Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w67 15/3 blz. 188-192
  • Hemel en aarde verklaren: ’God leeft!’

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hemel en aarde verklaren: ’God leeft!’
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • VERKLARING VAN DE HEMEL
  • DE HEMEL VERKLAART DAT GOD NOG STEEDS LEEFT
  • VERKLARING VAN AARDSE DINGEN
  • GOD LEEFT!
  • WAAROM HUN SCEPTICISME?
  • Heeft de mens God nog wel nodig?
    Ontwaakt! 1973
  • Levenskringlopen
    Ontwaakt! 2009
  • Waar komt de orde in het universum vandaan?
    Ontwaakt! 1971
  • Waarom wij erop kunnen vertrouwen dat een betere wereld nabij is
    Ontwaakt! 1976
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
w67 15/3 blz. 188-192

Hemel en aarde verklaren: ’God leeft!’

Hoe overtuigend is hun boodschap? Weerleggen ze werkelijk de bewering dat God dood is?

VOORAANSTAANDE theologen en geestelijken van tegenwoordig beweren: ’God is dood.’ Sommigen geloven dat hij werkelijk is gestorven; dat hij niet langer bestaat. „Eens leefde de God van de bijbel”, verklaarde T.J.J. Altizer, professor in de theologie aan een methodistenschool in de Verenigde Staten, „toen stierf hij”.

Andere theologen bedoelen klaarblijkelijk dat God afwezig is, dat hij het niet ziet, dat hij het land verlaten heeft en zich niet langer om de mens en de aarde bekommert. W. Hamilton van de Colgate-Rochester Theological School legde uit: „Wij spreken niet over de afwezigheid van de ervaring van God, maar over de ervaring van de afwezigheid van God.”

Alhoewel zulke ’God-is-dood’-denkbeelden als revolutionair worden geacht, uitlopend op veel discussies en debatten, zijn ze geenszins oorspronkelijk. Meer dan 2500 jaar geleden, vlak voor het koninkrijk Juda in handen van Babylon viel, zeiden velen praktisch hetzelfde. Merk op hoe nauw de bijbel hun ’God-is-dood’-filosofie in verbinding brengt met de immoraliteit en goddeloosheid die toen werden bedreven: „De ongerechtigheid van het huis Israëls en van Juda is uitermate groot, zodat het land van bloedschuld vol is, en de stad vol van rechtsverkrachting, want zij denken: de HERE heeft het land verlaten, en: de HERE ziet het niet.” — Ezech. 9:9.

Jaren later, toen Rome nog op het toppunt van haar macht stond, waren soortgelijke denkbeelden en meningen onder de mensen van die immorele en goddeloze stad ook populair. De christelijke apostel Paulus werd er daarom toe aangespoord de afschuwelijke immoraliteit en andere vormen van ongerechtigheid die door die mensen bedreven werden, te veroordelen. En hij weersprak tegelijkertijd hun ’God-is-dood’-filosofie, zeggende: „Want [Gods] onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.” — Rom. 1:20-32.

VERKLARING VAN DE HEMEL

Heeft de bijbel het bij het rechte eind? Verklaren „de dingen die gemaakt zijn”, bijvoorbeeld de hemel, met zijn miljoenen flonkerende, met juwelen te vergelijken sterren, dat God leeft? Lang geleden antwoordde de van waardering blijk gevende bijbelpsalmist: ’Ja’. „De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan den dag, en de nacht predikt kennis aan den nacht.” — Ps. 19:1, 2.

Maar sceptici redeneren wellicht dat de psalmist David geen ervaren geleerde was en derhalve niet in staat was het getuigenis van de hemel goed te interpreteren. Een van de grootste geleerden die ooit geleefd heeft, Sir Isaac Newton, was het evenwel met de psalmist eens, zeggende: „Dit bijzonder elegante stelsel van zonnen, planeten en kometen kon alleen ontstaan wegens het voornemen en de soevereiniteit van een verlicht en machtig wezen.”

Ook thans verwonderen heel wat ervaren geleerden met veel grotere kennis van de hemel, zich over de ordelijkheid en nauwkeurigheid waarmee de hemellichamen zich bewegen. C.B. Hamann, een vooraanstaand geleerde en mede-onderzoeker aan het instituut voor ruimtelijk onderzoek te Oak Ridge, merkte op:

„Als wij onze ogen naar de hemel opslaan, moeten wij wel een kreet van verbazing slaken over de ordelijkheid van de sterrenloop. Nacht na nacht, seizoen na seizoen, jaar na jaar, eeuw na eeuw hebben de werelden in de ruimte hun baan langs de hemel gevolgd. Zij keren zo regelmatig in hun baan terug, dat verduisteringen eeuwen van tevoren voorspeld kunnen worden. . . . Als ze niet aan wetten onderhevig waren, zouden mensen er dan op vertrouwen dat ze hen over de zeven zeeën of langs de niet aangegeven paden van de hemel zouden leiden?”

Een andere geleerde, M. Books Kreider, lid van het Amerikaanse genootschap van beroepsbiologen, hield er een gezonde redenering betreffende het getuigenis van de hemel op na, zeggende:

„Er zijn bewijzen van het bestaan van God voorhanden die even krachtig zijn als die welke op veel terreinen van rationeel en wetenschappelijk denken vaak als bewijs worden aanvaard . . . Onze eerste groep van bewijzen vinden wij in de kosmologie, in het bestaan van een universum dat door nauwgezette Natuurkrachten wordt bestuurd en een ordelijkheid bezit die wijst op een arrangeur of organisator. Deze precisie is zo groot dat de baan van planeten en, van recentere datum, van de kunstmanen, van tevoren kunnen worden voorspeld. . . . Een dergelijke orde is, volgens algemene menselijke ondervinding, een gevolg van een ordelijk brein. Tenzij er een macht in werking is die ontwerpt of bestuurt, ontstaat er eerder chaos dan orde.”

Toch willen sommige vooraanstaande ’God-is-dood’-theoretici beweren dat dit alleen maar bewijst dat de „God van de bijbel eens leefde”; hij schiep de hemel, maar „toen stierf hij”. Zij redeneren dat de hemel alleen maar verklaart dat God eens leefde. Is deze conclusie op gezonde redenering gebaseerd?

DE HEMEL VERKLAART DAT GOD NOG STEEDS LEEFT

Denkt u eens even na over de betekenis hiervan. Zij zeggen dat Hij die de miljoenen galactische stelsels met hun ontelbare sterren heeft geschapen en ze zo organiseerde dat ze met zulk een op het onderdeel van een seconde afgestelde precisie in hun baan omwentelen dat de mens er zijn uurwerken op gelijkzet — dat Hij is gestorven. Is het redelijk dat iemand die zo machtig is, zou kunnen sterven? Wat dunkt u?

U zult het ongetwijfeld eens zijn met de profeet van weleer, die onder inspiratie van God verklaarde: „Zijt gij niet van ouds Jahwe, mijn god, mijn Heilige, die niet sterven zal?” (Hab. 1:12, LV; PC; NW) Ja, God kan niet sterven! Hij is onsterfelijk, „de Koning der eeuwigheid” (1 Tim. 1:17). De psalmist Mozes riep uit: „Eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God” (Ps. 90:2). Het is eenvoudig onredelijk, zowel als onschriftuurlijk te geloven dat de God die dit schitterende universum schiep op zekere tijd in de huidige geschiedenis is gestorven!

De wet en orde die de beweging van de hemellichamen blijven besturen, getuigen ervan dat God nog steeds bestaat, dat hij nu leeft. Dit komt omdat, als er wetten van kracht zijn en ten uitvoer gelegd worden, er nog altijd een soeverein of regering aan het werk moet zijn. Neemt u bijvoorbeeld eens verkeerswetten in aanmerking, die de zich door de straten van de stad voortbewegende voertuigen regelen en leiden. Wat bewijst het bestaan van deze wetten? Welnu, dat er een burgerlijke autoriteit bestaat die deze wetten heeft ingesteld en ze nu doorvoert of ten uitvoer legt!

Nu dan, voert Hij die de wetten vastlegde die de beweging van hemellichamen besturen, deze wetten nog steeds door en houdt Hij er de hand aan? Wis en zeker! Telkens als geleerden een raket in de ruimte afschieten, rekenen zij op het feit dat deze wetten volgens de nauwkeurige specificaties van hun Maker worden doorgevoerd en ten uitvoer worden gelegd. En als een raket uit de koers raakt, komt het altijd door een of andere menselijke tekortkoming, nooit omdat de wetten die het universum regeren niet constant bleven functioneren. De hemel verklaart ten stelligste: ’God leeft’!

VERKLARING VAN AARDSE DINGEN

Hoe staat het evenwel met de dingen op aarde? Verklaren zij ook dat God leeft? Wijzen zij erop dat hij zich om de mensheid bekommert en belangstelt in hun welzijn?

Ja, inderdaad! De christelijke apostel Paulus werd ertoe bewogen uit te roepen: „God, die de hemel en de aarde en de zee en alle dingen die daarin zijn, heeft gemaakt . . . heeft [niet] nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door goed te doen, door u regens vanuit de hemel en vruchtbare tijden te geven, door uw hart overvloedig met voedsel en vrolijkheid te vervullen” (Hand. 14:15-17). En Jezus Christus zei dat God „zijn zon [laat] opgaan over goddelozen en goeden en het [laat] regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” — Matth. 5:45.

Dat God voor de zonneschijn, de regen, het kostelijke voedsel om te eten, en zelfs voor „leven en adem en alle dingen” zorgt, getuigt ervan dat hij leeft (Hand. 17:25). Hij verschaft dagelijks dingen voor de verzorging en de vrolijkheid van de mensheid. Hij is niet van de aarde of de mens afwezig; hij is niet zonder getuigenis dat hij een levende God is.

Denk eens na over de wonderbaarlijke wijze waarop Hij het leven op aarde onderhoudt. Al ons voedsel is het gevolg van Zijn schitterende voedselproduktieproces dat de mens fotosynthese noemt. Alhoewel het zo fundamenteel, zo eenvoudig lijkt, staan de knapste menselijke geleerden er verbaasd over. Groene planten verbinden uit licht verkregen energie met water en koolstofdioxyde, en vormen aldus op wonderbare wijze voedsel. Het proces wordt beheerst door verbazingwekkende wetten die voor de mens niet waarneembaar zijn en die zijn begrip te boven gaan. Science News Letter van 6 april 1957, beschrijft de stappen die erbij betrokken zijn aldus:

„Koolstofdioxyde in de lucht dringt door uiterst kleine openingen een blad of ander groen deel van een plant binnen. Eenmaal binnen lost de koolstofdioxyde op in het water dat zich tussen de celwanden van de plant bevindt. De oplossing gaat nu gemakkelijk door de celwanden heen naar kleine lichamen binnenin de cellen die chlorofyl bevatten, de stof die planten hun groene kleur geeft.

Hier verrichten de ’godheden’ hun wonder. Zonlicht verschaft de energie voor de grote chemische verandering en chlorofyl fungeert als het ’schakelbord’ waardoor de reactie wordt bestuurd. Onder invloed van deze twee dingen verbinden de koolstofdioxyde en het water zich nu om de basis voor alle voedsel te maken, een enkelvoudig suiker. Alle talrijke vetten, eiwitten en koolhydraten die door planten en dieren worden gebruikt, moeten later uit deze suiker worden gemaakt.”

Hoe ongelooflijk! Op welk een eenvoudige, en toch wonderbaarlijke en efficiënte manier draagt God zorg! Neem ook in aanmerking dat in dit miraculeuze proces van de voedselproduktie in de planten zuurstof wordt gefabriceerd en in de atmosfeer vrijgelaten. Mens en dier nemen die zuurstof in zich op — zij hebben dit nodig om te ’leven en te bewegen en te bestaan’ — en geven op hun beurt koolstofdioxyde af, een zeer belangrijke grondstof die in planten voor de voedselproduktie wordt gebruikt. Wat een merkwaardige cyclus, waarin zowel planten als dieren samenwerken! — Hand. 17:28.

God heeft ten behoeve van de mens in nog vele andere wonderbaarlijke processen voor het onderhouden van het leven voorzien. Bijvoorbeeld de stikstofcyclus.

Stikstof is een van de stoffen die voor het leven van planten en dieren noodzakelijk is. Het is een gas waaruit ongeveer 78 percent van de lucht die wij inademen bestaat, maar wij kunnen het niet, zoals zuurstof, uit de lucht in ons lichaam opnemen. In de stikstofcyclus echter brengen zowel onweersbuien als bepaalde bacteriën stikstof in de grond in de vorm van nitraten die door planten geabsorbeerd kunnen worden. Wij krijgen dan de nodige stikstof binnen door de planten te eten, of door dieren te eten die deze planten hebben opgegeten. Als planten en de uitwerpselen van dieren verrotten, geven ze stikstof in de atmosfeer af en voltooien daarmee de cyclus.

GOD LEEFT!

Waarvan getuigt deze verbazingwekkende orde en harmonie die wij rondom ons heen zien? M. G. Smith, een vooraanstaand wiskundige en professor aan een universiteit wees op de scheppingswonderen die sceptici verbijsteren en merkte op:

„De gehele natuur werkt volgens vastgestelde wetten. Steeds weer worden er nieuwe wetten ontdekt. . . . Zullen wij de theorie aanvaarden dat ze van materiële oorsprong zijn? Hun grote aantal, hun harmonie, hun hele aard, maakt dat volkomen onmogelijk. Deze wetten zijn van een hogere oorsprong dan het universum waarin ze functioneren. Er is volgens mijn alledaagse, nuchtere verstand maar één plausibel antwoord, en dat is dat deze wetten geloof in een Wetgever eisen, die ik wederom God noem.”

Vele ’God-is-dood’-theoretici stemmen er misschien mee in dat God deze wetten tot bestaan riep, doch zullen beweren dat hij nu óf niet meer bestaat óf totaal geen belangstelling voor de mensheid heeft. Hoe zou dit echter kunnen? Als hij dood is, welke kracht of macht houdt dan de ingewikkelde wetten en onbegrijpelijke processen van het produceren van voedsel in stand? Willen deze wetten en processen blijven functioneren, dan moet er logischerwijs iemand zijn die er de hand aan houdt en ze gaande houdt.

Alhoewel het populair is te beweren dat God dood is, staven in plaats daarvan alle bewijzen de verklaringen van de bijbel dat God leeft, dat hij de „Koning der eeuwigheid” is, dat hij niet sterft, dat hij „van eeuwigheid tot eeuwigheid” is. — 1 Tim. 1:17; Hab. 1:12; Ps. 90:2.

WAAROM HUN SCEPTICISME?

Wat is dan de reden voor de dwaze bewering dat God dood is? Daar zijn ongetwijfeld een aantal factoren bij betrokken. Eén voorname factor is dat zulke personen geen verantwoording aan Gods wetten verschuldigd willen zijn. Zij wensen vrij te zijn hun zelfzuchtige, onafhankelijke weg te volgen zonder de beperkingen die Gods wetten hun zouden opleggen. Evenals de goddeloze immorele mensen uit het verleden, zeggen zij: ’God heeft het land verlaten, hij ziet het niet’, ja, hij is dood (Ezech. 9:9). Maar door deze houding aan te nemen tonen zij dat zij dwazen zijn. „De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” — Ps. 14:1.

Nog een factor is dat sceptici in hun trots doorgaans willen dat God handelt zoals het hun past. En als hij dat niet doet, gaan zij op laatdunkende wijze God bekritiseren en vallen zij zelfs zijn bestaan aan. Zij zijn niet bereid geduldig te vernemen hoe en wanneer God, op zijn eigen tijd en op zijn eigen manier, ’s mensen kwalen zal genezen. Door hun gebrek aan geloof en bijbelkennis openbaren zij zich als tegenhangers van de religieuze leiders tot wie Jezus Christus zei: „Gij [kent] noch de Schriften noch de kracht Gods.” — Matth. 22:29.

Ongeacht hoeveel mensen het bewijs van de Schriften en de macht en majesteit van God die zo duidelijk uit zijn materiële scheppingen blijken, ook mogen negeren, het feit blijft bestaan dat HIJ LEEFT. De hemel en aarde verklaren inderdaad: ’God leeft.’

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen