Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g95 22/6 blz. 4-6
  • Waarom velen geloven dat er een eind aan de wereld komt

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom velen geloven dat er een eind aan de wereld komt
  • Ontwaakt! 1995
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Van bijbelse oorsprong
  • De bijbel en het einde van de wereld
  • Verkeerde inzichten in de eerste eeuw
  • Anderen behoeven ook correctie
  • De Apocalyps — Wanneer?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • Is het einde van de wereld nabij? Wat is de Apocalyps?
    Meer onderwerpen
  • De Apocalyps — Wat is het?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • De Openbaring — haar gelukkige climax!
    De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
Meer weergeven
Ontwaakt! 1995
g95 22/6 blz. 4-6

Waarom velen geloven dat er een eind aan de wereld komt

DE WERELD verkeert beslist in een wanhopige situatie, zoals velen thans volmondig beamen. „Ik heb mensen uit verscheidene delen van de wereld gevraagd wat zij van onze kansen voor de toekomst denken”, schreef de evangelist Billy Graham. „De meesten van hen zijn pessimistisch gestemd. . . . Voortdurend worden de woorden ’Armageddon’ en ’Apocalyps’ gebruikt ter aanduiding van gebeurtenissen op het wereldtoneel.”

Waarom worden de woorden „Armageddon” en „Apocalyps” vaak gebruikt ter aanduiding van de huidige situatie? Wat betekenen ze?

Van bijbelse oorsprong

De bijbel spreekt van „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” en brengt deze oorlog in verband met de plaats „die in het Hebreeuws Har–Magedon wordt genoemd” of ook wel Armageddon (Openbaring 16:14-16). Webster’s New Collegiate Dictionary definieert Armageddon als „een laatste en beslissende strijd tussen de krachten van goed en kwaad”.

Hoewel „apocalyps” van een Grieks woord komt dat „openbaring” of „ontsluiering” betekent, heeft het een andere betekenis gekregen. In het bijbelboek Openbaring of Apocalyps wordt de aandacht gevestigd op Gods vernietiging van de goddelozen en de duizendjarige regering van zijn Zoon, Jezus Christus (Openbaring 19:11-16; 20:6). Bijgevolg definieert Webster’s New Collegiate Dictionary „apocalyps” als „een naderende kosmische catastrofe waarin God de heersende machten van het kwaad vernietigt en de rechtvaardigen opwekt tot leven in een messiaans koninkrijk”.

Wanneer mensen thans over de wereld en de situatie waarin ze verkeert spreken, zijn zij klaarblijkelijk beïnvloed door wat in de bijbel staat. Wat zegt de bijbel feitelijk over het einde van de wereld?

De bijbel en het einde van de wereld

De bijbel voorzegt duidelijk het einde van de wereld. Jezus Christus en zijn discipelen spraken over de tijd van het einde (Mattheüs 13:39, 40, 49; 24:3; 2 Timotheüs 3:1; 2 Petrus 3:3; Groot Nieuws Bijbel). Zij bedoelden echter niet dat de aarde zelf vernietigd zou worden. Over de letterlijke aarde zegt de bijbel: „Ze zal tot onbepaalde tijd, of voor eeuwig, niet aan het wankelen worden gebracht” (Psalm 104:5). De uitdrukking „einde van de wereld” betekent eenvoudig „besluit van het samenstel van dingen”. — Nieuwe-Wereldvertaling.

De apostel Petrus sprak over de wereld vóór de vloed in Noachs tijd toen hij zei: ’De toenmalige wereld [bestaande uit goddeloze mensen] werd vernietigd toen ze door water werd overstroomd.’ Vervolgens zei Petrus dat onze huidige wereld wordt „bewaard voor de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” (2 Petrus 3:5-7). De apostel Johannes schreef eveneens: „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Johannes 2:17.

Tijdens het einde van deze wereld zal haar onzichtbare goddeloze heerser eveneens het veld moeten ruimen (Openbaring 20:1-3). De apostel Paulus schreef in verband met deze boosaardige heerser: „Zij geloven niet omdat de god van deze wereld hun geest heeft verblind.” Jezus zei over hem: „Nu zal de vorst dezer wereld [Satan de Duivel] worden buitengeworpen.” — 2 Korinthiërs 4:4, GNB; Johannes 12:31, Willibrordvertaling.

Zal het geen zegen zijn om van deze wereld en haar goddeloze heerser bevrijd te zijn? Christenen bidden daar al lang om als zij bidden of Gods koninkrijk mag komen en zijn wil op aarde mag geschieden. Zij bidden of Jezus Christus in gehoorzaamheid aan het gebod van zijn Vader handelend wil optreden om de aarde van alle goddeloosheid te ontdoen! — Psalm 110:1, 2; Spreuken 2:21, 22; Daniël 2:44; Mattheüs 6:9, 10.

Dit doet echter een vraag rijzen: Zouden valse of onjuiste voorspellingen van het einde van de wereld ontstaan kunnen zijn doordat mensen op basis van een verkeerde opvatting of toepassing van ware bijbelse profetieën een datum voor deze gebeurtenis hebben voorspeld? Laten wij eens kijken.

Verkeerde inzichten in de eerste eeuw

Sta eens stil bij wat er in de eerste eeuw gebeurde. Toen Jezus op het punt stond naar de hemel op te varen, vroegen zijn apostelen verlangend: „Heer, herstelt gij in deze tijd het koninkrijk voor Israël?” Zij wilden alle zegeningen van het Koninkrijk onmiddellijk genieten, maar Jezus zei: „Het komt u niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld.” — Handelingen 1:6, 7.

Net drie dagen voor zijn dood had Jezus in dezelfde geest gesproken: „Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt.” Hij had eraan toegevoegd: „Van die dag of het uur weet niemand iets af, noch de engelen in de hemel, noch de Zoon, dan de Vader. Blijft toezien, blijft wakker, want gij weet niet wanneer de bestemde tijd is” (Mattheüs 24:42, 44; Markus 13:32, 33). Enkele maanden daarvoor had Jezus eveneens gewaarschuwd: „Houdt . . . u gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur dat gij het niet waarschijnlijk acht.” — Lukas 12:40.

Ondanks deze waarschuwingen van Jezus begonnen vroege christenen, vol verlangen naar Christus’ tegenwoordigheid en de zegeningen waarvan die vergezeld zou gaan, ernaar te gissen wanneer de Koninkrijksbeloften verwezenlijkt zouden worden. Bijgevolg schreef de apostel Paulus aan de Thessalonicenzen: „Met betrekking tot de tegenwoordigheid van onze Heer Jezus Christus en ons vergaderd worden tot hem, verzoeken wij u . . . uw denken niet vlug in de war te laten brengen, noch opgewonden te raken, hetzij door middel van een geïnspireerde uiting of door middel van een mondelinge boodschap of door middel van een brief die van ons afkomstig zou zijn, hierop neerkomend, dat de dag van Jehovah reeds is aangebroken.” — 2 Thessalonicenzen 2:1, 2.

Uit Paulus’ woorden blijkt dat sommige vroege christenen verkeerde verwachtingen hadden ontwikkeld. Hoewel de christenen in Thessalonika misschien geen bepaalde datum hebben voorspeld waarop zij ’tot Christus in de hemel vergaderd zouden worden’, dachten zij klaarblijkelijk dat die gebeurtenis ophanden was. Hun zienswijzen moesten gecorrigeerd worden en dat gebeurde door Paulus’ brief.

Anderen behoeven ook correctie

Zoals wij in het eerste artikel hebben opgemerkt, verwachtten na de eerste eeuw ook anderen de vervulling van Gods beloften op een bepaald tijdstip. Sommigen voorspelden dat als er duizend jaar verstreken waren, gerekend vanaf Jezus’ geboorte of vanaf zijn dood, het einde van de wereld zou komen. Maar hun voorspellingen zijn eveneens vals of onjuist gebleken.

Dit roept de vragen op: Hebben vergissingen ten aanzien van de vervulling van bijbelse beloften betekend dat de beloften zelf onjuist waren? Zijn Gods beloften betrouwbaar? En hoe hebben hedendaagse christenen zich op dit punt laten corrigeren?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen