Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g91 8/9 blz. 26-27
  • Een van Madagaskars bijzondere ambachten

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een van Madagaskars bijzondere ambachten
  • Ontwaakt! 1991
  • Vergelijkbare artikelen
  • Leem
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Leem
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Pottenbakker
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Pottenbakker
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Ontwaakt! 1991
g91 8/9 blz. 26-27

Een van Madagaskars bijzondere ambachten

DE FRAAIE uitstalling van aardewerk vazen, potten en schalen lonkte ons toe terwijl wij over de markt van Antsirabe op Madagaskar slenterden, het eiland waar wij wonen. Hoewel alle potten bruin waren, vertoonden ze grote zwarte plekken die erin gebrand schenen te zijn. Onze nieuwsgierigheid drong ons de jongen van het platteland die ze verkocht te vragen of wij het goed geraden hadden.

„Ja,” zei hij, „ze moeten gebakken worden om dit te bereiken. Maar wij hebben geen moderne, ingewikkelde ovens zoals in de steden. Wij gaan te werk volgens de traditionele methoden die onze vaders ons bijgebracht hebben.”

Hoewel de jongen onze verdere vragen beleefd beantwoordde, wekten zijn woorden slechts de wens bij ons op met eigen ogen te zien hoe dit aardewerk werd vervaardigd. Dus gingen wij op weg naar de afgelegen plaats in het binnenland waar de dorpelingen aardewerkexperts zijn. Iedereen was vriendelijk en gastvrij. Verheugd dat stadsmensen zich voor hun bezigheden interesseerden, waren zij maar al te bereid ons hun geheimen te laten zien.

Allereerst hoorden wij dat de klei die zij gebruiken helemaal geen gewone klei is. Gewone klei, zo zeggen zij, breekt makkelijk bij verhitting. Daarom gebruiken zij een klei die tanimanga heet (letterlijk „aarde-blauw”) en alleen in het binnenland en aan de oevers van rivieren of beken wordt gevonden. Een jongen nam ons mee naar de oever van een beek en ging aan het graven. Zo’n 30 centimeter onder de oppervlakte stuitte hij op wat vochtige, grijze aarde — de tanimanga! In weerwil van de naam is tanimanga op sommige plaatsen echter zwart of zelfs geelachtig. Niettemin steekt ze altijd af bij de gewone oranjerode aarde van dit centrale deel van het eiland.

Een man vertelde ons vervolgens dat hij voor het maken van verscheidene vazen of potten één zak tanimanga vermengt met een derde van een zak zacht zand, dat ook aan rivieroevers wordt gevonden. Dan voegt hij wat water toe om het mengsel zacht te maken. Hoeveel is „wat”? De hoeveelheid wordt niet nauwkeurig afgemeten. De pottenbakker laat zich leiden door zijn ervaring en stopt met het toevoegen van water als hij voelt dat het mengsel de juiste stevigheid heeft — niet te vast maar ook niet te zacht.

Daarop wordt dit mengsel van klei, zand en water op een ondergrond van zorgvuldig van steentjes en stro ontdane aarde gelegd. Dan treedt de pottenbakker het een hele tijd. Daarmee wordt bereikt dat de klei goed vermengd wordt met het zand, wat onontbeerlijk is voor duurzame vazen of potten. Het Malagasi kent verscheidene woorden die deze belangrijke fase van het pottenbakken beschrijven: hitsahina, disahina, tehafina, volavolaina en totoina. Toch hebben ze allemaal betrekking op hetzelfde proces — het treden van het kleimengsel. Als de pottenbakkers er zeker van zijn dat het mengsel goed is, zijn zij klaar om met het eigenlijke vervaardigen van het aardewerk te beginnen.

Eerst verdelen zij het mengsel in ballen ter grootte van uw vuist. Voor de bodem van de pot nemen zij één bal en drukken die tegen de bodem van een mal — meestal een oude en versleten aardewerk pot — om er vorm aan te geven. Na de mal weggenomen te hebben, gebruiken zij een andere bal om de bovenrand of opening van de pot te vormen. Tijdens dit proces zorgen de pottenbakkers ervoor dat zij het mengsel niet te droog laten worden, want dan zou het licht breken.

De potten blijven nu een hele dag in de zon liggen drogen. Pas dan zijn ze klaar voor de laatste stap: het bakken. Maar zelfs dat gebeurt in fasen. Alle potten en vazen worden volgepropt met stro en gedroogde bladeren en worden op hun kant op de grond gelegd. Dit materiaal wordt aangestoken en mag zo’n 10 à 15 minuten blijven branden. Daardoor wordt de klei hard en sterk.

Na dat eerste bakken worden de potten op een andere plek gelegd, die bedekt is met stro en gedroogde bladeren. Deze keer worden de potten echter met de openingen tegen elkaar gerangschikt. Dan leggen de pottenbakkers stro en gedroogde bladeren boven op en rond de potten totdat ze helemaal bedekt zijn. Vervolgens leggen zij brokken aarde rond de plek om het vuur daartoe te beperken en te voorkomen dat de potten wegrollen. Opnieuw wordt de brandstof aangestoken, waarna men het vuur minstens 30 minuten laat branden of het vanzelf laat uitgaan. Als de potten zijn afgekoeld, worden ze uit de as gehaald en zijn ze klaar voor gebruik.

Wij bekeken de potten goed en begrepen nu hoe ze aan die zwarte plekken kwamen. Dat waren de gedeelten die rechtstreeks met het vuur in aanraking waren geweest. De rest van de pot had de normale kleur van gebakken klei — oranjebruin.

Deze pottenbakkerskunst is van geslacht op geslacht overgeleverd. Wij ontmoetten een man die in een grote textielfabriek in de stad werkte, maar wat extra geld verdiende door ook aardewerk te maken en te verkopen. Hij had het pottenbakken van zijn vader geleerd, die het op zijn beurt van zijn vader had geleerd. En wij zijn ervan overtuigd dat de jonge man de gelegenheid niet voorbij zal laten gaan om het zijn kinderen bij te brengen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen