Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w94 1/2 blz. 4-7
  • Bewerkers van het kwaad

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Bewerkers van het kwaad
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De eerste opstandeling
  • Andere engelen komen in opstand
  • Vijanden van de mensheid
  • Hoe lang zullen zij nog getolereerd worden?
  • Opstand in het geestenrijk
    Geesten van de doden — Kunnen ze u helpen of schaden? Bestaan ze werkelijk?
  • Heersers in het geestenrijk
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • Wat het binden van Satan de Duivel voor de mensheid zal betekenen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Onze beste vriend woont in het geestenrijk
    Ontwaakt! 1996
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
w94 1/2 blz. 4-7

Bewerkers van het kwaad

DE UITLEG die de bijbel verschaft omtrent de rol die demonen in menselijke aangelegenheden spelen, geeft antwoord op fundamentele vragen over het kwaad die anders onbeantwoord zouden blijven. Neem bijvoorbeeld eens het volgende bericht in de International Herald Tribune over de oorlog die op de Balkan aan de gang is: „Een onderzoeksteam van de Europese Gemeenschap heeft vastgesteld dat [soldaten] wel 20.000 moslimvrouwen en -meisjes hebben verkracht . . . als onderdeel van een systematisch schrikbewind, bedoeld om hen te intimideren, te demoraliseren en uit hun woongebied te verdrijven.”

In een artikel in het tijdschrift Time werd een zwakke poging gedaan om een verklaring te geven: „Soms maken jonge mannen in de oorlog zich wellicht schuldig aan verkrachting om hun meerderen, hun officieren, te behagen en een soort goedkeuring te verwerven zoals die van een vader jegens zijn zoon. Het verkrachten is een bewijs van hun toewijding aan de wreedheid van hun gevechtseenheid. Een jonge man die bereid is afschuwelijke dingen te doen, heeft zijn eigen geweten ondergeschikt gemaakt aan de niets ontziende doeleinden van de groep. Een man bevestigt zijn trouw door gruweldaden.”

Maar waarom zijn de „niets ontziende doeleinden van de groep” ontaarder dan het eigen geweten van de groepsleden? Als individu verlangt bijna iedereen ernaar in vrede met zijn naaste te leven. Waarom verkrachten, martelen en doden mensen elkaar dan in oorlogstijd? Een belangrijke reden is dat er demonische krachten aan het werk zijn.

Een juist begrip van de rol die demonen spelen, verschaft tevens een oplossing voor wat sommigen een „theologisch probleem” noemen, namelijk hoe men de volgende drie stellingen met elkaar kan verenigen: (1) God is almachtig; (2) God is liefdevol en goed; en (3) er gebeuren afschuwelijke dingen. Sommigen zijn van mening dat het weliswaar mogelijk is om twee van deze stellingen met elkaar te verenigen, maar nooit alle drie. Gods Woord zelf geeft het antwoord, en dat antwoord houdt verband met onzichtbare geesten, bewerkers van het kwaad.

De eerste opstandeling

De bijbel vertelt ons dat God zelf een geest is (Johannes 4:24). Na verloop van tijd werd hij de Schepper van miljoenen andere geestelijke wezens, engelenzonen. In een visioen zag Gods dienstknecht Daniël honderd miljoen engelen. Alle geestelijke personen die Jehovah schiep, waren rechtvaardig en leefden in overeenstemming met zijn wil. — Daniël 7:10; Hebreeën 1:7.

Later, toen God „de aarde grondvestte”, hieven deze engelenzonen van God „te zamen een vreugdegeroep” aan en betuigden „voorts juichend hun instemming” (Job 38:4-7). Maar een van hen ontwikkelde het verlangen om de aanbidding die de Schepper rechtens toekwam, voor zichzelf op te eisen. Door tegen God in opstand te komen, maakte deze engel zich tot een satan (wat „tegenstrever” betekent) en een duivel (wat „lasteraar” betekent). — Vergelijk Ezechiël 28:13-15.

Door middel van een slang in Eden sprak Satan tot de eerste vrouw, Eva, en haalde haar ertoe over Gods rechtstreekse verbod om van de vrucht van een bepaalde boom in de tuin te eten, te overtreden. Naderhand volgde haar man haar voorbeeld. Zo kwam het dat het eerste mensenpaar zich bij de engel in zijn opstand tegen Jehovah aansloot. — Genesis 2:17; 3:1-6.

Hoewel de gebeurtenissen in Eden wellicht een duidelijke les in gehoorzaamheid lijken, werden daar door Satan twee belangrijke morele kwesties opgeworpen. Ten eerste: Satan betwistte dat Jehovah’s heerschappij over zijn schepselen op rechtvaardige wijze en in hun beste belang werd uitgeoefend. Misschien konden mensen zichzelf beter besturen. Ten tweede: Satan trok in twijfel dat enig met verstand begiftigd schepsel trouw en loyaal aan God zou blijven wanneer gehoorzaamheid geen materiële voordelen scheen op te leveren.a

Door een duidelijk begrip van de in Eden opgeworpen kwesties, en door kennis van Jehovah’s eigenschappen, worden wij geholpen de oplossing van het „theologische probleem” te begrijpen, namelijk hoe het bestaan van het kwaad te verenigen is met Gods eigenschappen macht en liefde. Hoewel het waar is dat Jehovah over onbeperkte macht beschikt en de personificatie is van liefde, is hij ook wijs en rechtvaardig. Hij legt deze vier eigenschappen in volmaakt evenwicht aan de dag. Daarom maakte hij geen gebruik van zijn onweerstaanbare vermogen om de drie opstandelingen onmiddellijk te vernietigen. Dat zou rechtvaardig zijn geweest maar niet noodzakelijkerwijs van wijsheid of liefde getuigen. Verder bezag hij het niet louter als een kwestie van vergeven en vergeten, iets wat misschien volgens sommigen het liefdevolle alternatief zou zijn geweest. Dat zou noch wijs noch rechtvaardig zijn geweest.

Er was tijd nodig om de door Satan opgeworpen kwesties te beslechten. Het zou tijd kosten om te bewijzen of mensen zichzelf onafhankelijk van God goed konden besturen. Doordat Jehovah de drie opstandelingen in leven liet, bood hij schepselen tevens de mogelijkheid om een aandeel te hebben aan het weerleggen van Satans bewering door God onder moeilijke omstandigheden trouw te dienen.b

Jehovah had duidelijk tegen Adam en Eva gezegd dat zij zouden sterven als zij van de verboden vrucht zouden eten. En zij stierven inderdaad, hoewel Satan Eva had verzekerd dat dat niet zou gebeuren. Ook Satan is ter dood veroordeeld; ondertussen blijft hij de mensheid misleiden. De bijbel zegt zelfs: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze.” — 1 Johannes 5:19; Genesis 2:16, 17; 3:4; 5:5.

Andere engelen komen in opstand

Niet lang na de gebeurtenissen in Eden kwamen andere engelen eveneens in opstand tegen Jehovah’s soevereiniteit. De bijbel zegt: „Nu geschiedde het toen de mensen talrijk begonnen te worden op de oppervlakte van de aardbodem en er dochters aan hen werden geboren, dat de zonen van de ware God de dochters der mensen gingen gadeslaan en bemerkten dat zij mooi waren; en zij gingen zich vrouwen nemen, namelijk allen die zij verkozen.” Met andere woorden, deze engelen ’verlieten hun eigen juiste woonplaats [in de hemel]’ en kwamen naar de aarde, materialiseerden zich in een menselijke gedaante, en verlustigden zich in sensuele genoegens met vrouwen. — Genesis 6:1, 2; Judas 6.

Het verslag vervolgt in Genesis 6:4: „De Nefilim bleken in die dagen op de aarde te zijn, en ook nog daarna, toen de zonen van de ware God betrekkingen met de dochters der mensen bleven hebben en dezen hun zonen baarden; dit waren de sterke mannen die er oudtijds waren, de mannen van vermaardheid.” Deze bastaardzonen, geboren uit vrouwen en verwekt door engelen, beschikten over abnormale kracht en werden „sterke mannen” genoemd. Zij waren mannen van geweld, of Nefi·limʹ, een Hebreeuws woord dat „zij die anderen doen vallen” (NW, Studiebijbel, vtn.) betekent.

Het is opmerkelijk dat deze gebeurtenissen later tot uiting kwamen in de legenden van oude beschavingen. Een 4000 jaar oud Babylonisch epos beschrijft bijvoorbeeld de bovenmenselijke heldendaden van Gilgamesj, een sterke, gewelddadige halfgod, wiens ’wellust geen maagd aan haar minnaar liet’. Een ander voorbeeld, uit een Griekse legende, is de bovenmenselijke Hercules (of Heracles). Met Alcmene, een mens, als moeder en de god Zeus als vader begon Hercules, nadat hij zijn vrouw en kinderen in een vlaag van waanzin had gedood, aan een aantal gewelddadige avonturen. Hoewel zulke verhalen sterk vervormd werden terwijl ze van geslacht op geslacht werden doorgegeven, komen ze overeen met wat de bijbel over de Nefilim en hun opstandige engelenvaders zegt.

Vanwege de invloed van de goddeloze engelen en hun bovenmenselijke zonen werd de aarde zo met geweldpleging vervuld dat Jehovah besloot de wereld door middel van een grote vloed te vernietigen. De Nefilim kwamen te zamen met alle goddeloze mensen om; de enige menselijke overlevenden waren de rechtvaardige Noach en zijn gezin. — Genesis 6:11; 7:23.

De goddeloze engelen stierven echter niet. In plaats daarvan dematerialiseerden zij hun menselijke lichaam en keerden terug naar het geestenrijk. Vanwege hun ongehoorzaamheid werd het hun niet toegestaan in Gods gezin van rechtvaardige engelen terug te keren; ook mochten zij niet langer een menselijk lichaam aannemen zoals zij in Noachs dagen hadden gedaan. Toch bleven zij onder de autoriteit van „de heerser der demonen”, Satan de Duivel, een verderfelijke invloed op de aangelegenheden van de mensheid uitoefenen. — Mattheüs 9:34; 2 Petrus 2:4; Judas 6.

Vijanden van de mensheid

Satan en de demonen zijn altijd moordzuchtig en wreed geweest. Satan nam op verschillende manieren Jobs vee weg en doodde de meeste van zijn bedienden. Daarna doodde hij Jobs tien kinderen door „een hevige wind” te veroorzaken die het huis waarin zij zich bevonden, verwoestte. Vervolgens kwelde Satan Job met „kwaadaardige zweren van zijn voetzool af tot zijn schedel toe”. — Job 1:7-19; 2:3, 7.

De demonen leggen een soortgelijke slechte gezindheid aan de dag. In Jezus’ tijd beroofden zij mensen van hun spraak- en gezichtsvermogen. Zij brachten een man ertoe zich met stenen diepe snijwonden toe te brengen. Zij sloegen een jongen tegen de grond en ’deden hem hevig stuiptrekken’. — Lukas 9:42; Mattheüs 9:32, 33; 12:22; Markus 5:5.

Berichten uit alle delen van de wereld laten zien dat Satan en de demonen nog altijd even boosaardig zijn. Sommige mensen kwellen zij met ziekte. Anderen vallen zij lastig door hen van slaap te beroven, hen afschuwelijke dingen te laten dromen of hen seksueel te misbruiken. Weer anderen hebben zij tot waanzin gedreven of tot moord of zelfdoding aangezet.

Hoe lang zullen zij nog getolereerd worden?

Satan en zijn demonen zullen niet voor altijd getolereerd worden. Jehovah heeft hen met goede reden tot in deze tijd laten bestaan, maar de tijd die hun nu rest, is kort. In het begin van deze eeuw is er een belangrijke stap gedaan om hun werkterrein te beperken. Het boek Openbaring verklaart: „Er brak oorlog uit in de hemel: Michaël [de uit de doden opgewekte Jezus Christus] en zijn engelen streden tegen de draak [Satan], en de draak en zijn engelen streden, maar hij zegevierde niet, en ook werd er voor hen geen plaats meer gevonden in de hemel. Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.” — Openbaring 12:7-9.

Waartoe leidde dit? Het verslag vervolgt: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft!” De rechtvaardige engelen konden zich verheugen omdat Satan en zijn demonen niet langer in de hemel waren. Maar hoe stond het met de mensen op aarde? De bijbel zegt: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openbaring 12:12.

In hun woede zijn Satan en zijn handlangers vastbesloten vóór hun naderende einde zoveel mogelijk ellende te veroorzaken. In deze eeuw zijn er twee wereldoorlogen geweest, en sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben er meer dan 150 kleinere oorlogen plaatsgevonden. Aan ons vocabulaire zijn uitdrukkingen toegevoegd die de gewelddadigheid van deze generatie weerspiegelen: „biologische oorlogvoering”, „de Holocaust”, „killing fields”, „verkrachtingskampen”, „seriemoordenaars” en „de bom”. Het nieuws staat bol van verhalen over drugs, moord, bomaanvallen, psychopatisch kannibalisme, bloedbaden, hongersnood en martelingen.

Het goede nieuws is dat deze dingen tijdelijk zijn. In de nabije toekomst zal God opnieuw handelend optreden tegen Satan en zijn demonen. In een beschrijving van een van God afkomstig visioen zei de apostel Johannes: „En ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand. En hij greep de draak, de oorspronkelijke slang, die de Duivel en Satan is, en bond hem voor duizend jaar. En hij slingerde hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de natiën niet meer zou misleiden totdat de duizend jaar geëindigd waren.” — Openbaring 20:1-3.

Daarna zullen de Duivel en zijn demonen „voor een korte tijd worden losgelaten”, en vervolgens zullen zij voor eeuwig vernietigd worden (Openbaring 20:3, 10). Wat een heerlijke tijd zal dat zijn! Als Satan en zijn demonen voorgoed uit de weg zijn geruimd, zal Jehovah ’alles worden voor iedereen’. En iedereen zal werkelijk zijn „heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede”. — 1 Korinthiërs 15:28; Psalm 37:11.

[Voetnoten]

a Dit werd later duidelijk toen Satan over Gods dienstknecht Job zei: „Huid voor huid, en al wat een mens heeft, zal hij geven voor zijn ziel. Steek voor de verandering alstublieft uw hand eens uit en tast hem tot in zijn gebeente en zijn vlees aan en zie eens of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken.” — Job 2:4, 5.

b Zie voor een gedetailleerde bespreking van de vraag waarom God goddeloosheid toelaat, het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

[Illustratie op blz. 7]

Is alleen de mens verantwoordelijk voor zulke dingen, of is een sinistere, onzichtbare kracht medeschuldig?

[Verantwoording]

Brandende oliebronnen in Koeweit, 1991: Chamussy/Sipa Press

[Illustratie op blz. 7]

Wat een heerlijke tijd zal het zijn wanneer de demonen de mensheid niet langer lastig vallen!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen