Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g82 8/6 blz. 12-15
  • De rassen — wat is hun oorsprong?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De rassen — wat is hun oorsprong?
  • Ontwaakt! 1982
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Evolutionistisch denken en het ras
  • Wat veroorzaakt de verscheidenheid in rassen?
  • Huidkleur
  • Bestaan er superieure of inferieure rassen?
  • De oplossing van het rassenvraagstuk
  • Kunnen alle rassen als broeders met elkaar omgaan?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Wat verstaat men onder rassen?
    Ontwaakt! 1993
  • Hoe staat u tegenover rassenverschillen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1973
  • Wanneer alle rassen in vrede samenleven
    Ontwaakt! 1993
Meer weergeven
Ontwaakt! 1982
g82 8/6 blz. 12-15

De rassen — wat is hun oorsprong?

OP EEN dag kwam een blanke jongen thuis van school en zei tegen zijn moeder: „Ik heb een nieuwe vriend op school. Mag ik hem mee naar huis nemen om te spelen?”

„Welke huidkleur heeft hij?” vroeg de moeder.

„Dat weet ik niet meer. Maar ik zal er morgen op letten.”

Deze anekdote laat zien dat er in de geest van een kind maar één ras bestaat — het menselijke ras. Dat is dan ook één betekenis die een woordenboek bij het woord „ras” vermeldt. Het menselijke ras is echter duidelijk onderverdeeld in vele groepen. Daarom is een andere betekenisomschrijving voor het begrip ras „elke geografische, nationale of etnische groep”.

Spanning tussen mensen van verschillende rassen vormt een wereldomvattend probleem. Zelfs samenlevingen die er prat op gaan rassengelijkheid te bezitten, zijn er niet vrij van. Denk bijvoorbeeld aan de rassenonlusten die zich gedurende 1981 in Engeland hebben voorgedaan. Alleen al bij één van deze onlusten raakten 149 politieagenten en 58 burgers gewond. Ook werden 120 gebouwen beschadigd en 47 winkels geplunderd.

Is rasseneenheid, zoals die zo vaak onder kinderen wordt waargenomen, dan toch een onmogelijkheid, gezien zulke gebeurtenissen? En waar komen de rassen vandaan?

Evolutionistisch denken en het ras

In 1859 publiceerde de evolutionist Charles Darwin zijn boek The Origin of Species (Het ontstaan der soorten). Hierin onderwees hij dat er tussen de verschillende variaties van levensvormen concurrentie bestond en dat degenen die het best aangepast waren om in een bepaald milieu te leven, zouden overblijven en hun soort in stand zouden houden. De minder aangepaste levensvormen zouden uitsterven. Op deze wijze ontstond het gezegde „het overleven van de sterkste”. In 1871 schreef Darwin een boek getiteld „The Descent of Man” (de menselijke afstamming) waarin hij onderwees dat mensen en apen een gemeenschappelijke voorouder zouden hebben.

Deze boeken hadden een schadelijke invloed op de verhouding tussen de rassen. De antropologe Sheila Patterson verklaarde dienaangaande: „De evolutietheorie verving vroegere rationaliseringen die de overheersing van het blanke ras rechtvaardigden. Aangezien het laatstgenoemde ras was blijven bestaan en meer vooruitgang had geboekt dan de andere rassen, moesten zij wel superieur aan hen zijn, niet alleen op het gebied van organiseren en efficiëntie, maar op elk ander terrein, met inbegrip van het verstand en de moraal.” Deze instelling maakte de Europese natiën in de 19de eeuw nog vastbeslotener om hun koloniale gebieden uit te breiden. Ook droeg ze ertoe bij Hitler te inspireren tot zijn plan een „superras” te ontwikkelen en de joden en anderen die niet geschikt werden geacht om te blijven bestaan, uit te roeien.

Het is echter opmerkelijk dat zowel Darwin als de meeste moderne geleerden erkennen dat de mensheid een gemeenschappelijke oorsprong heeft. De Encyclopedia Americana zegt hier dan ook over: „De mensheid is één enkele biologische soort.” De wetenschappelijke schrijver Amram Scheinfeld schreef onlangs: „De wetenschap bevestigt thans wat de meeste grote religies reeds lang hebben gepredikt: Mensen van alle rassen . . . stammen af van een en dezelfde eerste mens.”

Hoewel de bijbel dus niet door geleerden werd geschreven, had hij het bij het juiste eind door te verklaren dat „God . . . uit één mens elke natie van mensen [heeft] gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen.” — Hand. 17:24, 26.

Wat veroorzaakt de verscheidenheid in rassen?

Wanneer de spermacel van een man met de eicel van een vrouw versmelt, begint een nieuw mensenleven, ook al behoren de ouders tot verschillende rassen. Toch bevinden zich in die zeer kleine cel duizenden genen, de dragers van de erfelijke eigenschappen. Deze eigenschappen weerspiegelen hoedanigheden die reeds in de ouders of andere voorouders aanwezig waren.

De samenstelling van erfelijke factoren van de eerste mens Adam was dusdanig dat er zich onder zijn nakomelingen een grote mate van variatie in huidkleur, kleur en aard van het haar, lichaamsafmetingen en gelaatstrekken kon ontwikkelen. Deze verscheidenheid werd door taalkundige en aardrijkskundige verschillen vergroot.

Met betrekking tot geografische isolering verklaart de Encyclopedia Americana: „Wanneer landen met twee of meer volkengroepen zijn gescheiden door zeeën, bergketens, woestijnen of andere hindernissen die het reizen bemoeilijken, zijn de leden van deze volkengroepen wel gedwongen zich tot hun eigen respectieve gebieden te beperken. . . . de rassen zullen van elkaar gescheiden zijn door verschillen in de frequentie van de genen en dit zal duidelijk corresponderen met de geografische grenzen. . . . deze toestand doet zich bij benadering voor in Afrika, waar de Sahara een grens vorm tussen de Europese (blanke) en de Afrikaanse (negroïde) rassen. De Sahara is zeer dun bevolkt en voor de mens moeilijk te doorkruisen; van oudsher vormt hij een isolerende factor.”

Erfelijkheid en taalkundige en geografische barrières helpen derhalve verklaren waarom er in alle delen van de aarde afzonderlijke mensenrassen voorkomen.

Huidkleur

Volgens de bijbel zijn alle mensen nakomelingen van Noach via zijn drie zonen Sem, Jafeth en Cham. Genesis hoofdstuk 10 somt zeventig afstammelingen van Noach op en zegt: „Van hen uit hebben de natiën zich . . . over de aarde verspreid” (Gen. 10:32). Een van de vele manieren waarop men deze natiën heeft ingedeeld, is met verwijzing naar hun huidkleur. De huid van elk normaal mens bevat een zwartachtig bruin pigment, melanine genaamd.

Noach en zijn drie zonen bezaten allen een bepaalde hoeveelheid van dit donkere pigment. Uit Sem kwamen de Babyloniërs, de Assyriërs, de joden en de Arabieren, wier huidkleur varieert van blank tot lichtbruin. De nakomelingen van Jafeth, waaronder de Indo-europese rassen vallen, variëren van een lichte huidkleur tot donkerbruin. En wat Cham (hetgeen zwartachtig of verbrand door de zon betekent) betreft, enkelen van zijn nakomelingen, doch niet allen, waren donker van kleur. De Egyptenaren, die lichtbruin waren, stamden af van Chams zoon Mizraïm. Chams zoon Kanaän, wegens zijn wangedrag door God vervloekt, was de voorvader van de blanke Kanaänieten.

In overeenstemming hiermee zei Dr. Hughes, hoogleraar in de antropologie aan de universiteit van Toronto: „Op elke continent en in elk geografisch begrensd ras vindt men een aanzienlijke mate van variatie in . . . huidpigment, . . . de Tamils van Zuid-India worden door veel antropologen onder het Kaukasische [blanke Indo-europese] hoofdras gerekend, hoewel zij een donkerder pigmentatie hebben dan veel Afrikaanse negers.”

Dit alles laat zien hoe dwaas het is om Gods vloek over Kanaän uit te leggen als verwijzend naar mensen met een donkere huid. Alle etnische groepen binnen het menselijke geslacht hebben donker pigment in hun huid, sommige in mindere en andere in meerdere mate.

Bestaan er superieure of inferieure rassen?

Onlangs werd in de VS een onderzoek verricht waarbij negerkinderen betrokken waren in 101 blanke adoptiegezinnen met een meer dan gemiddeld opleidingsniveau. Het tijdschrift Psychology Today bracht hier verslag over uit en zei dat de zwarte kinderen bij IQ-tests „een puntenaantal scoorden dat ver boven het landelijke gemiddelde van zowel zwarten als blanken lag, en dit bleek vooral zo te zijn als zij vroeg in hun leven geadopteerd waren”.

En dan nog, volgens welke maatstaven moet de superioriteit of inferioriteit van een ras worden bepaald? Volgens de maatstaven van de westerse beschaving met haar ontstellende toename in hartkwalen, kanker en andere ziekten, en haar ontzettende toename in seksuele perversie en gewelddaad? Of volgens de maatstaven van enkele van de zogenoemde primitieve stammen, zoals de Yamana, de Chenchu of de Centraal-Afrikaanse pygmeeën? Beschouw eens hoe een deskundige, wijlen professor Kern, de typerende kenmerken van een lid van deze stammen beschreef:

„Zijn leven lang vindt hij het heerlijk om kinderen om zich heen te hebben, en hij is bekend met en heeft liefde voor zelfs de kleinste levende schepselen in zijn gebied. . . . Hij is . . . teder en geduldig met invaliden en oude mensen . . . en hij is tevreden met zijn leven en zijn werk in de vrije natuur. . . . er bestaat geen beschaving waarin mensen gelukkiger leven. Zelfmoord is hier zeldzamer dan waar maar ook.”

Deze feiten reeds helpen ons de zienswijze van ’s mensen Schepper ten aanzien van de verschillende rassen naar juiste waarde te schatten. Onder inspiratie van Gods heilige geest zei de apostel Petrus, die zelf een jood was: „Ik besef nu dat het waar is dat God iedereen op dezelfde basis behandelt. Al wie hem vreest en het juiste doet, is aanvaardbaar voor hem, ongeacht tot welk ras hij behoort.” — Hand. 10:34, Today’s English Version.

Hebben de kerken van de christenheid altijd „iedereen op dezelfde basis” behandeld? Bedenk hoe de katholieke en Lutherse kerken Hitlers plan om een „superras” voort te brengen, hebben ondersteund. En de katholieke Kerk heeft eeuwenlang onderwezen dat negers een vervloekt ras waren. John F. Maxwell schrijft in zijn boek Slavery and the Catholic Church dat deze zienswijze „kennelijk is blijven bestaan tot 1873, toen paus Pius IX een aflaat verbond aan een gebed voor de ’arme Ethiopiërs in Centraal-Afrika dat de Almachtige God ten slotte de vloek over Cham van hun harten zou verwijderen’”. (Wij cursiveren.) En zelfs tot op de huidige dag passen sommige kerkorganisaties openlijk rassendiscriminatie toe.

Ongeacht hoe politici en religieaanhangers over deze kwestie denken, de bijbel en de wetenschap laten duidelijk zien dat alle rassen gelijk zijn en een gemeenschappelijke stamvader hebben. Interessant is dat The Great Soviet Encyclopedia (1970), Deel 2, bladzijde 149, naar de „wetenschappelijke opvatting van rassengelijkheid” verwijst en de „wetenschappelijke deugdelijkheid” van ’s mensen gemeenschappelijke oorsprong toegeeft.

De oplossing van het rassenvraagstuk

Vanwege het toepassen van bijbelse beginselen zijn Jehovah’s Getuigen, onder wie mensen uit alle rassen voorkomen, in hun aanbidding verenigd. Behalve hun geregelde wekelijkse gemeentevergaderingen houden zij jaarlijks grote congressen over de gehele aarde. In deze gelukkige menigten ziet men mensen die afkomstig zijn uit vele rassen en die samen aanbidden, eten en praten. De katholieke schrijver William J. Whalen merkte bijvoorbeeld in de U.S. Catholic betreffende hen op: „Ik geloof dat hun aloude gedragslijn van rassengelijkheid een van de meest aantrekkelijke kenmerken van deze godsdienst is. Een neger die een getuige van Jehovah wordt, weet dat hij als een volwaardig mens geaccepteerd zal worden.”

Hoewel afzonderlijke personen zich hebben veranderd, ondervindt de mensheid in haar geheel echter de gevolgen van toenemende rassenstrijd en oorlog. Over de oplossing zei Philip Mason, directeur van het Instituut voor Rassenbetrekkingen in London het volgende: „De enige wereldlijke hoop voor onze toekomst . . . is gelegen in . . . een wereldregering. . . . Wij zouden uit moeten zien naar de dag waarop nationale soevereiniteit stap voor stap aan een wereldregering zal worden overgedragen.” Dit is nu precies wat de Almachtige God zich heeft voorgenomen. De natiën zijn echter te trots om hun soevereiniteit aan Gods regering, zijn hemelse koninkrijk, ’over te dragen’. In plaats daarvan zal Gods koninkrijk in de nabije toekomst alle menselijke regeringen verbrijzelen en harmonie en vrede op aarde brengen opdat gehoorzame personen uit alle rassen zich daarin kunnen verheugen. — Dan. 2:44; Ps. 37:29.

[Tabel/Illustratie op blz. 12]

Alle afstammelingen van Noachs zonen vertoonden variatie in huidkleur

CHAM SEM JAFETH

Van lichte Kanaäniet Van lichte jood tot Van blanke Europeaan

tot neger donkerder Arabier tot donkere Indiër

[Illustratie op blz. 13]

’Al wie God vreest en het juiste doet, is aanvaardbaar voor hem, ongeacht tot welk ras hij behoort’

[Illustratie op blz. 14]

De katholieke schrijver William Whalen zei: ’Hun aloude gedragslijn van rassengelijkheid is een van de meest aantrekkelijke kenmerken van Jehovah’s Getuigen’

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen