Zullen de kerken in Engeland zich verenigen?
TOEN de Anglicaanse Kerk zich afscheidde van Rome, was ze slechts een nationale kerk, terwijl de Kerk van Rome een internationale status had. De expansie van het Britse rijk zou de Anglicaanse Kerk echter naar vele delen der wereld voeren. Tegenwoordig kan men in meer dan 20 landen dochterkerken aantreffen. Alle zijn zelfstandig maar toch met de moederkerk verbonden doordat ze deel uitmaken van de „Anglicaanse Kerkgemeenschap”. Zo kreeg ook de Anglicaanse Kerk een internationale status — een pluspunt in onderhandelingen met het Vaticaan.
In betrekkelijk recente tijd heeft de Katholieke Kerk drie dogma’s afgekondigd die de barrière tussen haarzelf en de protestantse kerken hebben verhoogd. Deze zijn: de onbevlekte ontvangenis (zondeloosheid) van Maria (1854), de lichamelijke ten-hemel-opneming van Maria (1950) en de leerstellige onfeilbaarheid van de paus (1870). Inderdaad struikelblokken die eenheid met andere religies in de weg staan!
Toenaderingspogingen tussen anglicanen en katholieken
De paus en de aartsbisschop van Canterbury, die algemeen erkend wordt als het geestelijk hoofd van de Anglicaanse Kerk, werden het in 1966 eens over de formatie van de Internationale Anglicaans-Rooms-Katholieke Commissie. Vanaf 1970 besteedde deze twaalf jaar aan een onderzoek van de moeilijkheden die eenheid in de weg staan, en het aanbevelen van mogelijke oplossingen. De Commissie, samengesteld uit tien geleerden uit elke religie, schonk vooral aandacht aan drie controversiële kwesties: gezag (met inbegrip van primaatschap en onfeilbaarheid van de paus); de katholieke viering van de eucharistie; en de geordineerde geestelijkheid.
Hoe werd het Commissierapport door de twee kerken ontvangen? Geen van beide wees het onmiddellijk van de hand. Men verwacht feitelijk dat beide kerken er jaren voor nodig zullen hebben om een officieel antwoord te formuleren. Maar een redactioneel artikel in de Londense Times voorspelde dat „een werkelijke eenheid tussen de twee [Rome en Canterbury] zeker nog een generatie op zich zal laten wachten”. Zaken die de weg blokkeren zijn onder andere anticonceptie, gehuwde geestelijken, de onfeilbaarheid en bevoegdheden van de paus, de verering van Maria, en de ordinatie van de anglicaanse geestelijkheid, die op het eerste Vaticaanse Concilie in 1896 door Leo XIII „volkomen ongeldig en van geen enkele betekenis” werd verklaard.
Toen paus Johannes Paulus II in de zomer van 1982 Engeland bezocht, werd hij het met de aartsbisschop van Canterbury eens over de oprichting van een nieuwe internationale commissie voor verdere bestudering van de mogelijke stappen in de richting van eenheid.
Toenaderingspogingen tussen de Anglicaanse Kerk en de Vrije Kerken
In de tussentijd heeft de Anglicaanse Kerk ook besprekingen over eenheid gevoerd met drie van de Vrije, of non-conformistische, Kerken — de Methodist, Moravian en United Reformed Church. Deze laatste ontstond in 1972 uit een versmelting van congregationalisten en presbyterianen uit Engeland en Wales.
Ernstige obstakels staan de eenwording in de weg. De Anglicaanse Kerk is tegen vrouwelijke geestelijken gekant terwijl de Vrije Kerken die reeds hebben. Anderzijds moeten de Vrije Kerken niets hebben van de episcopale structuur van de Anglicaanse Kerk. Niettemin besloot elk van de Vrije Kerken ten gunste van eenheid. Doch de Anglicaanse Kerk besloot, na in juli 1982 over de voorstellen te hebben gedebatteerd, zich niet met de Vrije Kerken te verenigen.
De Vrije Kerken waren bitter teleurgesteld. De secretaris van de United Reformed Church gaf als commentaar: „Ik geloof dat andere Kerken zich eerst nog eens zullen bedenken alvorens zich met de Anglicaanse Kerk in te laten.” De secretaris van de methodistische conferentie zei dat het naar zijn mening zeer twijfelachtig was of binnen deze generatie nog enig plan voor eenheid een kans zou maken.
Anglicaanse voorstanders van oecumene waren eveneens teleurgesteld. Na jaren van werk bleef de eenheid toch buiten bereik. Deze tegenslagen werden door anderen echter toegejuicht omdat ze de kerk hadden gered van oecumenische verwikkelingen die haar eigen missie zouden vertroebelen. Deze zienswijze ondersteunend schrijft The Economist: „De Anglicaanse Kerk heeft nu een lange periode voor zich waarin ze vrij is om zich voornamelijk met haar eigen opdracht bezig te houden. . . . De Anglicaanse Kerk zit met het probleem hoe ze degenen kan bedienen die wat over geloof willen weten terwijl ze zelf niet zeker weet wat ze gelooft.”
In een tijdsspanne van enkele maanden waren dus twee belangrijke pogingen tot het bereiken van religieuze eenheid in Engeland vastgelopen.
De motieven voor het zoeken naar eenheid
Waarom stellen de religies van de christenheid er belang in zich te verenigen? Kardinaal Hume zei op een conferentie van katholieke bisschoppen in Rome dat „er geen twijfel over kan bestaan dat een belangrijk obstakel voor de doeltreffende prediking van het Evangelie van Jezus Christus wordt gevormd door het schandaal van de verdeeldheid onder zijn volgelingen. . . . Vooral gedurende deze eeuw hebben christenen in toenemende mate ervaren hoe hun onderlinge verdeeldheid hen frustreert en ongeduldig maakt”.
Enkele jaren geleden zei de anglicaanse bisschop Charles Brent over de noodzaak van religieuze eenheid: „Het is welhaast absurd om te trachten de grote naties van het Verre Oosten binnen de Kerk van Christus te brengen tenzij wij als een eenheid naar buiten kunnen treden.”
Anderen denken dat er een ander motief ten grondslag ligt aan het zoeken naar eenheid. Russell Lewis schreef in de Daily Mail: „Ik heb de indruk dat het streven naar eenheid in werkelijkheid helemaal niet zo’n beweging vanuit het volk is, maar iets dat op touw is gezet door een gewild modieuze elite van bisschoppen en lagere geestelijken die denken dat het de daling in hun aantal toehoorders zal tegengaan. Het is treffend hoe de grote drang tot eenheid samenviel met de sterke daling van het kerkbezoek, beginnend in de jaren zestig in de grootste protestantse kerken en in de jaren zeventig onder de katholieken.”
Wat de motieven voor het streven naar eenheid ook mogen zijn, de religieuze verdeeldheid die jarenlang in Engeland heeft geheerst, is strijdig met Paulus’ duidelijke vermaning aan christenen: „Wees allen eensgezind en vermijd partijvorming; leef in harmonie door hetzelfde te denken en te voelen.” — 1 Korinthiërs 1:10, Groot Nieuws Bijbel.
Wat gebeurt er nu?
Hoewel zij zich zeer goed bewust zijn van de religieuze verdeeldheid om hen heen en de tegenslagen die zij hebben ondervonden, gaan de voorstanders van oecumene door met hun verzoeningspogingen. Voor hen is eenheid een in de verre toekomst liggende vrome verwachting. Voor het ogenblik schijnen zij genoegen te nemen met samenwerking en wederzijds respect. Men spreekt over „samengaan zonder in elkaar op te gaan” zoals de beide voorzitters van de Internationale Anglicaans-Rooms-Katholieke Commissie het beschreven.
In dezelfde trant zei de aartsbisschop van Canterbury tot de vertegenwoordigers van verscheidene religies: „Ik verheug mij over onze onderscheidenheid. Het zou een droeve dag zijn als wij allemaal zouden moeten versmelten tot een of andere grijze uniformiteit.” De eenheid die zij binnen afzienbare tijd denken te bereiken, is dus volstrekt geen ware eenheid, geen terugkeer naar het pure christendom van de eerste eeuw, geen terugkeer naar de bijbel.
Welk standpunt nemen de tienduizenden getuigen van Jehovah in Engeland in deze kwestie van eenheid in? Zij hebben, niet alleen in Engeland maar over de hele aarde en onder mensen van alle rassen en nationaliteiten, een indrukwekkende harmonie en eenheid bereikt. Deze eenheid wordt niet verscheurd door schermutselingen over leerstellingen, de naleving ervan of intern bestuur. Ze wordt niet verbroken wanneer naties zich in oorlog begeven, want Jehovah’s Getuigen blijven strikt neutraal en houden hun christelijke broederschap intact.
De in Milwaukee (VS) verschijnende Sentinel schreef over de Getuigen: „Hun overeenstemming geldt niet slechts de onbeduidende dingen in het leven, maar juist die dingen waar het op aankomt — gedragsregels, trouw aan beginselen, aanbidding van God.”
Commentaar gevend op de wijze waarop zo’n eenheid wordt bereikt, schreef een Britse krant: „Achter alles wat een Getuige doet, schuilt een schriftuurlijke reden. Ja, hun ene fundamentele leerstelling is dat zij de bijbel als . . . waar erkennen.”
De Getuigen nodigen u uit de deugdelijkheid van deze bewering te onderzoeken. Waarom zou u daar niet eens met hen over spreken wanneer zij de volgende keer bij u aanbellen?
[Illustraties op blz. 17]
De historische ontmoeting in 1982 van paus Johannes Paulus en de aartsbisschop van Canterbury, Robert Runcie
[Verantwoording]
UPI/BETTMANN NEWSPHOTOS