Wat hebt u van uw „Goed Nieuws”-vergadering opgestoken?
JEHOVAH’S GETUIGEN, zowel jong als oud, vinden het heerlijk om op grote vergaderingen samen te komen, zoals ook in Hebreeën 10:24, 25 is geboden. Daarom hebben honderdduizenden vele kilometers afgelegd om een van de „Goed nieuws voor alle natiën”-districtsvergaderingen te bezoeken. Deze werden gedurende juli en augustus van het vorige jaar in meer dan vijfentwintig landen op het noordelijk halfrond in meer dan 120 steden gehouden. En in welk een grote menigten kwamen zij! In bijna elk land was het bezoek 10 tot 30 percent hoger dan dat van het voorgaande jaar, met een totaal van 928.756 aanwezigen.
Getuigen die in hun eigen land niet de vrijheid hadden in grote getalen bijeen te komen, gingen naar landen waar dit wel kon. Ongeveer 5000 Getuigen reisden van Spanje naar Toulouse in Frankrijk, hetgeen ook meer dan 600 Portugese Getuigen deden. Meer dan 2000 Getuigen uit Joegoslavië waren op de vergadering in Villach, Oostenrijk, en meer dan 500 Getuigen uit Griekenland gingen naar een vergadering in Ulm, in Duitsland. Al deze vergaderingen werden natuurlijk in hun eigen landstaal gehouden.
Wat was de jeugd goed op deze vergaderingen vertegenwoordigd! Herhaaldelijk leverde de openbare pers commentaar op dit feit en merkte op dat er geen ’generatiekloof’ tussen de Getuigen was. Zo publiceerde B.T. (een van de grootste dagbladen van Denemarken) een vraaggesprek met een aantal jonge Getuigen, die hun opvatting over de bijbel, de moraal, het huwelijk, kleding en andere zaken gaven. In de inleiding werd gezegd:
„Dit is geen aangelegenheid van oude mensen — er zijn veel jonge echtparen en jonge ongehuwde mensen, jongelui, tieners en kinderen. Allen luisteren aandachtig en vol vertrouwen naar de lezingen en bijbelse uiteenzettingen van hun oudsten. Er is geen jeugdopstandigheid onder Jehovah’s getuigen. Wat hen verenigd houdt kan met één woord gezegd worden: waarheid. Doch wat voor waarheid is zo krachtig dat de jeugd er geheel en al van overloopt, dat ze hun hele levensopvatting volkomen verandert en hen een levenswijze doet volgen die hen in bijna elk opzicht van al hun leeftijdgenoten afzondert?”
Dat deze jonge mensen waardering voor deze vergaderingen hadden, bleek ook uit de aandelen die zijzelf aan de programma’s hadden en uit de wijze waarop zij in de verschillende afdelingen, zoals verfrissingen, cafetaria en reiniging, aanpakten en bijsprongen. En zij bewezen dit door de moeite die zij zich getroostten om naar de vergaderingen te kunnen gaan, daar niet alle ouders er financieel toe in staat waren hun hele gezin naar het congres mee te nemen. Zo hakten twee kleine jongens van zeven en acht jaar in Ierland hout tot aanmaakhoutjes en verkochten deze om geld te hebben om naar de vergadering te gaan. Kinderen uit de Amerikaanse staat Washington verzamelden tienduizenden regenwormen, die door vissers worden gebruikt, en verkochten ze voor een cent per stuk om naar de vergadering te kunnen gaan. In de Bronx in New York verrichtten tienermeisjes na schooltijd huishoudelijk werk en pasten ’s avonds op baby’s, terwijl een jongen een krantenwijk nam, zodat zij naar de vergadering in Washington D.C. konden gaan.
GEESTELIJKE ZEGENINGEN MET „BIJKOMENDE VOORDELEN”
Ongetwijfeld hebben allen die de vergaderingen hebben bezocht vele secundaire zegeningen ontvangen die „bijkomende voordelen” genoemd zouden kunnen worden. Zij nuttigden samen maaltijden, genoten van de omgang met hun broeders, ontmoetten oude en maakten nieuwe vrienden en zongen gezamenlijk liederen. Gezien de grotere, belangrijkere geestelijke zegeningen die er te krijgen waren, zou het echter verkeerd zijn geweest als men zich hiermee tevreden had gesteld. Hoeveel hebben de aanwezigen van het vergaderingsprogramma zelf opgestoken? Hoeveel hebt u ervan opgestoken?
De verschillende onderdelen van het vergaderingsprogramma waren buitengewoon goed overwogen en er zat heel wat voorbereiding in. In een verslag uit Ierland werd erover gezegd: „Nooit is een programma van een districtsvergadering zo ingeslagen; nooit heeft men alle vier de dagen de belangstelling zo gemakkelijk vastgehouden; nooit werd ons hart er zo toe bewogen Jehovah’s beginselen in ons dagelijks leven en in de bediening toe te passen. . . . Dit was een vergadering die gedenkwaardig is om haar krachtige invloed op onze geestelijke gezindheid en om het feit dat ze in een subliem instrument heeft voorzien om ons als bedienaren van het goede nieuws te helpen.”
Een aantal personen was echter niet in staat deze vergaderingen te bezoeken. Daarnaast hadden sommigen die wel aanwezig waren, het erg druk met de zorg voor de congresorganisatie, waardoor zij bepaalde gedeelten van het programma hebben gemist. En het is waarschijnlijk dat menig krachtig punt voor de luisteraars verloren is gegaan wegens de afleiding die in grote menigten zo moeilijk te vermijden is. Het lijkt ons dus goed het programma dag voor dag in het kort de revue te laten passeren en de hoogtepunten te vermelden.
DE EERSTE DAG
Deze vergaderingen begonnen met de welkomsttoespraak „Het ’goede nieuws’ heeft ons te zamen gebracht”. „Waar zou je zonder het ’goede nieuws’ zijn?” vroeg de spreker, en hij voegde eraan toe: „Sommigen van jullie zouden misschien niet eens meer leven.” ’Dit goede nieuws heeft ons leven veranderd, ons vrede des geestes en zekerheid gegeven; het heeft ons iets gegeven om voor te leven. Als je je op het geconcentreerde geestelijke voedsel concentreert dat op deze vergadering wordt geboden, zou ze een mijlpaal in je leven als christen kunnen zijn.’
Daarna kwam de toespraak door de voorzitter „Waardering voor wat God voor ons heeft gedaan”. De spreker wees onder andere op de vele wonderen der schepping, zoals de menselijke hand, zonder welke geen enkel menselijk voortbrengsel, van een kleine transistor tot een machtige oceaanreus, mogelijk is, en op de menselijke ogen, twee prachtig geconstrueerde kleine, bolvormige filmcamera’s. Hij schonk ook aandacht aan de vele geestelijke zegeningen waarvan de voornaamste de gave van Gods zoon als ’s mensen Loskoper is. Deze toespraak — werkelijk een meesterstuk — droeg er op voortreffelijke wijze toe bij onze waardering voor wat God heeft gedaan te vergroten en vormde een schitterend begin.
Deze lezing werd gevolgd door „Wat doe je met je leven?”, een ontroerende voordracht waardoor verscheidene dingen duidelijk werden gemaakt. Er werd in aangetoond hoe christenen de tijd nuttig kunnen doorbrengen als zij bij elkaar op visite komen door een bepaald gedeelte van de bijbel te lezen, een paar verzen tegelijk, en deze dan te bespreken. Er werd ook in aangetoond hoe het feit dat Esau zijn eerstgeboorterecht verachtte als waarschuwing kan dienen voor christenen in deze tijd die misschien gebrek aan waardering voor hun erfenis hebben (Matth. 25:34). En het drama had verder ten doel om Abraham, Isaäk en Esau als nooit tevoren in de geest van hen die ernaar luisterden te doen leven. De roerende manier waarop Abraham werd uitgebeeld, bracht velen de tranen in de ogen.
Het avondprogramma begon met interessante ervaringen en uitstekende opmerkingen door jongeren die als pioniers in de volle-tijddienst werkzaam waren. Kenmerkend waren zulke uitspraken als: „Ik ontdekte dat er meer nodig was dan alleen de wens om te pionieren. Er was vastberadenheid voor nodig om te pionieren.” „Het schenkt in de pioniersdienst geweldig veel voldoening mensen tot de opdracht te brengen.” Op meer dan één vergadering vertelden jongelui die de middelbare school hadden doorlopen dat zij een beurs voor de universiteit hadden geweigerd om te pionieren.
Na deze ervaringen kwam het twee uur durende drama: „Wat jongeren in de bediening verrichten.” Hierin werden door een gezelschap van ongeveer dertig personen op openhartige en dramatische wijze de problemen uitgebeeld waar christelijke jongeren in de bediening mee geconfronteerd worden, zoals de strik van het materialisme en de verleiding hoererij te bedrijven, en hoe hieraan met succes het hoofd kan worden geboden. Het drama, dat grotendeels op werkelijke gebeurtenissen was gebaseerd, legde er de nadruk op wat ouders kunnen doen om hun kinderen te helpen. Op krachtige wijze werd ouders gezegd: „Het is niet voldoende dat jullie kinderen vergaderingen bezoeken en in de dienst uittrekken; weten jullie waarom zij het doen? Kennen jullie nauwkeurig hun zienswijzen en aspiraties? Weten jullie waarvoor zij zich werkelijk interesseren?” Tot besluit werd ouders gezegd: „Jullie kinderen zijn als leem in jullie handen. Jullie kunnen Jehovah helpen hen tot vaten voor een eervol gebruik te kneden òf . . . toelaten dat dit samenstel van dingen hen kneedt tot vaten voor een oneervol gebruik. De keuze is aan jullie.”
DE TWEEDE DAG
Vrijdag, de tweede dag van de vergadering, had op het ochtendprogramma een doopdienst staan: „De doop als reactie op het ’goede nieuws’”. Er werd onder andere in aangetoond dat de opdracht vereist is ten einde een goed geweten te verkrijgen; het is heel verstandig zich aan God op te dragen, daar dit tot eeuwig leven leidt, terwijl het ook liefdevol is om aldus blijk te geven van dankbaarheid voor alles wat God voor ons heeft gedaan. Het is evenwel geen overeenkomst waarbij iets wordt bedongen, doch veeleer een onvoorwaardelijke overgave, gebaseerd op vertrouwen in God. Op de 119 vergaderingen werden 17.613 personen gedoopt.
Na interessante ervaringen, die werden verteld door enkele personen die pas waren gedoopt, vervolgde het vrijdagmiddagprogramma met een lezing gebaseerd op Matthéüs 11:28-30. Er werd in aangetoond dat het juk en de last van de wereld, wegens de wijdverbreide zelfzucht en goddeloosheid, hard en zwaar zijn. Ook is de schuldenlast als gevolg van iemands zonden zwaar. Het juk en de last van de opdracht zijn echter zacht en licht, omdat Jehovah God en Jezus Christus liefdevolle en redelijke Meesters zijn. Geloof, gehoorzaamheid, een juiste kijk op christelijke broeders en omgang met hen dragen er verder toe bij om iemands last licht te maken.
Daarna volgde onmiddellijk de toespraak: „Bereid je je nu voor op de toekomstige beproevingen?” Hoe kun je dit doen? Door je gedachten te leren beheersen, door goede studiegewoonten, door met succes het hoofd te bieden aan huidige beproevingen, zoals die worden veroorzaakt door het nationalisme, seksuele immoraliteit, het materialisme en de toenemende onverschilligheid ten opzichte van de Koninkrijksboodschap. Het is ook belangrijk selectief in je ontspanning te zijn. De toehoorders werden aangespoord: „Vermijdt wat jullie geestelijk verzwakt, zoals buitensporig TV-kijken.”
Vervolgens kwam de lezing waarin werd verteld „Waar meer predikers van het goede nieuws nodig zijn”. De Macedonische oproep wordt nog altijd gehoord, want er zijn veel landen waar slechts één Koninkrijksprediker op 5000 mensen is, en in één land is de verhouding één op 840.000. Er wachten je vele zegeningen als je deze oproep ter harte kunt nemen, doch het is uiterst belangrijk zorgvuldig plannen te maken. Als je niet in staat bent ver weg te gaan, zijn er wellicht ook in je eigen land plaatsen waar de behoefte sterker wordt gevoeld (Hand. 16:9, 10). Deze lezing werd gevolgd door de machtige thematoespraak: „Het ’goede nieuws’ van een wereld zonder valse religie”, waarvan de gehele tekst in de vorige uitgave van De Wachttoren werd afgedrukt.
Aan het besluit van deze lezing werd een nieuw hulpmiddel voor bijbelstudie vrijgegeven, De waarheid die tot eeuwig leven leidt. Het is een uit 192 bladzijden bestaande uitgave in zakformaat. Over de inhoud werd in een brief vol waardering uit Denemarken onder andere het volgende verklaard:
„Het neemt de lezer of de studerende bijna van begin tot eind in beslag en betrekt hem in de beschouwing. Het behandelt zowel het materiaal van het gegeven onderwerp als de houding van de lezer ten opzichte ervan. Naarmate de stof wordt behandeld wordt er een beroep op hem gedaan vele beslissingen te nemen, en dat zal hem helpen in de waarheid te komen. In de waarheid komen, is per slot van rekening niet een kwestie van het nemen van één beslissing na het hele boek te hebben bestudeerd, doch het resultaat van vele beslissingen die genomen worden naarmate iemands kennis toeneemt . . . Het komt mij voor dat wij nog nooit iets hebben gekregen dat zo zeer op het juiste moment kwam als dit boek en deze studiemethode.”
De Koninkrijksdienst van maart 1968, waarin deze vergaderingen werden bekendgemaakt, verklaarde: „Voor de vrijdag staat iets op het programma waar wij niet alleen van zullen genieten maar wat ons ook zal verrassen want wat dan zal worden gezegd zal van grote invloed zijn op het werk dat wij gedurende de voor ons liggende jaren zullen verrichten.” De „verrassing” hield meer in dan het nieuwe boek. Ze betrof ook een bijbelstudieprogramma van zes maanden! Wegens de manier waarop het nieuwe boek de leerling er telkens in betrekt zal het hem tegen de tijd dat hij het uit heeft — hetgeen in ongeveer zes maanden dient te zijn — er ongetwijfeld naar doen verlangen iets te gaan doen. Zulke studies dienen niet meer jaar in jaar uit te worden gehouden zonder dat de leerling in overeenstemming met de kennis die hij heeft opgedaan, handelt!
Het avondprogramma begon met ervaringen over successen met bijbelstudies. Op de vergadering in Lewiston, in de Amerikaanse staat Maine, vertelden twee speciale pioniers hoe zij, in betrekkelijk korte tijd, tien jonge volwassenen en de ouders van enkelen van hen hadden kunnen helpen hun standpunt voor Gods waarheid in te nemen, grotendeels als gevolg van een kettingreactie, als het ware. Tien van hen kwamen één voor één op het podium en er werd verteld dat er in de afgelopen acht maanden twaalf waren gedoopt.
Het programma legde vervolgens de nadruk op de vele voortreffelijke punten in het nieuwe hulpmiddel voor bijbelstudie en hoe het aan het publiek kon worden aangeboden. Het staat vol gemakkelijk te begrijpen besprekingen van onderwerpen die de meeste mensen moeten weten of waarin zij zeer geïnteresseerd zijn. Het is in vriendelijke doch vastberaden bewoordingen gesteld, heeft vaart en een toon van dringendheid. Het geeft raad over christelijk gedrag, het gezinsleven en geeft de schriftuurlijke visie op zulke praktijken als abortus en spiritisme.
Vooral van belang voor allen die een ongelovige huwelijkspartner hebben, was het onderwerp „Het verdeelde huisgezin verenigen”, dat daarna werd behandeld. Op vriendelijke en begrijpelijke wijze werd de tweevoudige schriftuurlijke verplichting uitgewerkt om rechtschapenheid te bewaren en de ongelovige te helpen een gelovige te worden. Voorbeelden toonden de waarde aan van liefdevolle consideratie en tact en van weigeren een compromis te sluiten. „Het is beter beschimpt te worden dan anderen te beschimpen” werd hun aangeraden, en „onderworpenheid is evenzeer een vereiste voor de christelijke vrouw als de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk”. Hoe kunnen verdeelde huisgezinnen in eerste instantie vermeden worden? Door beide huwelijkspartners vanaf het begin in de bijbelbesprekingen te betrekken en door ’alleen in de Heer te trouwen’.
DE DERDE DAG
Tijdens het zaterdagmiddagprogramma werden eerst ervaringen ten gehore gebracht waarin opzieners vertelden hoe zij het vergaderingbezoek hadden kunnen verhogen, sommigen tot ver boven de 100 percent van het aantal verkondigers. Zij hadden dit bereikt door goed voorbereide vergaderingen te houden waarin de instructies op de plaatselijke omstandigheden werden toegepast, door op boekstudiegroepen de nadruk op vergaderingbezoek te leggen, door de vergaderingen te houden op tijden die de meesten schikten, enzovoort.
Deze ervaringen werden gevolgd door de ernstige lezing: „Beveilig je hart, ja, meer dan al het andere.” Evenals een gezond fysiek hart essentieel is voor de fysieke gezondheid, is een gezond geestelijk hart, de zetel van emoties, beweegredenen en verlangens, essentieel voor een goede geestelijke gezondheid. De wijze waarop wij kennis in ons opnemen en ons aan streng onderricht onderwerpen, bepaalt in grote mate welke verlangens wij ontwikkelen en hoe intens deze zijn. Juiste verlangens kunnen met mate worden bevredigd, doch onjuiste verlangens moeten uitgebannen of krachtig onder controle gehouden worden. Verkeerde verlangens beginnen in het hart, en wel op jonge leeftijd met: „Ik wil, ik wil, ik wil” dit of dat of zus of zo. Allen die geen gezond hart hebben, zullen in Armageddon vernietigd worden.
Vervolgens werd voortreffelijke raad gegeven in de bespreking „Geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden”. Christenen moeten er zeker van zijn wat juist en wat verkeerd is, en dat vereist zowel een goede kennis van bijbelse beginselen als gezond redeneren. Door een aantal interessante gesprekken werd in dit programma-onderdeel aangetoond dat christenen een verloving als iets heel ernstigs moeten bezien, het roken van tabak als iets onreins, gokken als zelfzuchtig, enzovoort. Het zaterdagmiddagprogramma besloot met de voortreffelijke lezing: „Het geluk van de ’natie wier God Jehovah is’”, waarin een overzicht werd gegeven van de redenen waarom Jehovah’s volk zo gelukkig is. Deze lezing kunt u in haar geheel in deze uitgave van De Wachttoren aantreffen.
Degenen die op zaterdagavond ervaringen vertelden, waren ouders die een succes hadden gemaakt van het opvoeden van kinderen. Zij studeerden geregeld de bijbel met hun kinderen, baden te zamen, namen hen mee naar alle vergaderingen en congressen, deden samen bijbelse spelletjes en stelden hen bovenal het doel voor ogen van de volle-tijddienst. Een treffend voorbeeld was dat van een boer op de vergadering te Rennes in Frankrijk. Hij vertelde dat van zes zoons er twee gezinshoofd en opziener zijn, van zijn vier ongehuwde zoons dient er één op het Franse bijkantoor van het Wachttorengenootschap, een andere is in de kringdienst, een andere dient als speciale pionier en de andere als gewone pionier. Van zijn drie dochters is er één speciale pionierster geweest en is nu de vrouw van een voortreffelijke opziener, de tiener is in de vakantie-pioniersdienst en de jongste heeft haar eigen bijbelstudie.
Na deze fijne ervaringen werd het boeiende twee uur durende drama „Jehovah’s weg de weg van overwinning” vertoond. Het liet zien hoe Jefta, die eerst verbannen was, later werd gekozen om rechter van Israël te zijn en hoe hij erin slaagde de Israëlieten van het Ammonitische juk te bevrijden nadat zij tot de aanbidding van Jehovah waren teruggekeerd. Ook het moderne tegenbeeld van deze gebeurtenissen werd erin verhaald. Het liet zien hoe de hedendaagse Ammonieten, de politieke regeerders, Jehovah’s ware aanbidders hebben onderdrukt, hoe dezen „Jefta” hebben gekozen, doordat zij de theocratische regering onder Jezus Christus aanvaardden, en hoe Jehovah hun toen de overwinning schonk. Er werden spannende en aangrijpende voorbeelden in gegeven van de onbevreesdheid van Jehovah’s volk ondanks de nazivervolging in Duitsland en de Katholieke Actie in de Verenigde Staten. Op een aantal vergaderingen werd dit drama tweemaal vertoond zodat allen het konden zien, en op vele andere vergaderingen werd het via een gesloten televisiecircuit naar stampvolle zalen gerelayeerd.
DE LAATSTE DAG
’s Morgens, na de bespreking van de dagtekst en het gebed, kwam de hartverwarmende toespraak „Elkaar opbouwen”. Er werd in onderstreept dat ’dood en leven in de macht van de tong liggen’. Als ze op juiste wijze wordt gebruikt, zoals de apostel Paulus dit heeft gedaan, kan ze de hoorders leven brengen; wordt ze echter verkeerd gebruikt, zoals de tien verspieders in het oude Israël dit deden, dan kan ze tot de dood leiden. Ja, met de tong kunnen wij afbreken en opbouwen. Vermijd plagen en klagen, want zulke dingen bouwen niet op. Leid het gesprek in juiste banen. Wàt het onderwerp ook is, het kan opbouwend worden gemaakt door te letten op de bijbelse beginselen die ermee in verband staan. Dit doet Ontwaakt! Volg dit voorbeeld. Begin een opbouwend gesprek. Soms is er slechts één woord nodig, doch dat woord moet gezegd worden. Vooral gezinsleden hebben veel gelegenheden om elkaar op te bouwen. Men kan elkaar ook opbouwen door daden. Als je zieken of gehandicapten bezoekt, zie er dan op toe dat je meer doet dan aanmoedigende woorden spreken, is er iets wat je kunt doen? Kun je de vaat wassen, strijken, boodschappen doen, het huis schoonmaken? In tijden van nood kunnen ook zulke dingen geestelijk opbouwend zijn.
Heel praktisch was ook de lezing die daarna kwam, „Streef de dingen na die de vrede bevorderen”. Werkelijke vrede is veel meer dan een prettig gevoel als de dingen gaan zoals wij het graag willen. Voortdurend contact met elkaar veroorzaakt, onvolmaakt als wij zijn, spanningen die ertoe leiden dat de vrede wordt verstoord. Als je bemerkt dat er onenigheid ontstaat, doe je dan alles wat je kunt om het te voorkomen? In werkelijkheid hangt onze bekwaamheid om vrede na te jagen ervan af hoe goed wij de vrede met Jehovah najagen. Een goed geweten, waarop niets drukt, helpt ons spanningen die door de onvolmaaktheid van anderen worden veroorzaakt, te verdragen. Een al te groot gevoel van eigenwaarde maakt het moeilijk de vrede na te jagen. Wees dus ter wille van de vrede nederig.
De volgende lezing, „Schenk meer dan gewone aandacht”, toonde aan dat ons vermogen om aandacht te schenken in juiste banen moet worden geleid. Door de wijze waarop wij dit vermogen gebruiken, kunnen wij onze liefde voor God tonen. Aandacht schenken, betekent de geest tot het uiterste inspannen. Het is onmogelijk aandacht te schenken aan dingen zonder erdoor te worden beïnvloed. Wij moeten daarom zeer selectief zijn met betrekking tot datgene waaraan wij aandacht schenken. Hoewel de dagelijkse werkzaamheden een gedeelte van onze aandacht opeisen, moeten wij aan Gods Woord meer dan gewone aandacht schenken. Wees op vergaderingen als Lydia, die aandacht schonk aan Paulus’ woorden.
De ochtendzitting werd besloten door het bijbelse drama in kostuum „Stel jij je beschikbaar?” Het handelde over de bereidheid van de dochter van richter Jefta zich aan de eed van haar vader te onderwerpen en als een maagd in de tempel te dienen. Dit ontroerende drama deed velen van de aanwezigen een traan wegpinken. Ook het moderne tegenbeeld ervan werd vertoond: Het gezalfde, met Jefta te vergelijken „overblijfsel” draagt de vruchten van zijn overwinning, de grote schare „andere schapen”, aan Jehovah’s dienst op, zoals Jefta’s dochter aan tempeldienst werd gewijd. Dit drama eindigde met een beroep op jonge christelijke bedienaren van het evangelie zich beschikbaar te stellen voor de volle-tijdbediening.
De wijd en zijd aangekondigde openbare toespraak, het hoogtepunt en de hoofdschotel van deze vergaderingen, werd op zondagmiddag gehouden (na een voortreffelijk muziekprogramma). Ze hield het goede nieuws in: „Het bestuur van mensen moet weldra wijken voor Gods bestuur”, en staat in haar geheel afgedrukt in de uitgave van 1 januari van dit blad. Het aantal aanwezigen bedroeg in totaal ongeveer 925.000 personen.
Na een korte pauze volgde er nog een uitgelezen onderdeel van de vergadering, de „Slotopmerkingen”. Tijdens drie vergaderingen in de Verenigde Staten werden deze uitgesproken door de president van het Wachttorengenootschap, N. H. Knorr. De congresgangers vernamen dat ’het dienstjaar 1968 geweldig is geweest!’ Nog nooit hebben zovelen een aandeel gehad aan de prediking van het „goede nieuws”, met een hoogtepunt van 1.204.288 verkondigers in april, een toename van 10 percent boven het gemiddelde van het vorige jaar. En nog nooit werden er zoveel tijdschriften en gebonden boeken verspreid. Heel wat landen, zoals Mexico, Brazilië en Ecuador, hadden een toename van meer dan 20 percent. Zelfs de landen achter het ijzeren gordijn hadden een goede toename, namelijk 4 1/2 percent.
Ook werden de plannen besproken voor internationale vergaderingen in 1969, zes in de Verenigde Staten en Canada (en nu is daar van 6–13 juli ook Toronto in Canada bij inbegrepen, waardoor het er zeven worden), andere in Europa en elders in de wereld. De meeste zendelingen in buitenlandse toewijzingen, zo werd in Washington D.C. bekendgemaakt, zullen in de gelegenheid worden gesteld naar vergaderingen het dichtst bij hun geboorteplaats te gaan. Tot besluit werd opgemerkt dat er in 1969 voornamelijk met het nieuwe boek, De waarheid die tot eeuwig leven leidt, zal worden gewerkt. De spreker zei: „De tijd is kort. Het is belangrijk huisbijbelstudies te leiden — opdat wij de mensen kunnen helpen uit Babylon de Grote te vluchten — en tijd aan persoonlijke studie te besteden. Zorg dat je er in je leven tijd voor blijft vrijmaken. Op het congres is duidelijk aangetoond hoe wij dienen te wandelen. Heb goede moed en ga voort, terwijl je de dagen die nog voor je liggen, tot dagen van lof voor Jehovah’s naam maakt. Om het met de woorden van Jezus te zeggen: ’Richt u . . . rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt.’” — Luk. 21:28.
Toen kwam de „Goed nieuws voor alle natiën”-districtsvergadering met een dankbaar loflied „Wat een wonderbaar Verzorger is Jehovah, onze Heer” en een smeek- en dankgebed ten einde. Werkelijk, deze vergaderingen hadden een programma vol rijke geestelijke zegeningen geboden. Het lijdt geen twijfel of ze verdienden het dat er wederom over werd gezegd: „De beste die wij ooit gehad hebben!” (Zie voor meer inlichtingen over de vergaderingen, zoals de publiciteit in verband hiermee, Ontwaakt! van 22 februari 1969.)
Versterkt . . . uw geest tot activiteit, houdt uw zinnen volledig bij elkaar; vestigt uw hoop op de onverdiende goedheid die u ten deel zal vallen bij de openbaring van Jezus Christus. Wordt als gehoorzame kinderen niet langer gevormd naar de begeerten die gij vroeger in uw onwetendheid hadt, maar wordt ook gij, in overeenstemming met de heilige die u geroepen heeft, zelf heilig in uw gehele gedrag, want er staat geschreven: „Gij moet heilig zijn, want ik ben heilig.” — 1 Petr. 1:13-16.
[Illustratie op blz. 125]
Jefta’s dochter hoort van de gelofte van haar vader, zoals op het congres te Brussel werd uitgebeeld