Zij delen het gebruik van hun tijd in
1 De apostel Paulus spoort ons ertoe aan „navolgers van God” te worden door liefde jegens elkaar te betonen (Ef. 5:1). Wij kunnen onze God ook navolgen door te tonen dat wij er de waarde van inzien dingen volgens een schema te doen. Doe jij dit? De bijbel vertelt ons herhaaldelijk dat Jehovah de dingen op een „bestemde tijd” laat plaatsvinden (Ex. 9:5; Hab. 2:3; Mark. 1:15). Hij stelde een vaste periode vast waarin het goede nieuws uitsluitend tot de joden zou worden gebracht. Op de daartoe bestemde tijd werd dit tot de heidenen uitgebreid. Tegenwoordig bestrijkt de prediking van de Koninkrijksboodschap, volgens het goddelijke schema, de gehele aarde. — Mark. 13:4, 10.
2 Als Jehovah’s Getuigen beseffen wij de belangrijkheid van dit evangelisatiewerk en wij hebben er allen een aandeel aan. Maar degenen die dit volgens een schema doen, bemerken dat zij in staat zijn veel meer dan anders tot stand te brengen. Hoe staat het met jou? Heb jij persoonlijk elke week vaste tijden waarop je aan de velddienst deelneemt? Of is jouw deelname wat ongeregeld, vaak verdrongen door andere bezigheden? Zou je meer zegeningen kunnen genieten door vaste tijden voor velddienst vast te stellen? Je bent er wellicht in geïnteresseerd hoe anderen hun schema opstellen.
ENKELE PRAKTISCHE VOORBEELDEN
3 Hier volgt wat een moeder van vier kinderen met een part-time baan opmerkt: „Wanneer mijn zoon ’s morgens om 7.20 uur naar school gaat, doe ik mijn huishoudelijk werk en begin ik soms al aan het avondeten; op de meeste dagen ben ik daarna dan vrij voor werelds werk of voor velddienst. Ook probeer ik om op de weekeinden uit te trekken zodat ik met mijn kinderen in de velddienst kan staan. Het is voor mij beter om een vast schema te hebben en vastbesloten te zijn me eraan te houden, noodsituaties daargelaten, dan om alleen maar te kijken hoe het lopen zal.”
4 Een schoolgaande verkondiger van zestien jaar bericht dat ook hij geregelde tijden voor velddienst heeft. Hoe vaak? Ten minste tweemaal per week trekt hij er twee uur op uit om anderen het goede nieuws te vertellen.
5 Natuurlijk legt een slechte gezondheid iemand beperkingen op ten aanzien van wat hij doen kan. Dat is ook het geval met een negenenzestig jaar oude broeder die dit jaar als presiderende opziener dient. Maar hij slaagt er in elke zaterdag de velddienst in te gaan. Vaak geeft hij een kwartiertje getuigenis en rust dan voordat hij opnieuw begint, een paar minuten in de auto uit. Op die manier is hij in staat het zo’n twee uur vol te houden. Hij schrijft: „Het houdt je geest waakzaam, verschaft een gezonde lichaamsoefening en spoort bovenal je hart tot dankbaarheid aan voor de gelegenheid om de glorierijke naam van onze Vader, Jehovah, te heiligen.”
6 Elk van ons verkeert in zijn eigen levensomstandigheden. Sommigen zijn in staat meer in de werkelijke velddienst te doen dan anderen. Niemand anders kan een velddienstquotum voor ons stellen, maar het kan nuttig zijn voor onszelf een doel te stellen, en wij kunnen leren uit wat anderen doen. En degenen die het gebruik van hun tijd werkelijk indelen, en daarbij een belangrijke plaats inruimen voor het uiterst belangrijke werk van het bekendmaken van de Koninkrijksboodschap, beleven veel vreugde aan het tot stand brengen van datgene waartoe ze in staat zijn. — Ef. 5:15-17.