Welke oplossingen worden er geboden?
DAAR gevangenissen in het algemeen wetsovertreders niet verbeteren en ook zeker niet de verbreiding van de misdaad tegenhouden, rijst de vraag: Wat dient er dàn te worden gedaan met mensen die misdaden bedrijven?
De antwoorden van overheidspersonen, van politiemensen en van de gewone man in de straat botsen met elkaar. Er is in hun antwoorden geen duidelijke lijn te onderscheiden. Zelfs de autoriteiten spreken elkaar tegen.
Harder of toegeeflijker?
Volgens één standpunt dient men ermee op te houden de gevangenen te „verwennen”. Zij die deze mening zijn toegedaan, zeggen dat er veel strenger tegen misdadigers moet worden opgetreden en dat de gevangenisstraffen veel zwaarder moeten zijn.
In de Londense Times werd een aanhaling gedaan uit de Britse Police Review, waarin stond dat ’de tijd was gekomen om bepaalde soorten misdadigers te laten ophangen, om hen te geselen, te laten verhongeren of hen op andere manieren te laten lijden’. Er werd ook nog in opgemerkt dat de mensen de tegenwoordige toegeeflijke houding tegenover misdadigers „beu zijn”.
Zelfs sommige gevangenen zijn voorstanders van het opleggen van lijfstraffen — mits hierdoor de gevangenisstraf korter wordt. Iemand die in Alcatraz had gezeten (een gevangenis voor de zwaarste misdadigers in de V.S.) zei tot een gevangenisfunctionaris: „Er zijn drie redenen waarom mensen naar een gevangenis worden gezonden. Voor straf, om hen te helpen in de maatschappij terug te keren, en ter bescherming van de samenleving; ik ben persoonlijk van mening dat aan de laatste twee redenen te weinig aandacht wordt besteed. Als een man drie, vijf of tien jaar weg is van zijn familie en zijn vrienden, een behoorlijke maar toch onderdrukkende behandeling moet ondergaan, opgesloten zit in een cel, beroofd is van alle geneugten van het normale leven en gedwongen wordt een monotone routine te volgen, vraag ik mij af of dat niet wat al te erg is.”
Wat beveelt hij dan aan: Deze gevangene zegt: „Ik geloof dat de meeste gevangenen neen zouden zeggen op gevangenishervormingen — zij zouden zeggen: ’Ga je gang, maak het gevangenisleven hard, maak het nog ruwer, zelfs onmenselijk, maar houd de straftijd kort en laat het dan voorbij zijn.’ Niemand zou erover denken een man dag in dag uit, maand in maand uit, voor een zelfde overtreding met een zweep te slaan. Maar jaren gevangenisstraf zijn nog erger.”
Toch zijn er weer anderen die precies het tegenovergestelde beweren. Zij vinden dat het gevangenisleven al te zeer verruwd is. Zij zouden graag willen dat er meer belastinggeld aan de gevangenissen zou worden besteed, zodat ze plaatsen zouden worden waar gevangenen in alle rust zouden kunnen wonen en stimulerend en produktief werk zouden kunnen verrichten. Zij willen het lot van de gevangenen gemakkelijker, gelukkiger maken.
Het is duidelijk dat er geen overeenstemming over de kwestie bestaat. Maar één ding dient niet aan onze aandacht te ontsnappen. In de afgelopen eeuwen is al bijna alles op het gebied van het gevangeniswezen geprobeerd. Wat sommigen nu aanbevelen, zoals een ruwere behandeling, een minder ruwe behandeling, langere gevangenisstraffen, kortere gevangenisstraffen, wel hervormingen, geen hervormingen — alles is reeds geprobeerd. En in het algemeen hebben alle probeersels gefaald. Is het redelijk om op onze schreden terug te keren en mislukkingen uit het verleden nog eens opnieuw te proberen?
Het nut van gevangenissen zelf wordt betwijfeld
Daarom beginnen sommige autoriteiten bij het hele idee van gevangenissen zelf vraagtekens te plaatsen. Zij vragen zich af of de overgrote meerderheid van de gedetineerden er wel thuishoort.
Het boek The Ethics of Punishment zegt: „Na meer dan 150 jaar gevangenishervorming, is het opvallendste kenmerk van de huidige beweging haar scepticisme betreffende het gevangen zetten in zijn geheel en haar speurtocht naar nieuwe en passender behandelingsmethoden buiten de gevangenismuren.”
Voormalig hoofd van een federale gevangenis J. Bennett zei over het gevangenisleven: „Mannen worden voor uitzonderlijk lange periodes van hun familieleden en vrienden gescheiden. Iemand wordt voor zijn leven gebrandmerkt. Men is gedwongen zijn tijd door te brengen op enkele saaie vierkante hectaren volgens de ijzeren regelmaat van de klok. Men wordt gekleed in een goedkoop uniform waaraan iedere individualiteit ontbreekt. Elkeen wordt van zijn privé-leven beroofd en moet omgaan met knapen van wie hij misschien een afkeer heeft. Men wordt beroofd van normale seksuele omgang, waardoor men in de richting van homoseksualiteit wordt gestuwd. Gevangenisstraf is op zijn ergst een verfijnde methode van marteling, die veel erger is dan een lichamelijke straf.”
Anderen stemmen hiermee in. Een rechter die aanwezig was op een vergadering van gevangenisbeheerders schrijft over hun mening het volgende:
„Elkeen was hoofd van een belangrijke gevangenis-instelling; zij waren allen veteranen in het vak; er waren geen ’weekhartigen’, personen met een ’sentimentele’ instelling ten opzichte van de misdaad of naïeve houding met betrekking tot misdadigers.
Ik vroeg de directeur die naast mij zat welk percentage van de mensen die onder zijn toezicht stonden in de gevangenis thuishoorde. ’Op grond van welke maatstaven?’ vroeg hij. ’Ter bescherming van de gemeenschap tegen persoonlijk letsel’, antwoordde ik. ’Ongeveer 10 tot 15 percent’, zei hij toen. Wij stelden deze vraag ook aan de andere directeuren in de kamer, maar niemand was het over bovengenoemd punt oneens.
Sindsdien heb ik bij talrijke bezoeken aan gevangenissen in binnen- en buitenland dezelfde vraag gesteld. En ik heb nooit een afwijkend antwoord gekregen.”
Na jaren van vallen en opstaan komen dus nu steeds meer officiële personen tot de conclusie dat gevangenissen de misdaad niet tegenhouden, noch de gevangenen verbeteren. Ze beantwoorden eenvoudig niet aan het gestelde doel.
Er is meer bij betrokken
Men dient echter niet te vlug over te hellen naar de mening dat het falen van de gevangenissen de hoofdoorzaak is van de exploderende misdaad. Dit is niet het geval, hoewel het falen van het gevangeniswezen een slechte toestand nog erger maakt.
Er is iets veel fundamentelers bij betrokken, en wel een ziekte die het hele mensdom in de grond heeft aangetast. De overbevolkte gevangenissen vormen louter een weerspiegeling van deze ziekte van de maatschappij.
Al lange tijd, vooral sinds de Eerste Wereldoorlog zijn de naties doortrokken van negatieve invloeden. Er zijn oorlogen geweest waarin massaal geweld werd toegepast en massale slachtingen zijn aangericht; men kent rassenvooroordeel, groeiende achterbuurtwijken, getto’s en armoede, terwijl zelfzucht en gehuichel tot de hoogste lagen van het politieke, religieuze en economische leven zijn doorgedrongen. Toegeeflijk onderwijs betreffende de moraal hebben hoge beginselen verder ondermijnd en misdaad gestimuleerd.
De bijbel zegt kort maar krachtig dat de mens oogst wat hij heeft gezaaid. De menselijke geest is nu reeds meer dan een halve eeuw met dergelijke negatieve invloeden gebombardeerd; daarom hoeft de huidige reusachtige oogst aan wetsovertreders niet als een verrassing te komen.
Bovendien wordt in een rapport van het Departement van Justitie van de Verenigde Staten opgemerkt „dat 75% van alle personen die voor diefstal waren gearresteerd, jonger was dan 25 jaar”. Er wordt ook in aangetoond dat daarvan „33% tot de onvolwassen jeugd behoorde”. Veel jongeren bedrijven dus misdaden voordat zij ook maar een gevangenis aan de binnenkant hebben gezien. Daarom kan het gevangenisleven niet grotendeels verantwoordelijk gesteld worden voor de toename in de misdaad. De gebreken die de samenleving vertoont, maken haar tot een broeinest van misdaad.
Ook zijn het niet een paar mensen die bij de misdaad betrokken zijn en haar ondersteunen. De bevolking is voor een groot deel verantwoordelijk. De voormalige presidentiële adviseur op het gebied van de misdaad, R. Salerno, zei tijdens een toespraak tot een Canadees publiek:
„De mensen die gokken en die het aanbod van goederen en diensten van mensen die tot het misdadigerssyndicaat behoren in de hand werken, zijn dezelfde personen die uw en mijn enquêteurs vertellen dat zij wet, orde en gerechtigheid willen.
[Wilt u] dat morgen om 8.00 v.m. de Georganiseerde Misdaad verdwenen is? Dan brengt u iedere Canadees en ik iedere Amerikaan ertoe met het ondersteunen van illegale activiteiten op te houden, en de Georganiseerde Misdaad zal verdwijnen. Wij hebben geen politiemensen nodig. Wij hebben eerlijke burgers nodig. Wij moeten de huichelarij uitbannen.”
De hervormingspogingen binnen de gevangenissen falen dus wegens dezelfde reden waarom er ook buiten de gevangenissen misdadigers ontstaan: door het onderwijs, de geesteshouding en de handelwijze van de wereld wordt de ontwikkeling van een gezonde geest bij de mensen tegengewerkt. Er kan niet op reële gronden worden verwacht dat gevangenishervormingen succes zullen hebben of de misdaad zal afnemen als men ziet welk geestelijk dieet de mensen nu voorgeschoteld krijgen. Wat is het antwoord? Wat kan er in verband met de gevangenissen zelf worden gedaan? Zal er ooit iets worden gedaan aan de toestanden waardoor misdadigers worden voortgebracht?
[Inzet op blz. 11]
ENIGE HOOFDOORZAKEN VAN DE MISDAAD
Massaal geweld in oorlogen, rassenvooroordeel, achterbuurten en getto’s, armoede, politieke en religieuze huichelarij en toegeeflijk onderwijs.
[Illustratie op blz. 11]
Het voormalige hoofd van een federale gevangenis verklaart: „Gevangenisstraf is op zijn ergst een verfijnde methode van marteling, die veel erger is dan een lichamelijke straf”