„Mollemensen”
KOUDE winters. Een 1100 kilometer lang netwerk van metrotunnels, waar het tenminste iets warmer is dan in de stad buiten. Een groeiende populatie van daklozen — 75.000 volgens één schatting. In de stad New York hebben deze drie factoren met elkaar voor een verontrustend grotestadsverschijnsel gezorgd: tunnelbewoners, of „mollemensen”, zoals sommigen hen noemen. Op smalle looppaden en trappen, in niet meer gebruikte magazijnen, tunnels en andere verwaarloosde hoeken en gaten van dit uitgestrekte labyrint hebben zij een klein plekje voor zichzelf afgebakend. In één al lang niet meer gebruikte spoorwegtunnel in Manhattan hebben tientallen van hen zich in verlaten betonnen ruimten en nissen en op richels gevestigd. Sommigen hebben zelfs kleine hutten in de tunnel gebouwd.
Het leven in de tunnels is echter hard. Ratten zo groot als katten rennen in het donker rond. Elk jaar komen tientallen mensen om door de treinen die door de tunnels razen en door de stroomrail. De politie zoekt de spoorlijnen regelmatig af om de daklozen te verdrijven. Dan volgen er spoorwegarbeiders om de noodonderkomens leeg te ruimen en te slopen. Zij halen rustbanken en vloerkleden, radio’s en televisietoestellen weg, krabben zelfs behang van de muren van sommige schuilplaatsen in de tunnels.
Als de politie vertrokken is, komen de daklozen terug. Een politieman vertelde The New York Times dat zij met al hun pogingen om de daklozen te verwijderen, slechts bereiken dat die zich voor korte tijd verplaatsen binnen het tunnelstelsel. „Dit is een korte-termijnoplossing”, was de uitdrukking die hij ervoor gebruikte. Maar dakloosheid is zeker geen korte-termijnprobleem. Volgens één schatting zijn alleen al in de Verenigde Staten wel twee miljoen mensen dakloos. In slechts één jaar tijd zijn hun gelederen gegroeid met een alarmerende 18 procent. Het is duidelijk dat wij een lange-termijnoplossing behoeven. En die belooft de Schepper van de mensheid in de bijbel — een tijd waarin iedereen op aarde zijn eigen huis zal kunnen bouwen en erin zal kunnen wonen, genietend van een leven dat vrij is van het akelige schrikbeeld van armoede en dakloosheid. — Jesaja 65:21-23.