Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • it-1 ‘Haggaï, Het boek’
  • Haggaï, Het boek

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Haggaï, Het boek
  • Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Vergelijkbare artikelen
  • Haggaï, het boek
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Bijbelboek nummer 37 — Haggaï
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Haggaï
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Haggaï
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Inzicht in de Schrift, Deel 1
it-1 ‘Haggaï, Het boek’

HAGGAÏ, HET BOEK

Een geïnspireerd boek van de Hebreeuwse Geschriften dat onder de zogenoemde kleine profeten wordt gerangschikt. Het bestaat uit vier van Jehovah afkomstige boodschappen, gericht tot de joden die uit de Babylonische ballingschap waren teruggekeerd. Door deze boodschappen werden zij ertoe aangespoord de herbouw van de tempel in Jeruzalem te voltooien. Het is tevens een profetisch boek, waarin onder andere werd voorzegd dat Jehovah’s huis met heerlijkheid vervuld zou worden en menselijke koninkrijken omvergeworpen zouden worden. — Hag 2:6, 7, 21, 22.

Schrijver en canoniciteit. De schrijver van het boek was de profeet Haggaï, die elke daarin vervatte boodschap persoonlijk heeft verkondigd (Hag 1:1; 2:1, 10, 20; zie HAGGAÏ). Hoewel het boek Haggaï in de meeste oude bijbelcatalogi niet met name wordt genoemd, is het kennelijk bij de verwijzingen naar de ’twaalf kleine profeten’ inbegrepen, want anders zouden wij niet op het aantal van twaalf komen. De joden hebben nooit in twijfel getrokken dat dit boek in de Hebreeuwse Geschriften thuishoort, en de canoniciteit ervan wordt definitief bevestigd doordat er in Hebreeën 12:26 een aanhaling uit Haggaï 2:6 wordt gedaan. — Vgl. Hag 2:21.

Stijl. De taal is eenvoudig en de betekenis van de inhoud overduidelijk. Soms worden tot nadenken stemmende vragen opgeworpen (Hag 1:4, 9; 2:3, 12, 13, 19). Het boek Haggaï bevat krachtige terechtwijzingen alsook aanmoedigingen en hoop inboezemende profetieën. De goddelijke naam, Jehovah, komt in de 38 verzen van het boek 35 maal voor, en er wordt duidelijk aangetoond dat de boodschappen van God afkomstig waren en dat Haggaï als de door Hem aangestelde boodschapper dienst verrichtte. — 1:13.

Wanneer geschreven en onder welke omstandigheden. De vier door Haggaï opgetekende boodschappen werden in het 2de jaar van de Perzische koning Darius Hystaspis (520 v.G.T.) in een tijdsbestek van ongeveer vier maanden in Jeruzalem verkondigd, terwijl het boek klaarblijkelijk in 520 v.G.T. werd voltooid (Hag 1:1; 2:1, 10, 20). In de tijd dat Haggaï als profeet optrad, profeteerde Zacharia met hetzelfde doel. — Ezr 5:1, 2; 6:14.

Boodschappen van blijvend nut. Het boek Haggaï moedigt onder andere aan tot geloof in Jehovah, een uiterst belangrijke hoedanigheid voor Gods dienstknechten. Het laat zien dat God met zijn volk is (Hag 1:13; 2:4, 5), en het spoort hen er ook toe aan zijn belangen op de eerste plaats in hun leven te stellen (Hag 1:2-8; Mt 6:33). Het boek maakt duidelijk dat een louter formalistische aanbidding Jehovah niet behaagt (Hag 2:10-17; vgl. Jes 29:13, 14; Mt 15:7-9), maar dat getrouwe daden die in overeenstemming zijn met Gods wil, gezegend worden (Hag 2:18, 19; vgl. Sp 10:22). De schrijver van het bijbelboek Hebreeën wijst erop dat Haggaï 2:6 een grotere vervulling heeft in verband met Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus. — Heb 12:26-29.

[Kader op blz. 916]

HOOFDPUNTEN UIT HAGGAÏ

Vier boodschappen om de joden aan te sporen ermee voort te gaan Jehovah’s tempel te herbouwen

Geschreven in Jeruzalem zeventien jaar nadat de joden uit de ballingschap waren teruggekeerd, toen de tempelbouw nog niet voltooid was

Boodschap aan een volk dat in betimmerde huizen woont, terwijl Jehovah’s huis in puin ligt (1:1-15)

Aan degenen die denken dat de tijd voor de herbouw van de tempel niet gekomen is, maakt Jehovah duidelijk dat hij hun wegens de veronachtzaming van dit werk zijn zegen heeft onthouden, zodat de oogsten schraal uitvallen en de loonarbeiders een karig loon ontvangen

Zerubbabel, Jozua en de rest van het volk reageren gunstig; zij krijgen de verzekering dat Jehovah bij de herbouw van de tempel met hen zal zijn; het werk aan de tempel begint

Aankondiging dat Jehovah zijn huis met heerlijkheid zal vervullen (2:1-9)

In de ogen van de bejaarden, die de heerlijkheid van Salomo’s tempel hadden gezien, lijkt het nieuwe bouwwerk als niets

Jehovah spoort Zerubbabel, Jozua en de rest van het volk aan sterk — niet moedeloos — te zijn en het werk voort te zetten; hij verzekert hun dat de heerlijkheid van de herbouwde tempel die van de vroegere tempel zal overtreffen

Het volk wordt er attent op gemaakt dat zijzelf en al hun werk onrein zijn geworden in Gods ogen wegens hun verzuim de tempel te herbouwen (2:10-19)

De antwoorden van de priesters op bepaalde vragen tonen dat heiligheid niet kan worden overgedragen, maar onreinheid wel

Jehovah moedigt het volk aan door hun mee te delen dat hij vanaf de dag dat het fundament van de tempel is gelegd, zijn zegen zal schenken en er een einde aan de schrale oogsten zal komen

Boodschap aan Zerubbabel dat Jehovah de hemel en de aarde zal schudden (2:20-23)

Wanneer Jehovah de hemel en de aarde schudt, wanneer hij zelfs de troon van koninkrijken ondersteboven keert, zullen de vijanden hun wapens tegen zichzelf keren; bijgevolg zal geen enkele macht erin slagen de herbouw van de tempel te verhinderen

Jehovah zal Zerubbabel als zijn eigen zegelring maken en garandeert aldus dat de positie van Zerubbabel zeker zal zijn, ongeacht wat er zou kunnen gebeuren

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen