Het expansieprogramma betreffende Koninkrijkszalen
1 Haal je de grote vreugde van de Israëlieten eens voor de geest toen de bouwwerkzaamheden aan Jeruzalems muur waren voltooid! Het geïnspireerde verslag vertelt ons: „Voorts offerden zij op die dag grote slachtoffers en verheugden zich, want de ware God zelf had gemaakt dat zij zich konden verheugen met grote vreugde” (Neh. 12:43). De terugkerende Israëlieten hadden hun vertrouwen in Jehovah gesteld. Ondanks tegenslagen waren zij voortgegaan met het toegewezen werk. Hoe duidelijk bleek Jehovah’s zegen te rusten op hun loyale inspanningen toen de bouwwerkzaamheden in slechts 52 dagen werden voltooid!
2 Zo is er ook in deze tijd reden tot verheuging wanneer wij stilstaan bij al het goede werk dat Jehovah’s dienstknechten tot stand hebben gebracht in het kader van het expansieprogramma betreffende Koninkrijkszalen in Nederland. Tijdens het afgelopen decennium werden reeds vele tientallen nieuwbouw-, verbouwings- of renovatieprojecten gerealiseerd teneinde meer zitplaatsen te kunnen bieden. Het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap heeft geholpen bij het financieren van deze bouwprojecten, terwijl hiervoor eveneens andere middelen van het Genootschap werden gebruikt. Natuurlijk hebben ook de plaatselijke broeders en zusters in een groot deel van de benodigde financiële middelen voorzien. Momenteel worden er in ons land per jaar zo’n zes nieuwe zalen gebouwd, terwijl daarnaast nog een zelfde aantal wordt gerenoveerd. Verscheidene nieuwe Koninkrijkszalen staan op schema om in de nabije toekomst te worden gebouwd. Ja, ook wij hebben reden om ons te „verheugen met grote vreugde”!
3 Dit belangrijke werk wordt tot stand gebracht door de verenigde inspanningen van ijverige Getuigen uit het hele land. Buitenstaanders hebben de organisatorische eenheid die Jehovah’s volk tentoonspreidt wanneer zij samen aan hun Koninkrijkszalen werken, opgemerkt. Een bouwinspecteur zei: „Ik was onder de indruk van de voorafgaande planning. Ieder heeft zijn taak, zij weten wat zij moeten doen en doen het ook. . . . Dit is ongeëvenaard.” En aan wie komt de eer toe? Aan onze God en Vader, Jehovah. Hij heeft ons gezegend bij dit werk, terwijl wij liefdevol onszelf en onze middelen inzetten.
4 Wereldwijd hebben de media uitgebreid commentaar geleverd op wat zij hebben waargenomen. Een hoofdartikel van een nieuwsblad in Colorado (VS) zei: „Teamwerk is nog nooit zo duidelijk aan het licht getreden als tijdens het afgelopen weekend, toen de plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen en hun vrienden hun nieuwe Koninkrijkszaal bouwden. . . . Sommigen zouden zo’n project voor onmogelijk hebben gehouden, maar zien is geloven, zoals een hele gemeenschap nu kan getuigen. . . . Het dient ook voor anderen een inspirerend voorbeeld te zijn dat laat zien wat teamwerk tot stand kan brengen. Eén persoon is beperkt in hetgeen hij of zij tot stand kan brengen, maar een verenigd team kan resultaten voortbrengen die ons voorstellingsvermogen te boven gaan.”
5 In New Hampshire (VS) gaf een journalist uitvoerig commentaar op wat hij had waargenomen op het bouwterrein van een Koninkrijkszaal. Hij schreef onder andere: „Ik word niet zo gemakkelijk geïmponeerd door riskante coöperatieve ondernemingen. . . . Alle schijnen ten onder te gaan omdat te veel leden een gratis ritje wensen terwijl maar enkelen de wagen duwen. . . . Met dit vooroordeel kwam ik het afgelopen weekend kijken hoe de Jehovah[’s] Getuigen een nieuwe Koninkrijkszaal gingen bouwen. . . . Ik arriveerde met een hele hoop twijfels — maar ging weg met een prettig verrast gevoel. . . . Het was een heel hartelijke en beleefde bouwploeg. Allen droegen veiligheidshelmen, maar zij bezigden niet de gebruikelijke grove taal van mensen op bouwsteigers. Al het werk gedurende dit weekend werd gratis verricht. Niemand werd ervoor betaald. . . . Het was verbazingwekkend om zo veel mensen te zien werken aan één gebouw.”
6 In het Geldersch Dagblad van 28 oktober 1996 stond een prachtig artikel met enkele foto’s over het snelbouwproject in Lochem. Onder het kopje „Rampen” schreef de verslaggever: „De bouwwijze die de Jehova[h]’s Getuigen toepassen is uniek en zou zich uitstekend lenen voor bijzondere projecten. Dergelijke teams zouden wonderen kunnen verrichten in door rampen of oorlog getroffen gebieden. Veel mensen zou op die manier een lang verblijf in mens-onterende tentenkampen kunnen worden bespaard.”
7 Financiering van Koninkrijkszalen: Edelmoedigheid is altijd een kenmerkende hoedanigheid van geestelijk gezinde personen geweest (2 Kor. 9:1-5). Jullie zullen aangemoedigd zijn te vernemen dat er in ons land gedurende de afgelopen tien jaar gebruik is gemaakt van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap (en van andere middelen) ter ondersteuning van het bouwen van nieuwe en het renoveren van bestaande Koninkrijkszalen, waarmee voor meer dan 170 gemeenten (plus diverse anderstalige groepen) in vergadergelegenheid kon worden voorzien. Deze gemeenten zouden anders misschien niet aan de benodigde financiële middelen zijn gekomen. Het doel van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap is niet alleen om financiering tegen redelijke kosten te verschaffen, maar ook om aldus gemeenten te helpen die moeilijk of slechts tegen ongunstige voorwaarden ergens anders aan de nodige fondsen zouden kunnen komen.
8 Gemeenten zouden er goed aan doen voorzichtig te zijn met „overbruggingskredieten” of andere vormen van kortlopende leningen voor nieuwe bouwprojecten. De wens om door te gaan met een bouwproject is zeker begrijpelijk. Maar de gemeente dient eerst contact met het Genootschap op te nemen over mogelijke hulp en pas te proberen zulke tijdelijke financieringen via commerciële banken of instellingen die leningen verstrekken, te verkrijgen na daartoe advies te hebben ontvangen. Gemeenten die voor een dringend noodzakelijke verbouwing of reparatie staan, kunnen contact opnemen met het Genootschap, want voor zulke projecten zijn er af en toe en op beperkte schaal fondsen beschikbaar.
9 Nog steeds hulp nodig: Wij zijn verheugd dat tijdens de afgelopen vijf jaar het aantal gemeenten in ons land met ruim zeventig is toegenomen (Jes. 54:2). Dit betekent dat er meer Koninkrijkszalen nodig zijn voor deze nieuwe gemeenten. Bovendien zijn er nog altijd verscheidene gemeenten die vergaderen in Koninkrijkszalen die ze moeten delen met drie of meer gemeenten. Hoewel de broeders een liefdevolle, meewerkende houding aan de dag leggen bij het aldus efficiënt benutten van zalen, zal het toch heel fijn zijn wanneer er meer faciliteiten komen.
10 Ofschoon er in Nederland al veel tot stand is gebracht, bestaat er nog steeds een dringende behoefte aan meer Koninkrijkszalen. Ieder van ons heeft de gelegenheid om dezelfde ijverige geest te tonen die Haggaï en zijn broeders aan de dag legden toen zij aan de tempel werkten, nadat de joden naar hun vaderland waren teruggekeerd (Ezra 6:14; Hag. 1:3, 4, 8). Wij kunnen hulp bieden bij het schoon en presentabel houden van onze Koninkrijkszaal. Wij kunnen wellicht helpen bij het onderhoud en het periodiek opknappen van de Koninkrijkszaal. Onze geregelde bijdragen aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap vormen nog een manier waarop wij blijk kunnen geven van onze broederlijke liefde en kunnen meehelpen aan het bouwen van nieuwe Koninkrijkszalen in het hele land. — Matth. 22:39; Joh. 13:34, 35.
11 Alle bijdragen ten behoeve van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap dienen elke maand aan het Genootschap overgemaakt te worden. Naarmate deze bijdragen aangroeien, worden er regelingen getroffen om leningen te verschaffen aan gemeenten die hulp nodig hebben. De ontvangen bijdragen worden alleen gebruikt om te helpen bij de bouw van dringend noodzakelijke Koninkrijkszalen. Wanneer gemeenten die deze leningen hebben ontvangen, terugbetalingen doen aan het Genootschap, kan het geld opnieuw uitgeleend worden aan weer andere gemeenten. Geld dat is bijgedragen aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap, zal dus steeds opnieuw worden gebruikt voor het bouwen van de ene Koninkrijkszaal na de andere.
12 Bereidwillige werkers volbrengen de taken: Hoewel het succes van het bouwprogramma van Koninkrijkszalen ten dele het gevolg is van ter beschikking gesteld geld van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap, is er veel meer bij betrokken. Al deze over het hele land verspreide nieuwe centra van de ware aanbidding hebben vele duizenden uren vrijwilligersarbeid gekost. Ook in dit opzicht hebben de broeders van buitengewone edelmoedigheid blijk gegeven, vooral tijdens de afgelopen tien jaar.
13 In verschillende streken van het land zijn er getrainde groepen van broeders georganiseerd om gemeenten te assisteren bij het bouwen van Koninkrijkszalen op een zodanig snelle manier dat een project wellicht in slechts één weekend klaarkomt. Regionale bouwcomités zijn bij dit werk een grote hulp gebleken. Veel broeders hebben vrijwillig van hun tijd en energie gegeven om te helpen. Allen die dit doen, dienen geprezen te worden voor hun tentoonspreiding van liefdevolle zorg. Wij moedigen die broeders echter aan hierin van een gezond oordeel blijk te geven en evenwichtig te zijn. Velen hebben gezinsverantwoordelijkheden en moeten ook toewijzingen behartigen in hun respectieve gemeenten. Zij moeten ermee voortgaan een volledig aandeel aan de velddienst te hebben (Matth. 24:14; 28:19, 20). Daarom dienen gemeenten die hulp nodig hebben, de kwestie van hun Koninkrijkszaalproject op een evenwichtige wijze te benaderen. Hoewel men misschien zo spoedig mogelijk wil gaan bouwen, dient men niet onredelijk te zijn in hetgeen van de vakkundige werkers wordt verwacht en er niet op aan te dringen dat men direct begint. Allen dienen er veeleer volgens een schematische regeling aan deel te nemen. Sommigen kunnen het zelfs nodig achten hun bouwproject tijdelijk uit te stellen zodat zaken op een ordelijke wijze voortgang kunnen vinden zonder dat het voor anderen een drukkende last wordt.
14 Israël werd geprezen voor het „juist zo” voltooien van de toewijzing om de tabernakel te bouwen (Ex. 39:32, 43). Ook in deze tijd dient het onze wens te zijn in degelijk gebouwde Koninkrijkszalen te voorzien. In plaats van betrokken te raken bij een geest van wedijver om het ’zo snel mogelijk’ te doen, probeert Jehovah’s volk ervoor te zorgen dat Koninkrijkszalen ’zo goed mogelijk’ worden gebouwd, ofschoon de bouw toch in een betrekkelijk korte tijdsperiode klaarkomt. De aanbeveling is dat Koninkrijkszalen eenvoudige en gepaste huizen van aanbidding zijn, niet overdreven qua omvang of stijl, zodat de met toewijding geschonken middelen niet worden verspild.
15 Wij verheugen ons natuurlijk over een gemeente die bezig is met een bouw- of verbouwingsproject. Niettemin betonen wij de broeders die aan het bouwproject werken, vriendelijkheid en consideratie als wij er niet naar toe gaan om alleen maar toeschouwer te zijn. Als wij niet op een zinvolle manier aan het betreffende werk kunnen deelnemen, zou het beter zijn met onze plaatselijke gemeente een aandeel aan de velddienstactiviteiten te hebben.
16 Onze Koninkrijkszalen onderhouden: Evenals getrouwe Israëlieten eraan werkten de tempel van Jehovah in goede staat te houden, zo zien gemeenten van Jehovah’s volk in deze tijd er zorgvuldig op toe dat de conditie van de Koninkrijkszaal niet achteruitgaat (2 Kron. 24:13). Hoewel wij aanzienlijk financieel verlies kunnen lijden wanneer wij nalaten de Koninkrijkszaal in goede staat te houden, is van nog groter belang welke indruk ze geeft van Jehovah, zijn volk en de Koninkrijksboodschap. Personen die voor de eerste keer een vergadering bezoeken, baseren hun conclusies vaak op wat zij zien. Wat zal hun reactie zijn bij het zien van jullie Koninkrijkszaal? Is ze aan een verfbeurt toe? In welke staat verkeren de stoelen, de vloerbedekking, de gordijnen?
17 Alle gemeenten hebben richtlijnen ontvangen betreffende onderhoud en reparatie van de Koninkrijkszaal. Bovendien communiceert het Genootschap af en toe met het lichaam van ouderlingen, waarbij belangrijke onderhoudsvereisten opnieuw bekeken worden. Er zijn natuurlijk zaken ten aanzien waarvan de ouderlingen te allen tijde waakzaam moeten zijn. Is het dak in goede staat? Hoe staat het met het waterleidingsysteem, het luchtverversingssysteem, de verwarming en de elektrische installatie? Werken ze allemaal goed? Minstens eens per jaar dienen de ouderlingen deze zaken zorgvuldig na te gaan.
18 Wat moet een gemeente doen als ze denkt dat ze te groot is geworden voor haar huidige Koninkrijkszaal? Het lichaam van ouderlingen dient alle opties die er zijn, zorgvuldig te beschouwen. Hoewel bijvoorbeeld de Koninkrijkszaal overvol kan zijn, is de huidige locatie wellicht goed. Misschien is die plaats algemeen bekend in de gemeenschap en gemakkelijk bereikbaar voor de meesten. Het kan daarom zijn dat de gemeente eerder serieus een grote verbouwing zal willen overwegen dan verkoop en nieuwbouw. Wellicht wordt aldus voldaan aan de huidige behoeften van de gemeente, terwijl er ook nog ruimte voor toekomstige groei is. Over het algemeen kost een verbouwing minder tijd en geld. Wanneer een gemeente een ander stuk grond wil kopen en een nieuwe Koninkrijkszaal wil bouwen, betekent dat ook dat er geprobeerd moet worden de oude faciliteit te verkopen. Er zijn natuurlijk vele factoren die bij het analyseren van deze zaken moeten worden overwogen en alle mogelijkheden dienen zorgvuldig afgewogen te worden.
19 Teneinde zo doeltreffend en economisch mogelijk te werk te kunnen gaan, zal voortaan de volgende regeling van kracht zijn: Wanneer voor hetzij nieuwbouw- of renovatiewerkzaamheden de hulp van vrijwilligers van buiten de eigen gemeente nodig is, zal het project onder het opzicht van het Regionale bouwcomité vallen. Wanneer gemeenten van plan zijn een renovatie of nieuwbouwproject uit te voeren, dienen de ouderlingen bij aanvang — ruim voordat er grond wordt gekocht — contact met het Regionale bouwcomité op te nemen. Deze broeders kunnen op grond van hun ervaring waardevolle adviezen geven waardoor veel geld kan worden bespaard.
20 Ja, er zijn nog altijd meer Koninkrijkszalen nodig. Dit vormt een uitdaging waaraan wij het hoofd kunnen bieden wanneer wij als een verenigde organisatie te werk gaan via het expansieprogramma betreffende Koninkrijkszalen. Het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap heeft ons geweldig geholpen om dit programma van de grond te krijgen. Terwijl wij overvloedig van onze tijd en middelen blijven geven, zullen wij naar Jehovah opzien om onze verenigde inspanningen te zegenen, tot zijn eer. — 2 Kor. 9:6, 7.