Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g93 8/12 blz. 14-21
  • Kruiswoordpuzzel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Kruiswoordpuzzel
  • Ontwaakt! 1993
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Horizontaal
  • Verticaal
  • Oplossing horizontaal
  • Oplossing verticaal
  • Kruiswoordpuzzel
    Ontwaakt! 1994
  • Kruiswoordpuzzel
    Ontwaakt! 1994
  • Kruiswoordpuzzel
    Ontwaakt! 1992
  • Kruiswoordpuzzel
    Ontwaakt! 1996
Meer weergeven
Ontwaakt! 1993
g93 8/12 blz. 14-21

Kruiswoordpuzzel

Horizontaal

1. Zullen deze een mooie winst opleveren? (Jakobus 4:13)

4. Een verzoek, maar het vergde kennis die Job niet bezat (Job 38:18)

7. Doe dit, zonder er een vertoning van te maken (Mattheüs 6:6)

8. Deze tweede zoon van Aäron genoot korte tijd grote prominentie (Exodus 24:1; Leviticus 10:1, 2)

9. ’Hij ---- hem zeer teder’ (Mattheüs 26:49)

11. Jehovah beschikte voor Jona een grote vis, en een fors opschietende plant, en toen beschikte Jehovah ook een heel klein nietig schepsel (Jona 4:7)

13. Wat iets goeds was voor de zonen van Israël, scheen hun vijanden iets heel ---- toe (Nehemia 2:10)

15. Onontbeerlijk voor leven, wordt deze vloeistof in de bijbel ook vaak figuurlijk gebruikt (Jeremia 2:13)

17. In bange tijden was hierop geen verkeer (Rechters 5:6)

19. In opschudding, in verwarring: „in rep en ----” (Handelingen 16:20)

20. Boos, misdadig (Esther 9:24)

21. Jehu’s manier van ---- was kenmerkend voor hem (2 Koningen 9:20)

23. Deze mocht niet verlegd worden; de benadeelde zou erdoor van een deel van zijn levensonderhoud beroofd worden (Spreuken 23:10)

24. Een familiehoofd in Zebulon (Genesis 46:14; Numeri 26:26)

26. Wanneer de vermogens tot volle ontplooiing zijn gekomen (Prediker 11:10)

27. Jehovah geeft geenszins vrijstelling hiervan; hij zal bijvoorbeeld niet de keten van oorzaak en gevolg doorbreken (Exodus 34:7)

28. Het was er niet slechts één waarmee Salomo zich het leven kon veraangenamen (Prediker 2:8)

31. Een voorafschaduwing van Christus (1 Korinthiërs 10:4; vergelijk Johannes 7:37)

34. Een periode waarin grote inzet en vele handen nodig zijn (Spreuken 10:5; Mattheüs 9:37, 38)

36. Een bekwaam onderzoeker die de dingen nauwkeurig was nagegaan om ze vervolgens in logische volgorde te presenteren (Lukas 1:3)

37. De broer van zijn vader (2 Koningen 24:17)

38. Tegenover zo’n deel van te ontvangen zegeningen verzinkt inderdaad alle doorgemaakte leed in het niet (Zacharia 9:12)

39. Omvang van de stad waarheen Lot verzocht te mogen vluchten (Genesis 19:20)

Verticaal

1. Drie jaar droogte eindigde in een ---- stortregen (1 Koningen 18:45)

2. Deze aanduiding, „de ---- der steden van Israël”, had een tweede, grotere betekenis (Mattheüs 10:23)

3. In deze mate moest de overledene verwant zijn (Leviticus 21:2)

4. Neerdalend uit de hemel verteerde dit het brandoffer en de slachtoffers (2 Kronieken 7:1)

5. Arm, maar velen ---- makend (2 Korinthiërs 6:10)

6. „De grootste ijdelheid” (Prediker 1:2): letterlijk staat hier „ijdelheid der ----”

7. Vader van een profeet (2 Petrus 2:15)

10. Zoon van Joktan (Genesis 10:27)

12. Een spreekwoord: „Is Saul ook ---- de profeten?” (1 Samuël 10:12)

14. De kapperbes ---- open: smaakzin en eetlust van de bejaarde mens gaan achteruit en ook deze specerij verhelpt dat niet (Prediker 12:5)

16. Een van de zegeningen onder Jehovah’s Herder-Koning Jezus Christus (Micha 2:12)

18. Ook de naam van een koning van Israël (1 Koningen 14:20)

19. Het teken van een verbond (Genesis 9:13)

22. En de inhoud van dat verbond: ’---- meer een vloed’ (Genesis 9:11, 12)

25. Een van de geschenken voor het kind dat koning zou zijn (Mattheüs 2:11)

27. Zacharias bleef dit tot na de geboorte van Johannes (Lukas 1:22)

29. Klein vaartuigje (Exodus 2:3)

30. Voorwaarden (Psalm 89:22)

32. Broer van Uzal (Genesis 10:28)

33. In het waterbekken van Siloam moest hij dit eraf wassen (Johannes 9:6)

35. Waarheen Jefta vluchtte voor zijn halfbroers (Rechters 11:3)

Oplossing op blz. 21

Oplossing horizontaal

1. ZAKEN

4. VERTEL

7. BID

8. ABIHU

9. KUSTE

11. WORM

13. ERGS

15. WATER

17. PADEN

19. ROER

20. SNOOD

21. RIJDEN

23. GRENS

24. ELON

26. BLOEI

27. STRAF

28. DAME

31. ROTS

34. OOGST

36. LUKAS

37. OOM

38. DUBBEL

39. KLEIN

Oplossing verticaal

1. ZWARE

2. KRING

3. NAUW

4. VUUR

5. RIJK

6. IJDELHEDEN

7. BEOR

10. UZAL

12. ONDER

14. SPRINGT

16. EENHEID

18. NADAB

19. REGENBOOG

22. NOOIT

25. HARS

27. STOM

29. ARKJE

30. EISEN

32. OBAL

33. SLIJK

35. TOB

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen