Een nieuw programma voor de bouw van Koninkrijkszalen
Jehovah komt beslist zijn belofte na om de leden van zijn huisgezin te onderwijzen en hen in zijn wegen te leiden (Jes. 54:13). Sinds aloude tijden heeft hij duidelijk omschreven regelingen getroffen voor verenigde aanbidding, waartoe ook het geven van uitermate belangrijk onderwijs behoort (Deut. 31:12, 13; Neh. 8:1-8; Ps. 122:1). Zijn getrouwe dienstknechten hebben hier zeer veel profijt van getrokken. Door zich nauwgezet aan zijn raad te houden, zijn zij in staat geweest afgescheiden van de wereld en in nauwe verbondenheid met hun medeaanbidders te blijven (Ex. 34:11-16; 2 Kor. 6:14-18). Vooral in deze laatste dagen worden wij vermaand om geregeld bijeen te komen, opdat wij niet alleen door Jehovah worden onderwezen maar ook wederzijdse aanmoediging mogen ontvangen en elkaar tot liefde en voortreffelijke werken mogen aansporen. — Rom. 1:11, 12; Hebr. 10:23-25.
Vanaf de eerste eeuw tot op deze tijd zijn christenen zowel in particuliere huizen als in openbare gelegenheden voor hun aanbidding bijeengekomen (Hand. 2:42, 46; 12:12). Maar vooral sinds 1935, toen werd bekendgemaakt dat een nieuwe vergaderplaats die op Hawaii in aanbouw was de naam Koninkrijkszaal zou krijgen, hebben de gemeenten van Jehovah’s Getuigen overal geprobeerd hun eigen karakteristieke plaats van aanbidding te krijgen en hebben daaraan de naam Koninkrijkszaal gegeven. Als gevolg daarvan zijn er nu in het hele land Koninkrijkszalen en elk jaar worden er meer gebouwd of op een andere wijze verworven om te dienen als plaats waar gemeenten geregeld hun vergaderingen kunnen houden.
Voor Jehovah’s Getuigen is de Koninkrijkszaal het belangrijkste gebouw in de gemeenschap. Het kan zijn dat het ontwerp en de uitvoering aantrekkelijk zijn, maar ook al is het uiterlijke voorkomen betrekkelijk bescheiden, toch wordt de Koninkrijkszaal zeer gewaardeerd als een centrum van ware aanbidding en als het middelpunt van theocratische activiteit in de gemeenschap. Een Koninkrijkszaal vormt een zichtbaar bewijs dat het goede nieuws van het Koninkrijk in die plaats wordt gepredikt. Het is een plaats waar allen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood werkelijk geestelijke verkwikking en onderwijs ontvangen. — Matth. 5:3.
SNELLE GROEI DOET VRAAG NAAR KONINKRIJKSZALEN TOENEMEN
Berichten uit het veld laten zien dat Jehovah het inzamelingswerk blijft „bespoedigen” naarmate het einde van dit huidige samenstel van dingen met rasse schreden nadert. Alles heeft zich werkelijk precies zo voorgedaan als hij door bemiddeling van de profeet Jesaja heeft gezegd, namelijk: „De kleine zelf zal tot duizend worden, en de geringe tot een machtige natie” (Jes. 60:22). Door deze toename moeten nieuwe gemeenten worden opgericht en dit betekent dat er nieuwe Koninkrijkszalen nodig zijn. Maar in vele gebieden zijn de plaatselijke gemeenten niet in staat geweest ervoor te zorgen dat de bouw van Koninkrijkszalen gelijke tred heeft gehouden met de groei. Deze behoefte aan meer Koninkrijkszalen wordt steeds sterker gevoeld naarmate de tijd verstrijkt en het inzamelingswerk snel voortgang blijft vinden.
Deze inlichtingen werden in Canada en de Verenigde Staten onder de aandacht gebracht van de congresgangers die op vrijdagmiddag tijdens het „Koninkrijkseenheid”-districtscongres naar de toespraak luisterden met als titel „Hoe Jehovah ons verenigd heeft gehouden”. De spreker besprak in het kort enkele bekende gebeurtenissen in de moderne geschiedenis van de christelijke gemeente en wees op de indrukwekkende vervulling van Micha 2:12, waar staat: „In eenheid zal ik hen stellen, als schapen in de kooi, als een kudde midden in haar weide; het zal er gonzen van mensen.” Tegen deze achtergrond kondigde de spreker als vertegenwoordiger van het Besturende Lichaam een regeling aan om in heel de Verenigde Staten en Canada niet alleen het bouwen of op andere wijze verwerven van Koninkrijkszalen te bespoedigen, maar ook hulp te bieden aan gemeenten die aan een vergroting of verbetering van hun huidige Koninkrijkszaal toe zijn.
Hoewel de aankondiging in de congreslezing in enkele korte bewoordingen was gedaan, werd ze door de congresbezoekers met groot enthousiasme begroet. Hier zijn enkele bijzonderheden waardoor alle broeders en zusters overal in staat zullen zijn beter te begrijpen hoe de nieuwe regeling precies zal functioneren en hoe elkeen een aandeel kan hebben aan deze manifestatie van „Koninkrijkseenheid” in de tijd die nog vóór ons ligt.
DE BEHOEFTE
De congreslezing verwees naar bladzijde 63 van het boek Georganiseerd om onze bediening te volbrengen, waar staat: „Aangezien de Koninkrijkszaal een plaats van aanbidding is, dient het geen pompeus gebouw te zijn dat indruk op anderen moet maken. Hoewel de architectonische vormgeving van plaats tot plaats kan verschillen, moet de zaal functioneel zijn. (Vergelijk Handelingen 17:24.) Het dient een comfortabele en geschikte plaats te zijn voor het houden van christelijke vergaderingen die ons helpen geestelijk te groeien en meer kennis omtrent Jehovah te verkrijgen, en waar wij aangemoedigd worden een aandeel te hebben aan de dienst van zijn koninkrijk.” Als een centrum voor bijbelonderricht in de gemeenschap doet de Koninkrijkszaal ook rechtstreeks dienst als een plaats van waaruit er regelingen voor worden getroffen dat het goede nieuws in ons gemeentegebied wordt gepredikt.
Een onderzoek in zeven grote steden van de Verenigde Staten heeft uitgewezen dat in elke Koninkrijkszaal van die steden gemiddeld drie gemeenten hun vergaderingen houden. Sommige Koninkrijkszalen worden op dit ogenblik wel door vier of zelfs door vijf gemeenten gebruikt. Deze situatie heeft in velerlei opzicht de verdere expansie van het Koninkrijkswerk in deze gebieden belemmerd.
Wanneer gemeenten te groot worden en er niet voldoende zitplaatsen in de Koninkrijkszaal zijn, worden sommige personen, vooral nieuwelingen, ontmoedigd en komen niet geregeld op vergaderingen. Het wordt voor ouderlingen en dienaren in de bediening moeilijker om voor de behoeften van de broeders en zusters zorg te dragen door hun de noodzakelijke persoonlijke hulp te verlenen. Ingeval de Koninkrijkszaal reeds door drie of meer gemeenten wordt gebruikt, zullen de ouderlingen er niet gauw toe overgaan een voorstel tot oprichting van een nieuwe gemeente te doen omdat de nieuwe gemeente nergens zal kunnen vergaderen.
Wanneer meer dan twee gemeenten een Koninkrijkszaal gebruiken, wordt het moeilijk voor hen om passende regelingen te treffen voor speciale gelegenheden, zoals het bezoek van de kringopziener of de jaarlijkse Gedachtenisviering van Christus’ dood; het kan voor elk van de betrokken gemeenten moeilijk zijn om passende velddienstregelingen te treffen. Onder zulke omstandigheden, wanneer dezelfde Koninkrijkszaal elke dag wordt gebruikt, stuit men soms op problemen inzake onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Soms heeft het overmatige gebruik van Koninkrijkszalen aanleiding gegeven tot moeilijkheden met buren ten gevolge van verkeersopstoppingen of soortgelijke problemen die voortvloeien uit het feit dat zich teveel mensen naar één plaats begeven. Ook wordt het er niet gemakkelijker op wanneer men lange afstanden moet afleggen om vergaderingen te bezoeken, en hierdoor wordt de groei belemmerd.
HET GROOTSTE PROBLEEM IS VAN FINANCIËLE AARD
Maar waarom heeft de bouw van Koninkrijkszalen geen gelijke tred gehouden met de toename in Koninkrijksverkondigers en de oprichting van nieuwe gemeenten? In de grond der zaak is het een financieel probleem. Hoewel er gezegd kan worden dat het moeilijk of onmogelijk is geweest in sommige verafgelegen gebieden enige expansie te zien omdat de broeders en zusters er niet in geslaagd zijn in deze gebieden Koninkrijkszalen te bouwen of anderszins in passende vergaderruimte te voorzien, worden de problemen waarvoor de organisatie zich thans geplaatst ziet hoofdzakelijk aangetroffen in gebieden waar de grondprijzen zo sterk zijn omhooggevlogen dat afzonderlijke gemeenten, waaronder ook grote, nog niet eens grond hebben kunnen kopen voor de bouw van een Koninkrijkszaal. Bovendien zijn ten gevolge van de buitensporige prijzen voor onroerend goed reeds bestaande gebouwen die geschikt zouden zijn om ze tot Koninkrijkszalen om te bouwen, buiten het bereik van de broeders en zusters geraakt.
In de aankondiging op het „Koninkrijkseenheid”-districtscongres werd een manier voorgesteld waarop deze vele obstakels uit de weg kunnen worden geruimd, tot nut en zegen van alle broeders en zusters. Bovendien voorziet deze voorgestelde regeling in nog een fijne manier waarop alle gemeenten van Jehovah’s Getuigen overal kunnen laten zien dat „Koninkrijkseenheid” een realiteit onder ons is.
WAT ER GEDAAN KAN WORDEN
Zoals je wellicht zult weten, heeft het Genootschap door de jaren heen tot de bouw van Koninkrijkszalen aangemoedigd en er regelingen voor getroffen gemeenten de benodigde hulp te verschaffen door leningen uit beschikbare fondsen te verstrekken. De laatste tijd heeft de noodzaak om nieuwe bijkantoren te bouwen en over de gehele wereld drukkerij-uitrustingen aan te schaffen het echter noodzakelijk gemaakt de leningen voor Koninkrijkszalen te beperken. Maar dit wil niet zeggen dat het Genootschap er minder in geïnteresseerd is te zien dat alle gemeenten verenigd en geriefelijk in hun eigen Koninkrijkszaal vergaderen. Wij zijn ons steeds heel goed bewust geweest van de noodzaak om de dingen te bespoedigen. Juist om deze reden is er veel aandacht geschonken aan de huidige behoeften van de gemeenten en deze beschouwing van de aangelegenheden heeft ertoe geleid dat er een nieuwe regeling is getroffen om de noodzakelijke hulp te verschaffen volgens een methode die billijk is voor allen zonder dat er een al te zware last op bepaalde broeders en zusters wordt gelegd. Ja, het bijbelse beginsel dat de basis vormde voor het in het leven roepen van deze regeling is door de apostel Paulus in 2 Korinthiërs 8:14, 15 onder woorden gebracht. Hij was bezorgd over de materiële noden waarin de broeders in Palestina verkeerden en deed de gemeenten van Klein-Azië passende suggesties aan de hand om hulp te bieden.
De apostel verwees naar Jehovah’s regeling waardoor liefdevol in de behoeften van de Israëlieten werd voorzien toen zij veertig jaar door de wildernis trokken en zei: „Door gelijkheid tot stand te brengen [zou] uw teveel voor het ogenblik hun tekort dekken, opdat ook hun teveel eens uw tekort zou dekken en er zodoende gelijkheid zou ontstaan. Evenals er staat geschreven: ’Hij die veel had, had niet te veel, en hij die weinig had, had niet te weinig.’” (Vergelijk Exodus 16:18.) Maar hoe zal nu precies te werk worden gegaan om in de huidige behoeften aan nieuwe Koninkrijkszalen te voorzien?
KONINKRIJKSZALENFONDS VAN HET GENOOTSCHAP — HOE HET ZAL FUNCTIONEREN
Toen de congresspreker het nieuwe programma aankondigde, zei hij: „Wij dienen met praktische wijsheid te werk te gaan. Er is vaak zorgvuldig en onder gebed beschouwd hoe wij meer Koninkrijkszalen zouden kunnen bouwen. Om dit ten behoeve van de verenigde aanbidding van Jehovah tot stand te brengen zal het Genootschap aan het begin van het nieuwe dienstjaar met een nieuw programma starten. Het doel van dit programma zal zijn fondsen bijeen te brengen om Koninkrijkszalen te bouwen of bestaande zalen te vergroten. Wij geloven dat er veel tot stand gebracht kan worden om dat doel te bereiken door op het hoofdbureau van het Genootschap in de Verenigde Staten en op het bijkantoor in Canada een Koninkrijkszalenfonds in het leven te roepen.”
De regeling treedt in ons land op 1 mei 1986 in werking. Gemeenten zullen in hun zaal een speciale bijdragenbus plaatsen met de aanduiding „Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap”. Twee zelfklevende etiketten met de woorden „BIJDRAGEN VOOR HET KONINKRIJKSZALENFONDS VAN HET GENOOTSCHAP” worden naar elke gemeente gezonden om de voor dit speciale fonds te gebruiken bijdragenbussen aan te duiden. Deze regeling zal iedereen in de gemeente die dat wil, de gelegenheid bieden om van tijd tot tijd een vrijwillige bijdrage daarin te deponeren. Zulke bijdragen zullen aan het eind van elke maand naar het Genootschap worden gestuurd en zullen uitsluitend worden gebruikt om gemeenten te helpen die geld voor de bouw van een Koninkrijkszaal nodig hebben. Alle bijdragen zullen na ontvangst door het Genootschap worden bevestigd en zullen op de rekening van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap worden gecrediteerd. — Vergelijk 2 Koningen 12:9-16.
Vanzelfsprekend mogen gemeenten die op dit ogenblik nog aan hun eigen Koninkrijkszaal betalen en een bijdragenbus voor hun eigen bouwkosten hebben, die bijdragenbus blijven gebruiken. Indien zij daarbij nog andere gemeenten willen helpen, mogen zij een bijdragenbus voor het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap neerzetten.
Het zal enige tijd duren voordat het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap voldoende kapitaal opgebouwd heeft om leningen aan een aantal gemeenten te kunnen verstrekken. Daarom dienen gemeenten die van deze nieuwe regeling gebruik willen maken het Genootschap op dit ogenblik nog niet te schrijven dat ze geld nodig hebben. Wees zo goed daarmee te wachten totdat er een bekendmaking aan de gemeenten wordt gedaan dat het fonds nu voldoende gegroeid is om dat aspect van de regeling op gang te kunnen brengen. Gemeenten die geld nodig hebben voor de bouw van een Koninkrijkszaal, het kopen van panden die verbouwd moeten worden of het verbouwen en vergroten van hun huidige Koninkrijkszaal kunnen dan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap om een lening verzoeken. Zulke leningen zullen worden terugbetaald door de gemeente of gemeenten die de Koninkrijkszaal gebruiken. Wij zullen ermee voortgaan de gemeenten rente over het geleende geld te laten betalen om de onkosten te dekken die bij de afhandeling van deze aangelegenheden betrokken zijn en ook om dit fonds te vergroten.
GEMEENTEN DIE SCHULDENVRIJE KONINKRIJKSZALEN BEZITTEN
Sommige gemeenten zijn reeds in het bezit van een eigen Koninkrijkszaal waarop praktisch geen schulden rusten. Onder deze nieuwe regeling willen zulke gemeenten misschien bijdragen aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap schenken om andere gemeenten te helpen geschikte zalen te krijgen. Zij kunnen de beslissing nemen om hetzelfde bedrag dat anders voor de afbetaling van hun lening was gereserveerd, opzij te leggen en kunnen aldus een maandelijkse bijdrage aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap overmaken. Indien zo’n regeling redelijk schijnt, zouden de ouderlingen de aangelegenheid in de vorm van een resolutie aan de gemeente kunnen voorleggen en de gemeente kenbaar laten maken of ze op deze wijze hulp wil bieden.
SPECIAAL OVERMAKINGSFORMULIER GEBRUIKEN
Wanneer er maandelijks geld aan het Genootschap wordt overgemaakt ten behoeve van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap, zal de secretaris het speciale Overmakingsformulier gebruiken dat door het Genootschap wordt verschaft. Ergens in de maand mei zal een voorraad van deze formulieren vergezeld van een verklarende brief naar de secretaris van elke gemeente worden gestuurd. Wanneer er ten behoeve van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap geld wordt overgemaakt, zal het noodzakelijk zijn een afzonderlijke girokaart uit te schrijven ten name van: Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap. Zoals eerder is gezegd, zullen alle bijdragen die aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap worden overgemaakt specifiek als zodanig worden bevestigd.
HET GENOOTSCHAP STELT ONDERZOEK IN NAAR PLAATSELIJKE BEHOEFTEN
Eerder in dit inlegvel hebben wij de aandacht gevestigd op de duidelijke behoefte die er alom bestaat om de bouw van Koninkrijkszalen te bespoedigen. Wij hebben tevens uiteengezet waarom er van de zijde van alle gemeenten verenigde krachtsinspanningen gedaan moeten worden om aan de huidige uitdaging het hoofd te bieden en ervoor te zorgen dat de toekomstige groei niet wordt belemmerd doordat er niet voldoende vergaderplaatsen zijn voor de gemeenten in dit land. Voordat het Genootschap echter leningen uit het Koninkrijkszalenfonds verstrekt en in afwachting van het moment dat dit speciale fonds over voldoende middelen beschikt, zal het Genootschap een grondig onderzoek instellen naar de specifieke behoeften die er overal in dit land bestaan. Het Genootschap zal er regelingen voor treffen dat bekwame broeders het onderzoek in kringen en steden zullen leiden om op deze wijze te kunnen vaststellen welke specifieke behoeften het dringendst zijn en waar het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap het eerst hulp moet bieden. Het onderzoek zal ook uitwijzen welke hulp in de verschillende plaatsen beschikbaar is op het gebied van bekwame werkers, organisatie en uitrusting om bouw- en verbouwingswerkzaamheden, enzovoort, te verrichten. Wanneer al deze informatie beschikbaar is, zal het wellicht mogelijk zijn gemeenten te helpen die deze informatie nodig hebben en op deze wijze kan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap doeltreffend worden gebruikt om in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk goeds tot stand te brengen. Met de volledige medewerking van de plaatselijke ouderlingen zal dit onderzoek binnen korte tijd voltooid zijn.
VERENIGDE KRACHTSINSPANNINGEN DIE ONLANGS ZIJN GEDAAN
De afgelopen paar jaar zijn er in de Verenigde Staten en Canada meer dan 150 Koninkrijkszalen gebouwd door grote groepen broeders die op zo’n efficiënte manier materialen en werkers bijeenbrengen dat zij in staat zijn binnen twee dagen of in slechts één weekeinde een Koninkrijkszaal te bouwen. Er zijn in het gehele land groepen broeders georganiseerd die de benodigde leiding geven aan deze projecten. In elk van deze gevallen is er een voortreffelijk getuigenis gegeven dat Koninkrijkseenheid een realiteit is. Op het ogenblik wordt ook hier beschouwd hoe van een soortgelijke regeling gebruik gemaakt kan worden in het kader van de speciale krachtsinspanningen die het Genootschap thans in het werk stelt.
BOUW VAN CONGRESHALLEN
De hedendaagse groei van de organisatie heeft het ook praktisch en raadzaam gemaakt om grotere faciliteiten te bouwen voor het houden van kringvergaderingen. Deze faciliteiten worden Congreshallen van Jehovah’s Getuigen genoemd. Zulke projecten worden alleen met toestemming van het Genootschap ter hand genomen. Na verloop van tijd zal het Koninkrijkszalenfonds misschien ook voor dit doel worden gebruikt, maar er dient op dit ogenblik geen navraag naar dit aspect van het programma te worden gedaan. Wij willen ons eerst concentreren op de noodzaak meer Koninkrijkszalen te bouwen aangezien daar dringender behoefte aan bestaat.
VERDERE BEWIJZEN VAN KONINKRIJKSEENHEID
Door middel van het programma op het „Koninkrijkseenheid”-districtscongres in Canada en de Verenigde Staten zijn wij ons nog duidelijker bewust geworden van de rijke zegeningen die Jehovah in deze tijd op zijn verenigde volk heeft uitgestort. Zoals door Micha te kennen wordt gegeven, zijn wij werkelijk geworden „als schapen in de kooi, als een kudde midden in haar weide”. Jehovah heeft ’ons voorzeker in eenheid gesteld’ en de vreugde die wij thans in de kudde ondervinden, wordt passend beschreven door de woorden: „Het zal er gonzen van mensen.” — Micha 2:12.
De broeders dienen overal geprezen te worden omdat zij nu reeds vele jaren lang het initiatief hebben genomen Koninkrijkszalen te bouwen. Dank zij de verenigde krachtsinspanningen die men in het werk heeft gesteld, zijn er vele Koninkrijkszalen gebouwd. De afgelopen jaren zijn er ook twee congreshallen in ons land gebouwd. Deze gebouwen hebben in de respectieve gemeenschappen niet alleen op schitterende wijze voorzien in de rechtstreekse behoeften van de gemeenten en kringen maar zijn voor allen die ze hebben gezien een opvallend getuigenis van het feit dat Jehovah’s naamvolk in dat gebied actief werkzaam is. Terwijl de broeders en zusters de kosten hebben gedragen voor de bouw en het onderhoud van al deze plaatselijke projecten zijn zij bovendien edelmoedig bijdragen blijven schenken voor de wereldomvattende expansie van het Koninkrijkswerk.
Met het oog op de enthousiaste wijze waarop tijdens de in de Verenigde Staten en Canada gehouden „Koninkrijkseenheid”-districtscongressen werd gereageerd op de eerste aankondiging betreffende het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap, zijn wij er vast van overtuigd dat er van de zijde van de broeders en zusters een overeenkomstige reactie zal zijn wanneer zij aanvullende inlichtingen over deze regeling zullen ontvangen. Naarmate er verdere aspecten van worden uitgewerkt en nadat het Genootschap op grond van het ingestelde onderzoek inzake de behoeften meer specifieke inlichtingen heeft ontvangen, zullen er meer bijzonderheden en toelichtingen worden verschaft.
Maar zelfs thans reeds biedt deze Koninkrijkszalenfondsregeling van het Genootschap ons een extra gelegenheid om op een hoogst praktische manier te laten zien dat wij werkelijk een verenigd volk zijn en dat wij Jehovah als één organisatie in Koninkrijkseenheid aanbidden. Afgezien van het feit dat wij aan de onmiddellijke behoeften van onze eigen gemeente denken, dienen wij ook stil te staan bij de behoeften van onze broeders en zusters in andere delen van het land die in verband met het bouwen van Koninkrijkszalen dringend financiële hulp nodig hebben. Hierdoor zal nog een goed doel worden gediend, namelijk dat wij in Koninkrijkseenheid nader tot elkaar zullen worden gebracht doordat wij realistischer oog krijgen voor de behoeften van „de gehele gemeenschap van [onze] broeders in de wereld”, ons afvragend wat wij individueel en als gemeente kunnen doen om in de duidelijke behoeften te voorzien.
BESLUIT
Moge elk van ons deze gehele regeling tot een onderwerp van aanhoudend, dringend en vurig gebed maken. En mogen wij allen naar wegen zoeken om in overeenstemming met onze gebeden te handelen opdat in deze huidige behoefte aan meer Koninkrijkszalen mag worden voorzien. Moge Jehovah, naarmate hij voor ons de weg blijft openen om meer „andere schapen” in de ene kudde van zijn verenigde aanbidders bijeen te brengen, er ook voor blijven zorgen dat wij over voldoende faciliteiten beschikken om al deze nieuwelingen te kunnen helpen sterk te worden in de waarheid en tot geestelijke rijpheid te groeien. Moge het geluid van ons eenstemmige vreugdegeroep blijven weerklinken en dag aan dag in kracht toenemen totdat het zijn langverwachte crescendo bereikt wanneer de laatste wordt binnengebracht van degenen die Jehovah tijdens de grote verdrukking zal beschermen. Ja, ons geluk kent op dit ogenblik geen grenzen en zal in de toekomst blijven toenemen doordat Jehovah ons rijkelijk zal zegenen wanneer wij hem als de enige ware God aanbidden.