Hij woont in het paleis van een koning
In Spreuken 30:28 lezen wij volgens de New World Translation of the Holy Scriptures: „De muurgekko houdt zich vast met zijn eigen handen en hij is in het grootse paleis van een koning.” Hier wordt de „muurgekko” als een van de vier kleine schepseltjes vermeld die instinctief wijs zijn, want deze hagedis is in staat zich „met zijn eigen handen” vast te houden en zelfs in een koningspaleis door te dringen, waar hij zich aan elk soort van oppervlak door middel van zijn „handen” — zijn van zuignappen voorziene pootjes — kan vasthouden. De zich vasthechtende schijfjes, aldus Raymond Ditmars, „vertonen een frappante gelijkenis met de vergrote, op zuignappen gelijkende kussentjes onder de pootjes van een vlieg; en de manier waarop ze zich vastzuigen is dezelfde — niet met behulp van een kleverige stof die wordt afgescheiden, maar ten gevolge van een wezenlijke zuigkracht die wordt veroorzaakt door hermetisch afgesloten holle ruimten”.