Onze beste vriend woont in het geestenrijk

DE BIJBEL geeft ons een duidelijk beeld van de bewoners van het geestenrijk. Jehovah God is de hoogste in de hemel. Na Jehovah komt Jezus Christus qua macht en gezag. Engelen die God trouw zijn, dienen zowel God als zijn volk op aarde. Satan en zijn demonen werken God tegen en misleiden mensen. De doden slapen in de dood totdat God hun een opstanding geeft.

De demonen wensen onze aanbidding

Daar de doden levenloos zijn, heeft het geen enkele zin hen te aanbidden. Offers aan de doden vormen slechts een bijdrage tot de instandhouding van de leugens van Satan en de demonen.

Wensen Gods engelen onze aanbidding? Beslist niet! Trouwe engelen geven heerlijkheid aan God en moedigen mensen aan hetzelfde te doen. Tweemaal probeerde de apostel Johannes een engel te aanbidden, maar zij bestraften hem met de woorden: „Pas op! Doe dat niet! . . . Aanbid God.” — Openbaring 19:10; 22:8, 9.

In tegenstelling tot getrouwe engelen willen Satan en zijn demonen zowel aanbeden als verheerlijkt worden. Dit bleek duidelijk uit Satans verzoeking van Jezus toen deze als mens op aarde was. De bijbel verhaalt: „De Duivel [nam Jezus] mee naar een ongewoon hoge berg, en hij toonde hem alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en hij zei tot hem: ’Al deze dingen zal ik u geven indien gij neervalt en een daad van aanbidding jegens mij verricht.’” — Mattheüs 4:8, 9.

Jezus antwoordde: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten’” (Mattheüs 4:10). Jezus kende Jehovah’s Wet en hij weigerde die te overtreden. — Deuteronomium 6:13.

Hoewel Satan er niet in slaagde Jezus ertoe te brengen hem te aanbidden, is hem dat bij anderen wel gelukt. Natuurlijk aanbidden weinig mensen Satan willens en wetens. Niettemin hebben Satan en de demonen door bedrog, misleiding, leugens en vrees zo veel mensen van de zuivere aanbidding van Jehovah afgekeerd, dat de apostel Johannes schreef: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). Zij die aanbidden op manieren die in strijd zijn met Gods Woord, eren Satan, niet Jehovah. De bijbel waarschuwt: ’De dingen die de natiën slachtofferen, slachtofferen zij aan demonen en niet aan God.’ — 1 Korinthiërs 10:20.

Aanbidding komt Jehovah toe

Onze aanbidding mag alleen tot God gericht worden. Jehovah vertelde Mozes: „Gij moogt geen andere goden tegen mijn persoon in hebben. Gij moogt u geen gesneden beeld maken, noch enige gedaante gelijkend op iets wat in de hemel boven of wat op de aarde beneden of wat in de wateren onder de aarde is. Gij moogt u voor die niet buigen, noch u ertoe laten bewegen ze te dienen, want ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eist.” — Exodus 20:3-5.

Hoewel Jehovah ontzagwekkend in majesteit is, is hij gemakkelijk te benaderen. De discipel Jakobus schreef: „Nadert tot God en hij zal tot u naderen” (Jakobus 4:8). De apostel Paulus zei: ’God is niet ver van een ieder van ons’ (Handelingen 17:27). En de apostel Johannes schreef: „Dit is het vertrouwen dat wij jegens [Jehovah] hebben, dat, ongeacht wat wij vragen overeenkomstig zijn wil, hij ons hoort. En indien wij weten dat hij ons hoort met betrekking tot wat wij ook vragen, dan weten wij dat wij de gevraagde dingen zullen hebben, daar wij ze van hem hebben gevraagd.” — 1 Johannes 5:14, 15.

Merk op dat Johannes schreef dat Jehovah onze verzoeken zal inwilligen indien wij vragen „overeenkomstig zijn wil”. Om te weten wat Gods wil is, moeten wij te weten komen wat de bijbel leert. Jehovah’s Getuigen zullen u graag helpen de bijbel te begrijpen.

Naarmate u meer over Jehovah te weten komt, zult u meer kennis verwerven over degenen die in het geestenrijk wonen. Die kennis maakt vrij van vormen van bijgeloof, opvattingen en tradities die Satan gebruikt om mensen in vrees en slavernij te houden. Door nauwkeurige kennis van God zult u leren erop te vertrouwen dat hij u zal helpen de dagelijkse problemen van het leven te vermijden of te overwinnen. U kunt een vriend van God worden. En God zal voor u „een toevlucht en sterkte” blijken, „een hulp die gemakkelijk te vinden is in benauwdheden”. — Psalm 46:1.

Goddeloze geesten uit de weg geruimd

Twijfel er nooit aan dat de geestenkrachten van het goede zullen zegevieren over de geestenkrachten van het kwaad. Er is reeds een oorlog in het geestenrijk gestreden die de hemel van Satan en zijn boosaardige metgezellen heeft gezuiverd. In het boek Openbaring staat: „Er brak oorlog uit in de hemel: Michaël [de opgestane Jezus Christus] en zijn engelen streden tegen de draak, en de draak en zijn engelen streden, maar hij zegevierde niet, en ook werd er voor hen geen plaats meer gevonden in de hemel. Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.” — Openbaring 12:7-9.

Wat was het gevolg van die oorlog? Het verslag vervolgt: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft” (Openbaring 12:12). Zij die in de hemel waren, konden zich verheugen, omdat Satan en zijn demonen daar niet meer waren om moeilijkheden te veroorzaken. Dat hij uit de hemel is geworpen, heeft echter veel ellende, grote narigheid, over de aardbewoners gebracht. Wij leven nu in die rampspoedige tijd. — 2 Timotheüs 3:1-5.

Een toekomst zonder het kwaad

Toch biedt de bijbel ook hoop. Hij verzekert ons dat de Duivel „een korte tijdsperiode” heeft voordat hij onschadelijk wordt gemaakt. Wanneer dat gebeurt, zal Jehovah schitterende zegeningen brengen voor allen op aarde die zijn vriendschap zoeken. Sta eens stil bij enkele van zijn beloften voor de toekomst:

„Er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn.” — Psalm 72:16.

„Het werk van hun eigen handen zullen mijn uitverkorenen geheel verbruiken. Zij zullen niet voor niets zwoegen.” — Jesaja 65:22, 23.

„Geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek.’” — Jesaja 33:24.

„In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen.” — Jesaja 35:5, 6.

„En [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.

„De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” — Psalm 37:29.

Alleen Jehovah, de ware God, kan zulke grootse beloften waarmaken. Niets zal hem ervan weerhouden zijn voornemen te verwezenlijken. „Bij God zal geen verklaring een onmogelijkheid zijn.” — Lukas 1:37.

[Illustraties op blz. 9]

Wanneer u eenmaal Gods vriend bent, zal hij u helpen de problemen van het leven aan te kunnen