Depressiviteit: Alleen iets in het hoofd?
DE MAN werd depressief vanaf het moment dat hij zijn 200 jaar oude huis begon op te knappen. Hij sliep slecht en had ongewoon veel moeite met langdurige geestelijke inspanning. Zijn gezin vroeg zich af of het wellicht een spookhuis was! Hij bemerkte dat hij steeds de ergste symptomen, waaronder pijn in de onderbuik, kreeg als hij een tijdje oude verf van het houtwerk binnen had verwijderd. Een arts ontdekte dat vergiftiging door het lood in de lagen oude verf die hij eraf schraapte zijn depressie veroorzaakte.
Soms zijn dus zelfs toxische materialen de schuld van depressiviteit. Ja, het zal u misschien verbazen dat depressiviteit door een aantal lichamelijke oorzaken teweeggebracht kan worden.
Verscheidene jaren geleden bestudeerden onderzoekers zorgvuldig 100 personen die met psychiatrische problemen, waaronder depressiviteit, in een bepaalde stad in het ziekenhuis waren opgenomen. In 46 van deze gevallen werd ontdekt dat de emotionele symptomen rechtstreeks verband hielden met lichamelijke kwalen. Toen deze fysieke kwalen behandeld werden, vertoonde zich bij 28 van hen, aldus het rapport in de American Journal of Psychiatry, „een plotseling en snel verdwijnen van hun psychiatrische symptomen”, en in 18 gevallen traden „wezenlijke verbeteringen” op.
De rol van lichamelijke ziekte bij depressiviteit is echter complex. De ervaring van veel artsen is dat een depressieve patiënt ook een fysieke kwaal kan hebben die niet verantwoordelijk is voor zijn depressie maar waar al zijn aandacht op gericht wordt. Toch moet vaak de onderliggende depressie aangepakt en behandeld worden.
Hoewel sommige fysieke kwalen emotionele stoornissen kunnen oproepen of verergeren, kunnen psychiatrische symptomen ook ontstaan als een reactie op een voorafgaande ziekte. Na een zware operatieve ingreep, vooral een hartoperatie, raken herstellende patiënten bijvoorbeeld bijna altijd depressief. Wanneer zij herstellen, verdwijnt gewoonlijk de depressie. De zware belasting die een ernstige ziekte voor het lichaam vormt, zou eveneens de stoornis kunnen bewerken. Bovendien kan een allergische reactie op bepaalde voedingsmiddelen of andere stoffen bij sommigen zware depressiviteit veroorzaken.
Erfelijkheid zou eveneens een factor kunnen zijn die bepaalt of iemand een bepaalde soort van depressiviteit ontwikkelt. Eerder dit jaar maakten onderzoekers de ontdekking bekend van een overgeërfde genetische afwijking die, naar men meent, sommige personen vatbaar maakt voor een manisch-depressieve psychose.
Bovendien zeggen sommige medische experts dat 10 tot 20 procent van de kraamvrouwen een complete klinische depressie ervaart. Onderzoekers zijn het echter niet met elkaar eens of de hormonale veranderingen die met de geboorte verband houden, òf de emotionele druk van het moederschap de storing teweegbrengen. Recente ontdekkingen wijzen er ook op dat het premenstruele syndroom en het gebruik van de anticonceptiepil bij sommige vrouwen tot depressiviteit kunnen leiden.
Huidige onderzoekingen hebben verder onthuld dat de gemoedstoestand van sommige mensen schijnt te wisselen met de seizoenen. Zulke personen voelen zich in de herfst en de winter zeer depressief. Zij worden trager en slapen gewoonlijk te lang, trekken zich terug van vrienden en familieleden en ondergaan veranderingen in eetlust en voorkeur voor bepaald voedsel. Maar met de lente en de zomer zijn zij weer uitstekend gehumeurd, actief en energiek, en zij functioneren doorgaans heel goed. Sommigen zijn met succes behandeld met behulp van een gereguleerd gebruik van kunstlicht.
Depressiviteit speelt zich dus niet altijd ’in het hoofd’ af. Als daarom een depressieve stemming aanhoudt, is een algeheel medisch onderzoek van vitaal belang. Maar als er nu geen lichamelijke oorzaak gevonden kan worden?
[Kader op blz. 6]
Enkele lichamelijke oorzaken van depressiviteit
Medisch wetenschappelijk onderzoek heeft de volgende dingen in verband gebracht met de ontwikkeling van depressiviteit bij sommigen:
Toxische metalen en chemicaliën: lood, kwik, aluminium, koolmonoxide en enkele insekticiden
Gebrek aan zekere voedingsbestanddelen: bepaalde vitaminen en enkele onontbeerlijke mineralen
Infectieziekten: tuberculose, de ziekte van Pfeiffer, viruspneumonie, hepatitis en griep
Ziekten van de endocriene klieren: schildklieraandoeningen, het syndroom van Cushing, hypoglykemie en suikerziekte
Ziekten van het centrale zenuwstelsel: multiple sclerose en de ziekte van Parkinson
Drugs: PCP, marihuana, amfetaminen, cocaïne, heroïne en methadon
Medicijnen: barbituraten, anticonvulsiva, corticosteroïden en hormoonpreparaten. Sommige medicamenten voor de behandeling van te hoge bloeddruk, artritis, hart- en vaatziekten en enkele geestesstoornissen
(Beslist niet al zulke medicijnen zullen depressiviteit veroorzaken, en zelfs als er een gevaar bestaat, betreft het gewoonlijk een klein percentage van hen die het middel onder het juiste medische toezicht gebruiken.)