gênant! Ik had medelijden met de broeders en zusters. Maar ik was onder de indruk omdat ze de regeling geduldig en nederig accepteerden.

VS: GELOOF ONDANKS WELVAART

We waren nog geen jaar in Kenia toen we in 1997 werden uitgenodigd voor Bethel in Brooklyn. Nu kwamen we in een welvarend land. En rijkdom brengt weer andere problemen met zich mee (Spr. 30:8, 9). Maar zelfs in zo’n land kan geloof gedijen. De broeders en zusters gebruiken hun tijd en middelen niet om zichzelf te verrijken maar om het goede werk van Jehovah’s organisatie te ondersteunen.

Door de jaren heen hebben we gezien hoe broeders en zusters in uiteenlopende omstandigheden geloof toonden. In Ierland zagen we geloof ondanks geweld. In Afrika geloof ondanks armoede en isolement. En in de VS geloof ondanks welvaart. Wat moet Jehovah blij zijn als hij vanuit de hemel mensen ziet die in allerlei situaties hun liefde voor hem tonen!

Met Pauline op Bethel in Warwick

De jaren zijn voorbijgevlogen, ‘sneller dan een weversspoel’ (Job 7:6). We werken nu op het internationale hoofdkantoor in Warwick en zijn heel blij dat we nog steeds kunnen dienen met mensen die elkaar oprecht liefhebben. Het maakt ons echt gelukkig te doen wat we kunnen ter ondersteuning van onze Koning, Christus Jezus, die binnenkort de talloze getrouwen die geloof tonen zal belonen (Matth. 25:34).

a Een regionaal congres werd in die tijd een districtsvergadering genoemd.

b Het levensverhaal van Isaiah Adagbona staat in De Wachttoren van 1 april 1998, blz. 22-27. In 2010 is hij overleden.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen