Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1290
  • Raadsel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Raadsel
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Raadsel
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Goddelijke raadsels en Gods voornemen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1999
  • Een profetisch raadsel vervuld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
  • ‘Ik zal één herder aanstellen’
    De zuivere aanbidding van Jehovah eindelijk hersteld!
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1290

RAADSEL.

Een met opzet duister geformuleerde omschrijving van een begrip. Raadsels worden tegenover gemakkelijk te begrijpen, duidelijke taal gesteld (Num. 12:8). Het woord raadsel wordt soms als synoniem voor het begrip spreukachtige rede gebruikt, omdat een raadsel zeer wel een verklaring kan zijn die een diepe betekenis heeft maar in verhulde taal wordt uitgedrukt (Ps. 49:4). Hetzelfde Hebreeuwse woord dat met „raadsels” wordt weergegeven, is in een andere context ook met „ingewikkelde vragen” vertaald (2 Kron. 9:1). Voor het formuleren van een raadsel, dat vaak een verhulde maar nauwkeurige analogie inhoudt, moet men scherp van verstand zijn, en voor het oplossen van zo’n raadsel moet men over een goed combinatievermogen beschikken; daarom zegt de bijbel dat raadsels aan het brein van wijze personen ontspruiten en dat een man van verstand ze kan doorgronden. — Spr. 1:5, 6.

De bijbel bevat raadsels die betrekking hebben op Jehovah’s voornemens (Ps. 78:2-4). Deze raadsels zijn uitspraken die de lezer aanvankelijk kunnen verbijsteren; soms zijn de raadsels expres in duistere bewoordingen gesteld, doordat er betekenisvolle vergelijkingen zijn gebruikt die niet bedoeld waren om ten tijde dat ze opgetekend werden, begrepen te worden. In Zacharia 3:8 spreekt Jehovah bijvoorbeeld profetisch over „mijn knecht Spruit”, maar hij legt daar niet uit dat deze een spruit of nakomeling uit de koninklijke geslachtslijn van David is en dat de Spruit in werkelijkheid Gods eigen Zoon is, die toen in de hemel was, en die aan een maagdelijke nakomelinge van koning David geboren zou worden. En in Openbaring 13:18 staat dat het „getal van het wilde beest” „zeshonderd zesenzestig” zou zijn, maar daar wordt niet verklaard wat de betekenis van dat getal is.

Af en toe werden raadsels niet gebruikt om degenen die ze hoorden in verwarring te brengen, maar schijnbaar om belangstelling te wekken en de boodschap die werd overgebracht, te verlevendigen. Dat was het geval met het door de profeet Ezechiël aan het huis Israël opgegeven raadsel van de twee arenden en de wijnstok (Ezech. 17:1-8). Onmiddellijk nadat Ezechiël het raadsel had verteld, kreeg hij van Jehovah de opdracht het volk te vragen of zij het hadden begrepen en het vervolgens aan hen te verklaren.

Sommige raadsels werden opgegeven om de mensen naar de betekenis ervan te laten raden, en vaak waren ze in versvorm opgesteld, zoals het raadsel dat Simson de Filistijnen opgaf (Recht. 14:12-18). Hij gebruikte opzettelijk vergelijkingen die niet zo gemakkelijk te begrijpen waren, toen hij zei: „Uit de eter kwam iets om te eten te voorschijn, en uit de sterke kwam iets zoets te voorschijn.” Zijn raadsel was gebaseerd op een voorval dat hij kort tevoren persoonlijk had beleefd, namelijk toen hij uit het kadaver van een leeuw honing had geschraapt, die daar door een zwerm bijen was gedeponeerd. — Recht. 14:8, 9.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen