Wat verstaat men onder rassen?
RASSEN! Waar denkt u aan bij dat woord? Voor sommigen betekent het discriminatie en onderdrukking; voor anderen haat, rellen en zelfs moord.
Van de rassenonlusten in de Verenigde Staten tot de apartheid in Zuid-Afrika, van de oorlogen tussen etnische groepen in Oost-Europa tot de gevechten in landen als Sri Lanka en Pakistan — rassen zijn het brandpunt geworden van onnoemelijk menselijk lijden en onmetelijke verwoestingen.
Hoe komt dat echter? Waarom zijn zelfs in landen waar mensen op bijna elk ander terrein verdraagzaam lijken, rassen zo’n gevoelig punt? Wat maakt rassen tot de lont die zo veel onrust en onrecht doet ontbranden? Eenvoudig gesteld: waarom kunnen mensen van verschillende rassen niet met elkaar overweg?
Om deze vragen te beantwoorden, is het niet voldoende te weten wat rassen zijn en in welke opzichten rassen van elkaar verschillen. Wij moeten ook de rol begrijpen die de geschiedenis in de huidige raciale verhoudingen speelt. Laten wij echter eerst eens kijken wat de wetenschap ons over het onderwerp kan vertellen.
Het probleem bij het indelen van mensen
Mensen die in verschillende delen van de wereld wonen, hebben uiteenlopende lichamelijke kenmerken. Daartoe behoren de huidkleur, de vorm van het gezicht, de haarvorm, enzovoort. Zulke fysieke verschillen onderscheiden de rassen van elkaar.
Zo spreekt men algemeen van blanken en zwarten, waarmee men de aandacht vestigt op de huidkleur. Maar men spreekt ook van Aziaten, Scandinaviërs, Joden en Russen. Die aanduidingen hebben niet zozeer met lichamelijke kenmerken te maken als wel met geografische, nationale of culturele verschillen. Voor de meeste mensen wordt een ras dus niet alleen bepaald door lichamelijke kenmerken, maar ook door gebruiken, taal, cultuur, godsdienst en nationaliteit.
Interessant is echter dat sommige schrijvers over dit onderwerp aarzelen het woord „ras” te gebruiken; zij zetten het woord iedere keer dat het voorkomt tussen aanhalingstekens. Anderen vermijden het woord helemaal en gebruiken in plaats daarvan uitdrukkingen als „etnische taxa”, „groepen”, „populaties” en „variëteiten”. Waarom? Omdat het woord „ras”, zoals het algemeen opgevat wordt, zo beladen is met bijbetekenissen en implicaties, dat het gebruik ervan, zonder enige verduidelijking, vaak het punt van discussie verdoezelt.
Biologen en antropologen definiëren een ras vaak eenvoudig als „een onderafdeling van een soort met erfelijke lichamelijke kenmerken waardoor ze zich onderscheidt van andere populaties van de soort”.a De vraag is echter: Welke kenmerken kunnen gebruikt worden om verschillende groepen binnen de menselijke soort te karakteriseren?
Factoren als huidkleur, haarkleur en -structuur, vorm van de ogen en de neus, hersenomvang en bloedgroep zijn voorgesteld, maar geen daarvan is volkomen bevredigend gebleken als bepalende factor voor de menselijke variëteiten. Dit komt doordat er geen natuurlijk voorkomende groep mensen bestaat waarbij alle leden in zulke opzichten volkomen gelijk zijn.
Neem de huidkleur eens. Meestal wordt geloofd dat de mensheid op basis van de huidkleur moeiteloos in vijf rassen verdeeld kan worden: blank, zwart, bruin, geel en rood. Het blanke ras wordt over het algemeen gezien als blank van huid, licht van haarkleur en blauw van ogen. In werkelijkheid echter is er een grote variatie in haarkleur, kleur van de ogen en huidkleur onder de leden van het zogeheten blanke ras. In het boek The Human Species wordt gezegd: „Niet alleen zijn er tegenwoordig geen populaties in Europa waarvan de meeste leden tot één type behoren; zulke populaties zijn er nooit geweest.”
Het indelen van de menselijke soort is inderdaad moeilijk, zoals in het boek The Kinds of Mankind wordt opgemerkt: „Het enige wat wij schijnen te kunnen zeggen, is dit: hoewel niet alle mensen op alle andere mensen lijken, en hoewel wij duidelijk heel wat opzichten kunnen zien waarin mensen er verschillend uitzien, zijn wetenschappers het er toch niet over eens hoeveel categorieën mensen er precies zijn. Zij hebben niet eens uitgemaakt welke criteria wij kunnen aanleggen om mensen bij het ene ras of bij het andere in te delen. Sommige onderzoekers zouden het maar het liefst opgeven en zeggen dat het probleem te lastig is — dat er geen oplossing voor is!”
Dit alles kan raadselachtig lijken. Waarom hebben wetenschappers, die kennelijk weinig moeite hebben met het indelen van dieren en planten in geslachten, soorten en ondersoorten, zulke problemen met het indelen van de mensheid in rassen?
„De gevaarlijkste mythe van de mens”
Volgens de antropoloog Ashley Montagu geloven veel mensen dat „er verband bestaat tussen lichamelijke en mentale kenmerken, dat de lichamelijke verschillen samengaan met nogal uitgesproken verschillen in mentale capaciteiten, en dat deze verschillen meetbaar zijn aan de hand van IQ-tests en de culturele prestaties van deze populaties”.
Velen zijn dan ook van mening dat omdat rassen verschillende lichamelijke kenmerken bezitten, bepaalde rassen intellectueel superieur en andere inferieur zijn. Montagu noemt die zienswijze echter „de gevaarlijkste mythe van de mens”. Andere deskundigen zijn het met hem eens.
Morton Klass en Hal Hellman leggen in The Kinds of Mankind uit: „Individuen verschillen, dat is zeker; in alle populaties heb je genieën en sukkels. Maar na al het wetenschappelijk onderzoek dat is verricht, hebben betrouwbare geleerden geen aanvaardbare bewijzen gezien voor genetische verschillen tussen populaties wat intelligentie of bekwaamheid betreft.”
Waarom geloven zo velen echter nog steeds dat oppervlakkige fysieke verschillen betekenen dat de rassen fundamenteel verschillend zijn? Hoe is de kwestie van de rassen in feite zo’n strijdpunt geworden? Op die vragen zullen wij in het volgende artikel ingaan.
[Voetnoot]
a Volgens het Etymologisch woordenboek van Van Dale is het woord „ras” via het Franse race afkomstig van het Italiaanse razza, waarvan de herkomst onzeker is.