Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g71 22/2 blz. 13-15
  • Attracties van de onderzeese wereld

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Attracties van de onderzeese wereld
  • Ontwaakt! 1971
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het koraalrif
  • Verschillende soorten koraal
  • Meesters van het rif
  • Een bezoek aan het Groot Barrièrerif
    Ontwaakt! 1991
  • Bouwmateriaal van de zee
    Ontwaakt! 1973
  • Koraal — In levensgevaar
    Ontwaakt! 1996
  • Het barrièrerif van Belize — Een werelderfgoed
    Ontwaakt! 2007
Meer weergeven
Ontwaakt! 1971
g71 22/2 blz. 13-15

Attracties van de onderzeese wereld

Door Ontwaakt!-correspondent op de Leeward Islands

GEWAPEND met een aqualonguitrusting of eenvoudig met een duikbril en zwemvliezen onderzoekt men thans de wonderen van de onderzeese wereld. Laat anderen maar naar de maan gaan en nieuwe heldendaden in de ruimte beramen, onderwater-enthousiastelingen zijn gelukkig als zij enkele van die weinig bekende gebieden van onze planeet mogen verkennen. Het leven en de activiteit onder de zeespiegel hebben een geheel eigen bekoring. Deze stille wereld geeft verademing door het contrast met de herrie en de zenuwachtige drukte van het leven aan de oppervlakte.

Een onderzees avontuur behoeft nog geen moedwillige afslachting van de zeebewoners in te houden. Er bestaan ook goede en praktische motieven. Oceanografen die zich bewust zijn van de enorme mogelijkheden voor onderzeese landbouw, opperen die mogelijkheid als een gedeeltelijke oplossing voor het voedselprobleem van deze wereld. Onderzoekers op het terrein van de plantkunde en de biologie hebben een levendige belangstelling voor de flora en fauna van de zee. Op vele anderen oefenen de schoonheid en kleur en de myriaden kunstvormen waarvan het in de zeeën wemelt, aantrekkingskracht uit.

Het beste kan men voor een dergelijk avontuur onder de golven de tropische zeeën uitkiezen, waar de temperatuur van het water niet te laag is om lang onder water te blijven. Het heldere, schone water van koraalzeeën wenkt avonturiers naar de beste plaatsen.

Het koraalrif

Waarom zouden koraalzeeën een bijzondere attractie vormen? Omdat koraal gedijt in wateren die voldoende in beroering zijn om nieuwe aanvoer van water en daardoor steeds vers microscopisch klein plankton te verzekeren, en omdat in de buurt van koraalkolonies de grootste verscheidenheid van onderzees leven wordt aangetroffen. De kleinere diertjes zoeken het beschermende koraalrif met zijn talloze holten en spleten op, terwijl de grotere voortdurend in de omgeving ervan rondzwemmen in de hoop dat ze enkele van de kleinere diertjes die zo onvoorzichtig zijn om wat al te ver af te dwalen, zullen kunnen onderscheppen.

Wat is dit koraalrif? Het kan eruitzien als geperforeerd gesteente. Het is echter heel anders dan gesteente ontstaan en gevormd. Koraalvorming is in werkelijkheid het gevolg van de bouwwerkzaamheden van vele generaties van heel kleine zeediertjes — schepseltjes van de zee die verwant zijn aan de meer bekende kwallen en zeeanemonen. Deze zeediertjes, poliepen genaamd, zijn geleiachtig week en buigzaam, en cilindervormig. Met het ene eind zitten ze vast verankerd aan de koraalkolonie, de verlaten woningen van een vroegere generatie. Aan het andere eind heeft het diertje zijn mond, die ’s nachts toegang geeft tot een franje van kleine tentakels die naar buiten reiken en zich met het plankton voeden dat meer naar de oppervlakte komt drijven. Elke poliep bouwt een beschermend omhulsel om zich heen, een soort privé-etagewoning, gemaakt van calciumcarbonaat dat door de opperhuid van het diertje wordt gevormd. Overdag trekken deze poliepen zich in hun schuilplaats terug.

Door het oneindige aantal waarin deze nietige bouwmeesters naast elkaar samenwerken terwijl ze jaar in jaar uit, eeuw in eeuw uit, in de richting van de zon omhoogbouwen, heeft het rif zijn huidige aanzien gekregen. Zeeplanten ontkiemden, zeewier begon zich er te nestelen, sponsen en algen — allemaal hielpen ze er enigszins aan mee het tot een hecht bouwwerk te maken. Het resultaat — het koraalrif, dat vaak „het onderzeese flatgebouw” is genoemd.

Over het algemeen komt het rif voor in ondiep kustwater waar het zonlicht en de warmte behoorlijk diep kunnen doordringen. Eén reden schijnt te zijn dat er zich in het lichaam van elke poliep microscopisch kleine plantjes bevinden die een zeer noodzakelijke bijdrage leveren tot het verteringsproces van de poliep en net als de meeste planten afhankelijk zijn van fotosynthese. Zonder zonlicht sterven deze plantjes, en als gevolg daarvan ook de poliep.

Hoewel het rif een stevige en duurzame bouw heeft, zijn er toch ook ontbindende krachten aan het werk, vooral machtige stormen die vaak brokken koraal van verscheidene tonnen zwaar afbreken en als lucifershoutjes boven op het rif gooien.

Verschillende soorten koraal

Er zijn ook andere soorten koraal, die niet aan het eigenlijke rif bouwen, hoewel hun aanwezigheid wel tot de omvang ervan bijdraagt. Zo is daar het hertshoornkoraal, waarvan de groei gelijkt op die van zware boomtakken, die soms wel vier en een half tot zes meter lang en aan de basis een halve meter dik kunnen zijn. Het hersenkoraal neemt de vorm aan van een ronde kei, die verschillende afmetingen kan hebben, en is voorzien van een tekening die heel veel op hersenwindingen gelijkt. Het hersenkoraal groeit in getijde-ondiepten vlak bij het rif.

Ook is er het elandsgeweikoraal, ook wel brandkoraal geheten, dat voor duikers een ware bedreiging vormt omdat het al wat zich te dicht in zijn nabijheid waagt een pijnlijke wond kan toebrengen. Een andere koraalsoort gelijkt uiterlijk heel veel op sla. Tot de weke koraalsoorten, die zich van steenkoraal onderscheiden, behoren het helder gekleurde sterkoraal (Astrangia) en bepaalde soorten die niet meer zijn dan een weke massa met zachte, sponzige, vertakte vingers, en weer andere die eruitzien als grote schalen die soms een middellijn hebben van 1,80 tot 2,40 meter en door de koraalpoliepen concentrisch zijn gerangschikt.

Meesters van het rif

Hoewel de koraalpoliepen de architecten en bouwmeesters zijn, moet worden toegegeven dat de vissen in werkelijkheid de meesters van het rif zijn. Hier dartelen ze rond en voeden ze zich en vinden ze een toevlucht tegen de grotere rovers van de zee. De rifpopulatie doet zich in een fantastische verscheidenheid van vorm, afmeting, kleur en zonderlinge tekening voor. Gezien tegen de achtergrond van de vele koraalschakeringen doen ze ons denken aan de kleurrijke tropische vogels en vlinders die in een bloementuin rondfladderen: rode, groene, gele, blauwe en elke mogelijke kleurschakering daartussen. Er heerst een activiteit van snel starten en plotseling stoppen midden in het puntige, getande koraal. Waakzaamheid en beweeglijkheid zijn van levensbelang. Daarom zijn de meeste rifbewoners van bescheiden afmeting.

Op de zandbodem kort bij het rif kan men de kleine geelkopkaakvis — van de familie der Opisthognathidae — bezig zien met zijn kaken zijn hol te graven. Hoewel dit hol maar een paar decimeter diep is, voorziet het in een schuilplaats waarin de vis zich, zodra er gevaar dreigt, met de staart vooruit terugtrekt. Zulke holen zijn gewoonlijk bekleed met zorgvuldig uitgekozen steentjes. Scholen schoorhaaien en trekkervissen, die soms prachtig getekend zijn, zien wij voorbijglijden. Aan de bovenkant van het rif is de blauwe papegaaivis, met zijn snavelachtige bek, bezig stukken van het koraal af te bijten en zich met de smakelijke poliepen die zich erin bevinden te voeden.

Diep in de schuilhoeken en gaten van het rif of zich verbergend tussen steenhopen die lang geleden als ballast uit vergane schepen zijn gekomen, leven de misschien wel meest geduchte van alle rifbewoners — de bijna twee meter lange groene murene of moeraal en zijn neef, de gevlekte murene van ongeveer één meter lengte. Deze dieren hebben scherpe tanden en hun kracht is groot genoeg om een mens zijn vingers of tenen af te happen als hij niet uitkijkt wat hij aanraakt of waar hij loopt. Buiten het rif, in dieper water, liggen de altijd waakzame grotere rovers op de loer, in afwachting van een goede maaltijd — de hamerhaai, de witgevlekte haai, de citroenhaai en de bijna twee meter lange barrakoeda.

De barrakoeda, geheel op snelheid en trefkracht gebouwd, is een hoogst selectieve eter. Enkele van de weinige aanvallen die deze dieren op mensen hebben gedaan, waren naar men gelooft vergissingen van hun kant. Over het algemeen doden ze alleen maar wat ze van plan zijn op te eten, dus blijkbaar zonder verspilling en evenmin uit opzettelijke wreedheid.

Hoewel deze grotere vissen even buiten het rif de menselijke bezoekers aan de onderzeese wereld wel voor enkele problemen stellen, bestaat er nog een ander, meer rechtstreeks gevaar waarvoor men op zijn hoede moet zijn. Neem bijvoorbeeld de gewone zeeëgel eens. Dit distelachtige dier, dat gewend is zich in te graven, heeft scherpe, broze stekels. Wanneer men ertegenaan stoot, dringen de stekels in het vlees en breken ze af. Ze zijn uiterst moeilijk te verwijderen en kunnen snel infectie veroorzaken.

Nog een gevaar vormen de brandende netels van de kwal. Als om de bezoeker te ontwapenen, zijn deze dieren prachtig donkerblauw, bruin en geel getekend. Veel kwallen kunnen echter gemeen steken. Een van de gevaarlijkste is het zogenaamde Portugese oorlogsschip. Het drijft op het wateroppervlak, terwijl zijn lange, giftig stekende vangarmen omlaagbengelen. Iemand die ermee in aanraking komt, kan er vrijwel op rekenen dat hij hevig wordt gestoken, hetgeen soms zelfs de dood kan veroorzaken.

Het is niet misplaatst hier nota te nemen van een gevaar voor de poliepen, die nietige architecten van het rif. De stekelige zeester weet gewoonlijk net zoveel koraalpoliepen te verorberen als hij maar kan vinden. In het gebied van de Grote Oceaan schijnt de zeester echter een bevolkingsexplosie te ondergaan, en wel in die mate dat het ene rif na het andere van zijn poliepen wordt ontdaan en gezuiverd, waardoor dergelijke riffen in met algen overdekte kerkhoven of in levenloze, onbewoonbaar verklaarde flatgebouwen worden veranderd.

De onderzeese wereld is er stellig een van verscheidenheid, gevaren en attracties, net als de wereld daarboven. De rifbezoeker die over alle wonderen die hij in de stille wereld ziet nadenkt, moet wel met bewondering en ontzag worden vervuld wegens deze oneindig vele scheppingen van Degene die in het begin gebood: „Dat de wateren een gewemel van levende zielen voortbrengen.” — Gen. 1:20.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen