Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g95 22/11 blz. 4-7
  • Arme landen worden vuilstortplaatsen voor de rijke

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Arme landen worden vuilstortplaatsen voor de rijke
  • Ontwaakt! 1995
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Dodelijke recycling
  • Niet alleen het ongedierte sterft
  • Hypocriete terugval
  • Een dag van afrekening voor de hebzuchtigen
  • Kernafval — Het dodelijke vuil
    Ontwaakt! 1990
  • Heeft de strijd een gunstig verloop?
    Ontwaakt! 1996
  • Dat vreesaanjagende chemische afval — Is er een oplossing?
    Ontwaakt! 1981
  • Verspilling — Kan er iets tegen gedaan worden?
    Ontwaakt! 1984
Meer weergeven
Ontwaakt! 1995
g95 22/11 blz. 4-7

Arme landen worden vuilstortplaatsen voor de rijke

ALS een ongewenste wees had de giftige lading gezworven van schip naar schip en van haven naar haven, op zoek naar een plaats waar ze welkom was. Elfduizend vaten boordevol giftige harsen, pesticiden en andere gevaarlijke chemicaliën waren verscheept van Djibouti in Afrika naar Venezuela, vandaar naar Syrië en vervolgens naar Griekenland. Ten slotte begonnen de lekkende vaten hun tol te eisen van de bemanning op een van de vrachtschepen. Eén man stierf en de meeste anderen hadden last van aandoeningen van de huid, nieren en ademhalingswegen door het giftige brouwsel aan boord.

Schepen, vrachtwagens en treinen geladen met soortgelijk dodelijk afval doorkruisen de planeet op zoek naar plaatsen waar ze welkom zijn. Heel vaak worden de landen die reeds geteisterd worden door armoede, honger en ziekte de stortplaatsen voor tonnen vergif en verontreinigd afval. Milieudeskundigen vrezen dat een ecologische ramp slechts een kwestie van tijd is.

Oude verven, oplosmiddelen, autobanden, batterijen, radioactief afval, sintels vol lood en PCB’s kunnen u oninteressant toelijken, maar ze zijn aantrekkelijk voor de bloeiende handel in industrieel afval. De ironie wil dat hoe strenger een regering op milieugebied is, des te groter de hoeveelheid giftig afval is die haar industrieën in het buitenland deponeren. „Jaarlijks wordt bijna twintig miljoen ton aan giftige chemicaliën verscheept voor dumping in Derde-Wereldlanden door onscrupuleuze” maatschappijen in de industrielanden, verklaarde het Londense weekblad The Observer. Juridische achterdeurtjes en het niet zo nauw nemen met de controle betekenen dat duizenden tonnen giftig afval op Afrikaanse, Aziatische en Latijnsamerikaanse bodem belanden.

Geen wonder dat deze bedrijven het dumpen van afval verleidelijk vinden! De kosten kunnen enorm beperkt worden als maar van de juiste locatie gebruik wordt gemaakt. Een voorbeeld daarvan is het cruiseschip United States, eens het trotse vlaggeschip van de Amerikaanse passagiersvloot. Het werd in 1992 gekocht om opgeknapt te worden voor luxecruises. Waarschijnlijk bevatte het meer asbest dan enig ander schip op zee. In de Verenigde Staten zou het verwijderen van het asbest $100 miljoen hebben gekost. Het schip werd naar Turkije gesleept, waar het voor $2 miljoen kon gebeuren. Maar de Turkse regering bedankte ervoor — te gevaarlijk om de meer dan 46.000 vierkante meter carcinogene asbestvezel in hun land te laten verwijderen. Het schip werd uiteindelijk naar de haven van een ander land overgebracht, waar de milieumaatstaven minder streng zijn.

Dodelijke recycling

Westerse bedrijven in ontwikkelingslanden zien zichzelf graag als weldoeners van de armen. Harvey Alter van de Amerikaanse Kamer van Koophandel beweert dat „de export van afval en de recycling-industrie de levensstandaard in deze landen verhogen”. Bij een onderzoek naar een deel van het collectieve beleid in het buitenland van de betreffende firma’s bleek echter dat het waarschijnlijker is, dat ze in de meeste gevallen in plaats van de levensstandaard te verhogen, „niet meer betalen dan het plaatselijke minimumloon, het milieu verontreinigen en produkten verkopen die in sommige gevallen gevaarlijk zijn en met misleidende reclame op de markt worden gebracht”.

Paus Johannes Paulus II gaf op een recente workshop over vervuiling in de ontwikkelingslanden eveneens uiting aan zijn bezorgdheid. Hij zei: „Het is een grove misstand als rijke landen profiteren van de zwakke economie en wetgeving van armere landen door smerige technologieën en afvalprodukten te exporteren die ten koste gaan van het milieu en de gezondheid van de bevolking.”

Een klassiek voorbeeld wordt aangetroffen in zuidelijk Afrika, waar de grootste recycler van kwikafval ter wereld gevestigd is. Bij wat „een van de ernstigste milieuschandalen van het continent” werd genoemd, kwam door het giftige afval één arbeider om het leven, raakte een andere in coma en lijdt van het personeelsbestand naar verluidt een derde aan een vorm van kwikvergiftiging. Door de regeringen van sommige industrielanden is het dumpen van bepaalde soorten kwikafval verboden of streng aan banden gelegd. Schepen van maatschappijen in minstens een van deze landen vervoeren de gevaarlijke vracht naar de kusten van Afrika. Een inspectieteam trof 10.000 vaten met kwikafval van drie buitenlandse maatschappijen bij het bedrijf in kwestie aan.

Materiaal naar ontwikkelingslanden sturen voor recycling klinkt veel beter dan er afval dumpen. Het kan waardevolle bijprodukten opleveren, banen verschaffen en de economie stimuleren. Maar zoals het bovenstaande bericht uit zuidelijk Afrika laat zien, kan het ook rampzalige consequenties hebben. Bij het terugwinnen van waardevolle produkten uit deze stoffen kunnen dodelijke chemicaliën vrijkomen die vervuiling en ziekte veroorzaken en de arbeiders soms fataal worden. In het blad New Scientist wordt opgemerkt: „Het lijdt geen twijfel dat recycling soms als een voorwendsel voor dumpen wordt gebruikt.”

De strategie wordt beschreven door U.S.News & World Report: „Valse produktbeschrijvingen, juridische achterdeurtjes en gebrek aan deskundigheid maken de ontwikkelingslanden tot een gemakkelijk doelwit van agressieve afvalhandelaren, die giftig rioolslib aan de man brengen als ’organische kunstmest’ of verouderde pesticiden als ’hulpmiddel voor de landbouw’.”

In Mexico zijn heel wat maquiladoras of fabrieken met een buitenlandse eigenaar opgezet. De buitenlandse bedrijven staat daarbij voornamelijk voor ogen zich aan strenge milieuvoorschriften te onttrekken en munt te slaan uit het eindeloze aanbod van laagbetaalde arbeiders. Tienduizenden Mexicanen wonen in krotten aan smerige kanalen met verontreinigd water. „Zelfs de geiten willen het niet drinken”, zei een vrouw. In een verslag van het Amerikaans Medisch Genootschap werd het grensgebied „zoveel als een beerput en broedplaats voor besmettelijke ziekten” genoemd.

Niet alleen het ongedierte sterft

„Hoe kan een land een vergif plaatselijk verbieden en het toch produceren en naar andere landen verkopen? Hoe zit het met de moraal?”, vroeg Arif Jamal, een agronoom en pesticidenspecialist uit Khartoem. Hij liet foto’s zien van vaten waarop gestempeld stond „Niet toegelaten voor gebruik” — in het industrieland waaruit ze afkomstig waren. Ze werden aangetroffen in een Soedanees wildreservaat. Dichtbij lagen hopen dode dieren.

Een bepaald rijk land „exporteert jaarlijks zo’n 225 miljoen kilo pesticiden die verboden zijn, aan banden gelegd of niet toegelaten voor binnenlands gebruik”, bericht The New York Times. In 1978 werd het gebruik op voedingsgewassen van heptachloor, een kankerverwekkend neefje van DDT, verboden. Maar de chemische firma die het uitvond, fabriceert het nog steeds.

Bij een onderzoek door de Verenigde Naties werd ontdekt dat in minstens 85 ontwikkelingslanden „zeer giftige pesticiden” ruimschoots verkrijgbaar zijn. Jaarlijks lopen ongeveer een miljoen mensen een acute vergiftiging op en misschien wel 20.000 sterven door de chemicaliën.

De tabaksindustrie zou de dodelijke hebzucht in persoon genoemd kunnen worden. In een artikel in Scientific American, getiteld „De mondiale tabaksepidemie”, wordt gezegd: „Het is onmogelijk een overtrokken beeld te geven van het grote aantal met tabak verband houdende ziekte- en sterfgevallen wereldwijd.” De gemiddelde leeftijd voor beginnende rokers daalt nog steeds en het aantal vrouwelijke rokers stijgt opzienbarend. Machtige tabaksmaatschappijen slagen er in nauwe samenwerking met geslepen reclamemakers in, de immense markt van de ontwikkelingslanden te veroveren. Een spoor van dode en door ziekte geteisterde lichamen ontsiert hun pad naar de rijkdom.a

Opgemerkt zij echter dat niet alle bedrijven zich niets aan het welzijn van ontwikkelingslanden gelegen laten liggen. Er zijn enkele bedrijven die trachten een fair en van verantwoordelijkheidsbesef getuigend beleid in ontwikkelingslanden te voeren. Zo keert een bepaald bedrijf pensioenen en ziektegeld uit en betaalt het zijn arbeiders het drievoudige van het vereiste loon. Een ander bedrijf heeft zich sterk gemaakt voor de mensenrechten en heeft tientallen contracten geannuleerd wegens inbreuken erop.

Hypocriete terugval

In 1989 werd in het Zwitserse Bazel op een VN-conferentie een verdrag ondertekend ter regulering van het grensoverschrijdend transport van gevaarlijk afval. Daarmee bleek het probleem niet opgelost, en New Scientist berichtte over een latere bijeenkomst van dezelfde landen, gehouden in maart 1994:

„Als reactie op de begrijpelijke woede van de ontwikkelingslanden deden de 65 landen die aan de Conventie van Bazel deelnamen een belangrijke stap voorwaarts toen zij besloten de conventie uit te breiden door de export van gevaarlijk afval uit bij de OESO [Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling] aangesloten landen naar niet-OESO-landen te verbieden.”

Maar deze laatste beslissing scheen niet in goede aarde te vallen bij de industrielanden. New Scientist uitte zijn bezorgdheid: „Daarom is het nieuws dat de VS, Groot-Brittannië, Duitsland en Australië nu allemaal trachten de beslissing te ondergraven verontrustend. Uit uitgelekte documenten van de Amerikaanse regering blijkt, dat ze ’vertrouwelijke’ diplomatieke pogingen in het werk stelt om het verbod te ’matigen’ voordat ze erin toestemt het verdrag te ondertekenen.”

Een dag van afrekening voor de hebzuchtigen

„Komaan dan, rijken, weent en jammert over de ellende die u zal overkomen”, waarschuwt de bijbel in Jakobus 5:1 (Herziene Voorhoeve-uitgave). De afrekening zal komen van de hand van iemand die de dingen recht kan zetten: „Jehovah volvoert daden van rechtvaardigheid en rechterlijke beslissingen voor allen die te kort worden gedaan.” — Psalm 103:6.

Mensen die nu in schrijnende armoede leven, kunnen troost putten uit de wetenschap dat weldra de woorden van Psalm 72:12, 13 in vervulling zullen gaan: „Hij zal de arme die om hulp schreeuwt, bevrijden, ook de ellendige en al wie geen helper heeft. Hij zal deernis hebben met de geringe en de arme, en de zielen van de armen zal hij redden.”

[Voetnoot]

a Zie de Ontwaakt! van 22 mei 1995: „Miljoenen verdienen ten koste van miljoenen”.

[Kader op blz. 6]

Dodelijk afval dat zich niet laat verwijderen

„Dodelijk nucleair afval hoopt zich op zonder dat er een duidelijke oplossing voorhanden is”. Zo luidde in maart de kop in het wetenschappelijk katern van The New York Times. „De eenvoudigste optie”, aldus het artikel, „is het in de grond te stoppen. Maar dat stuit nu op kritiek daar wetenschappers erover discussiëren, en federale instanties bestuderen, of een voorgestelde ondergrondse opslagruimte in Nevada uiteindelijk in de lucht zou kunnen vliegen in een nucleaire explosie gevoed door plutoniumafval.”

Wetenschappers hebben veel plannen aangedragen om de wereld te verlossen van het overtollige plutonium, maar de kosten, de controversen en de angsten hebben die plannen in de la gehouden. Eén idee dat velen tegenstaat, is het in zee te begraven. Een vindingrijker oplossing is het de zon in te schieten. Nog een oplossing is het gebruik van reactoren om het te verbranden. Maar dit werd verworpen, daar het „honderden of duizenden jaren” zou duren om dat tot stand te brengen.

Dr. Makhijani van het Instituut voor Energie- en Milieuonderzoek zei: „Elke technisch goede oplossing heeft politieke kanten die afschuwelijk zijn, en elke politiek goede oplossing is technisch meestal armzalig. Er is niemand die een goede algehele oplossing voor deze troep heeft, ook wij niet.”

Om 60 miljoen woningen van elektriciteit te voorzien — 20 procent van de energie van het land — produceren de 107 reactoren in de kernenergiecentrales in de Verenigde Staten jaarlijks 2000 ton verbruikte nucleaire brandstof, en sinds 1957 is de verbruikte brandstof tijdelijk op eigen terrein opgeslagen. Decennia lang heeft men vergeefs gewacht tot de regering een manier gevonden zou hebben om dit afval op te ruimen. Negen presidenten zijn aan het bewind geweest en achttien Congressen hebben plannen aangedragen en deadlines gesteld om te zorgen voor opslag van het radioactieve afval in ondergrondse opslagplaatsen, maar de definitieve opruiming van het dodelijke afval, dat duizenden jaren beveiligd moet worden, laat nog op zich wachten.

De biljoenen fusiereactoren daarentegen die Jehovah God in de verafgelegen sterren van het universum laat werken, vormen geen bedreiging, en de reactor die hij in onze zon laat werken, maakt het leven op aarde mogelijk.

[Verantwoording]

VERENIGDE NATIES/IAEA

[Illustratie op blz. 7]

Giftige chemicaliën verontreinigen drink- en waswater

[Illustratie op blz. 7]

Kinderen spelen tussen gevaarlijk of dodelijk afval

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen