Vet als brandstof
De lange-afstandvluchten van vogels zijn vermaard. Maar hoe komt het dat vogels zulke grote afstanden zonder onderbreking kunnen vliegen? ’Waar leven ze van?’, kan men zich afvragen aangezien geleerden tot de conclusie gekomen zijn dat een vliegende vogel zes- tot achtmaal zoveel calorieën verbruikt als een vogel die stilzit.
Fundamenteel gezien is de brandstof voor zulke vluchten vet. De vogel ondergaat vlak voor de trek een verandering van stofwisseling; hij begint grote hoeveelheden vet op te slaan. Men ontdekte dat de helft van het gewicht van een zwartkopzanger die vlak voor zijn lange tocht over de zee met een net gevangen was, uit opgeslagen vet bestond. Als deze trekvogels vertrekken, zijn ze dus gezwollen van de lagen vet, de „brandstof” die ze voor hun vlucht hebben opgeslagen.