Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 8/79 blz. 3
  • Elkaar helpen (deel 1): in de velddienst

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Elkaar helpen (deel 1): in de velddienst
  • Onze Koninkrijksdienst 1979
  • Vergelijkbare artikelen
  • Elkaar helpen (deel III): Aan de deur het woord te voeren
    Onze Koninkrijksdienst 1979
  • Hulp om je onderwijs te verbeteren
    Onze Koninkrijksdienst 1977
  • Kun jij helpen bij het maken van discipelen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
  • De geest van het „elkaar helpen”-programma levend houden
    Onze Koninkrijksdienst 1980
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 1979
km 8/79 blz. 3

Elkaar helpen (deel 1): in de velddienst

1 In de moderne geschiedenis van Jehovah’s volk heeft de prediking van het goede nieuws van huis tot huis duidelijk Jehovah’s zegen genoten. Hierdoor is het heel wat gemakkelijker geworden de opdracht uit te voeren die Jezus aan zijn discipelen gaf: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb.” — Matth. 28:19, 20.

2 Jezus stelde het voorbeeld in het opleiden van zijn discipelen. Hij onderwees hen niet alleen over het Koninkrijk en andere bijbelse waarheden, maar hij onderrichtte hen ook in de meest doeltreffende manieren om dit goede nieuws tot anderen te prediken. Hij zond hen twee aan twee uit (Mark. 6:7; Luk. 10:1). Dit voorzag ongetwijfeld in gezelschap en aanmoediging, maar wij kunnen er zeker van zijn dat zij ook van elkaar leerden terwijl zij van ganser harte gehoor gaven aan uitnodiging van de Meester om te gaan prediken dat het koninkrijk der hemelen nabijgekomen was.

3 En wat een vreugde gaf het hun met elkaar samen te werken! Lukas 10:17 vertelt ons dat ’de zeventig vreugdevol terugkeerden en zeiden: „Heer, zelfs de demonen worden met gebruikmaking van uw naam aan ons onderworpen.”’ Maar Jezus corrigeerde hun denken door te zeggen: „Verheugt u . . . niet over het feit dat de geesten aan u worden onderworpen, maar verheugt u omdat uw namen zijn opgeschreven in de hemelen” (Luk. 10:20). Ja, de reden voor de prediking is niet de aandacht op onszelf te vestigen door opzienbarende prestaties, maar levens te redden, zowel ons eigen leven, als dat van hen tot wie wij prediken. — 1 Tim. 4:16.

4 Al is de situatie in ons gebied thans misschien wat anders, de basisinstructies zijn nog steeds van toepassing — zowel als het gaat om de inhoud van onze prediking als met betrekking tot de noodzaak personen te zoeken die het waard zijn, zelfs als er tegenstand is. En thans hebben nieuwe discipelen nog steeds, net als in Jezus’ dagen, liefdevolle hulp nodig om op doeltreffende wijze een aandeel te hebben aan de prediking en het maken van discipelen.

5 Ben jij iemand die veel ervaring heeft in het prediken van het goede nieuws en die iemand anders die hulp wenst, zou kunnen bijstaan? Of zou je graag willen dat een ervaren verkondiger een paar weken met je samenwerkt zodat jij praktische methoden van hem overneemt om jouw wijze van discipelen maken te verbeteren? Wij nodigen je uit met je boekstudieleider of met de dienstopziener te spreken over je bereidheid hulp te geven of te ontvangen. (In Onze Koninkrijksdienst van september zullen meer details worden verschaft over de wijze waarop deze regelingen in de boekstudiegroepen kunnen worden getroffen.)

6 Als je met je partner in de dienst begint te werken, zouden jullie eerst bijeen kunnen komen om met elkaar door te nemen welk onderwerp van gesprek jullie doeltreffend in jullie gebied zouden kunnen gebruiken. Oefenperiodes zijn nuttig. Er kunnen typerende situaties aan de deur worden nagebootst. Dit zal jullie ervaring geven en jullie helpen bepaalde gesprekspunten goed in de geest te krijgen. Goede voorbereiding doet veel om iemands twijfels over zijn spreekbekwaamheid en de vrees niet te weten wat hij zeggen moet, te verminderen. Aldus wordt er een sterk verlangen opgebouwd om hetgeen je in je hart hebt, te vertellen in de wetenschap dat je een aandeel hebt aan een levenreddend werk.

7 Het samen naar de deuren gaan voorziet in de gelegenheid de geleerde dingen in praktijk te brengen. Er wordt ervaring opgedaan, vertrouwen opgebouwd. Met als resultaat vreugde in Jehovah’s dienst. En wanneer er geïnteresseerden worden gevonden, schenkt dit je groot geluk. Er worden regelingen getroffen om terug te gaan en deze „schapen” te voeden. Als enkelen ondanks onze goede pogingen niet geïnteresseerd zijn, ontmoedigt dit ons niet. Niet iedereen luisterde naar Jezus, en niemand zou zijn methoden kunnen verbeteren (Matth. 13:58). Er is dus geen reden van streek te zijn als sommigen hun oor toesluiten of zelfs zo af en toe harde woorden spreken. Wij gaan verder naar het volgende huis op zoek naar de „schapen”, terwijl wij ons datgene wat er wordt gezegd, niet persoonlijk moeten aantrekken.

8 Ja, het is nodig ELKAAR in de velddienst te HELPEN. Dit is de christelijke geest. Wij hebben allen een gave of mogelijkheid op de een of andere manier de helpende hand te bieden om onze medelofprijzers van Jehovah bij te staan. Petrus zei: „Gebruikt de gave, naarmate een ieder die heeft ontvangen, om elkaar ermee te dienen als voortreffelijke beheerders van Gods onverdiende goedheid, die op verscheidene wijzen tot uitdrukking wordt gebracht.” — 1 Petr. 4:10.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen