ADRIA
(A̱dria).
In Handelingen 27:27 wordt naar de „zee van Adria” verwezen, waarop Paulus 14 stormachtige dagen doorbracht voordat hij bij het eiland Malta schipbreuk leed. Strabo, een Griekse aardrijkskundige uit de 1ste eeuw v.G.T., zegt dat deze naam is ontleend aan de stad Atria, gelegen aan de monding van de rivier de Po, aan wat nu de Golf van Venetië wordt genoemd. De huidige Italiaanse stad Adria ligt iets van de kust vandaan. Het schijnt dat de naam „Adria” oorspronkelijk slechts op de wateren in die omgeving werd toegepast, maar toen langzamerhand op de gehele huidige Adriatische Zee, de Ionische Zee en het gedeelte van de Middellandse Zee ten O. van Sicilië (en Malta) en ten W. van Kreta. De naam gold dus voor wateren die thans niet tot de Adriatische Zee worden gerekend; maar in Paulus’ dagen kon er terecht worden gezegd dat het eiland Malta in de „zee van Adria” lag.