Koper — ’s Mensen oude dienstknecht
Door Ontwaakt!-correspondent in de republiek Zaïre
REEDS duizenden jaren heeft koper de mens ten dienste gestaan. Tubal-Kaïn, die leefde voor de vloed van Noachs dagen — nu meer dan 4300 jaar geleden — wordt in een oud historisch document beschreven als een „smeder van allerlei gereedschap van koper en ijzer”. Voorts staat er in een oud verslag over het gebied van de natie Israël, dat het een land was „waarvan de stenen ijzer zijn er waar gij uit de bergen koper zult delven” (Gen. 4:22; Deut. 8:9). Ook hier in Afrika hield in het verre verleden de oorspronkelijke bevolking zich bezig met het delven of smelten van kopererts.
Zuiver of gedegen koper heeft men in de natuur nog nooit in grote hoeveelheden aangetroffen. Voor de volken uit de oudheid was het bemachtigen van koper derhalve geen gemakkelijke opgaaf. Na het verwijderen van een uit stenen en aarde bestaande oppervlaktelaag, moest met primitieve gereedschappen de daaronderliggende erts in stukken gebroken en verpulverd worden, waarna dit gesmolten werd om het zuivere koper af te scheiden en te kunnen laten afvloeien.
Tot onze twintigste eeuw hebben de inboorlingen van Shaba in de republiek Zaïre,a koper gewonnen uit het op edelsteen gelijkende groene mineraal malachiet, dat zij zelf dolven en smolten. In de negentiende eeuw produceerden de diverse stammen bij elkaar tussen de tien tot vijftien ton koper per jaar, allemaal met de hand. Laten wij eens een blik in het verleden werpen om te zien hoe deze mensen aan hun koper kwamen.
Inlandse mijnen en kopersmelterijen
De drie voornaamste stammen die zich met de koperwinning bezighielden, waren de Bayeke’s in het oosten, de Basanga’s in het centraal gebied en de Baluba’s in het westen. De koperwinning was voor deze volken een heilig beroep. Een tovenaar had de leiding over het werk, en elke mijnwerkersgroep had zijn vakgeheimen, tradities en op bijgeloof gebaseerde riten.
In mei, de eerste maand van het droge seizoen, begonnen de mijnbouwwerkzaamheden. Tegen deze tijd was de oogst binnen, zodat het verbouwen en binnenhalen van de levensbelangrijke voedingsgewassen geen zorgen meer gaf. Het dorpshoofd gaf het teken voor het begin van de jaarlijkse kopercampagne door uit te roepen: „Tuye tukadie mukuba”, hetgeen letterlijk betekent: „Laten we koper gaan eten.” Hiermee werd in feite bedoeld: „Laten wij onszelf verrijken om in ons levensonderhoud te kunnen voorzien.”
Hierna maakte het dorp zich gereed om tijdelijk naar een ander kamp te verhuizen in de buurt van de malachietvindplaatsen, terwijl de vrouwen ondertussen het eten bereidden. Bijlen en pikhouwelen werden bijeengezocht, alsmede manden om het malachiet in af te voeren en blaasbalgen van antilopevel om het vuur van de ovens aan te wakkeren. Bij het vertrek van de karavaan smeekten de tovenaars en stamhoofden de geesten succes af over hun tocht.
Na aankomst bij de vindplaatsen, liefst in de omgeving van een rivier, werden er grashutten opgericht, waarna de vrouwen en kinderen zich bezig gingen houden met het verzamelen van oppervlakte-malachiet en de mannen in de open mijngroeven gingen werken. Anderen wijdden zich aan de bereiding van de houtskool die later in de ovens gebruikt moest worden, door hout in een met leem afgedekte kuil te verhitten.
Doordat er jaarlijks verder werd gedolven in de open groeven, bereikten deze vaak een diepte van meer dan vijftien en een diameter van meer dan vijftig meter; en bedenk wel, deze reusachtige mijngroeven werden volledig met de hand uitgegraven! Nadat men voldoende erts had gedolven, werd dit verpulverd en daarna in rieten manden in de nabijgelegen rivier gewassen. Hierna was het ogenblik aangebroken om het erts te smelten.
Er werden tonvormige ovens gebouwd, waarbij gebruik werd gemaakt van leem, alsook van de klei van termietenheuvels, die bijzonder hittebestendig is. In het algemeen bedroeg de hoogte van deze ovens één meter of meer. In de zijkanten werden kleine gaten geboord, waarin de mondingen van de met de hand bediende antilopeblaasbalgen werden geplaatst om voor een constante luchtstroom te zorgen. Vervolgens werd de oven verhit met houtskool en ander brandbaar materiaal, waaraan ongeveer een vijftig kilo erts was toegevoegd.
Stelt u zich het tafereel eens voor bij zo’n steeds heter wordende oven. De meestermetaalgieter voegt stukjes geheiligd schors aan het vuur toe en besprenkelt de oven met ritueel water. De twee mannen die de blaasbalgen bedienen, werken koortsachtig om het vuur tot schroeihitte aan te wakkeren. En om hen heen de toeschouwers, die dansen en zingen om hen aan te moedigen en de geesten aan te roepen.
Nu schieten er van tijd tot tijd groene vlammetjes uit de oven, die verraden dat de smelttemperatuur van koper, 1083 °C, bijna is bereikt. Aan de zijkant van de oven bevindt zich een opening met daaronder een stenen bak, die gereed staat om het gesmolten koper dat weldra zal verschijnen, op te vangen. En ja hoor, plotseling vindt de schijnbaar miraculeuze omzetting plaats: het oorspronkelijke groene malachiet komt nu als gesmolten koper te voorschijn. Toenmaals verkeerde men in de stellige overtuiging dat dit het werk van geesten was.
Het smelten duurde voort van midden-augustus tot oktober. Dan braken de dorpsbewoners hun tijdelijke kamp weer op en keerden terug naar huis, waar het koper een nieuwe smelting onderging om het nog verder te raffineren of te zuiveren. Daarna werden er potten, pannen, schalen en lepels van gemaakt. Soldaten werden uitgerust met helmen en schilden van koper, terwijl men ook X-vormige koperen kruisjes vervaardigde, die als geld, als ruilmiddel voor gewenste goederen, werden gebruikt.
Van koper werd tevens draad gemaakt. Een ruwe koperen staaf werd allereerst verlengd door hem op een groot stenen aambeeld te behameren, waarna dit verlengings- en verdunningsproces na enige tijd op een kleiner aambeeld werd voortgezet. Vervolgens werd dan de verkregen staaf met behulp van diverse ingenieuze methoden tot draad van de gewenste diameter getrokken. Aldus kon men koperen staven met een lengte van minder dan vijftien centimeter uitrekken tot draden met een lengte van vijftien meter en een dikte van slechts 0,05 centimeter! Van dit soort van draden werden armbanden gemaakt.
Het is niet bekend van hoe ver terug deze koperwerkzaamheden van de Afrikaanse stammen dateren. Hun industrie nam echter zo’n hoge vlucht dat in de tweede helft van de negentiende eeuw door de stammen in dit gebied van Afrika naar schatting zo’n 700 ton koper werd geproduceerd! Omstreeks die tijd kwamen er evenwel Belgische kolonisten, zodat weldra de mijnbouw- en smeltmethoden van de inboorlingen plaats moesten maken voor die van de moderne wereld.
De koperproduktie op dit moment
Momenteel staan de mijnen en de daarbij behorende smelterijen onder supervisie van grote maatschappijen, die op hun beurt weer door de regering gecontroleerd worden. Sommige open groeven zijn uitgegraven tot grote canyons van meer dan 800 meter diepte met trapsgewijs afdalende wanden!
In plaats van met primitieve pikhouwelen en bijlen, worden de ertsafzettingen nu met explosieven losgemaakt. Daarna wordt dit losse ertsgesteente door reusachtige mechanische „schoppen” met „happen” van twaalf kubieke meter per keer in gereedstaande kiepwagens gestort, die een honderd ton gesteente per keer kunnen wegrijden.
Het erts ondergaat daarna de volgende bewerkingen: wassen in water, verpulvering en dan uitzeving op de gewenste korrelgrootte. Kopererts bevat doorgaans minder dan 4 percent koper, hoewel het ook wel kan voorkomen dat er uit vijf ton erts slechts negen kilo koper gewonnen wordt. Niettemin wordt er over de gehele wereld jaarlijks 5.750.000 ton koper geproduceerd. Dank zij de reusachtige moderne ovens en met behulp van een elektrolytisch zuiveringsproces kan er nu veel sneller en doeltreffender zuiver koper worden gewonnen dan vroeger.
Heden ten dage maakt de mens op duizendtal manieren van koper gebruik. Aangezien koper van alle goede elektrische geleiders de goedkoopste is, vindt ongeveer de helft van de geproduceerde hoeveelheid koper toepassing in de elektrotechnische industrie. In huis kan koper vaak als basismateriaal worden aangetroffen in sloten, pijpleidingen, soldeerverbindingen, deurknoppen, kaarsenkandelaars en lichtleidingen.
Vanaf de tijd van Tubal-Kaïn, meer dan 5000 jaar geleden, tot op de dag van vandaag is koper beslist een zeer nuttige dienstknecht van de mens gebleken.
[Voetnoten]
a De voormalige provincie Katanga van Belgisch Kongo.