Waarom worden Chinese karakters op die manier geschreven?
DE JONGEN in de schoolbank is een toonbeeld van concentratie. Met zijn linkerhand houdt hij een vel rijstpapier vast waarop grote vierkante vakken zijn gedrukt. Zijn hoofd neigt wat naar links, en zijn ogen zijn gevestigd op de punt van een penseel met een dunne bamboeschacht die hij vertikaal in zijn rechterhand houdt. Met langzame en beheerste penseelstreken, onderbroken door het zo nu en dan indopen in de inktpot, probeert hij moeizaam zich de kunst van het schrijven eigen te maken — schrijven in het Chinees.
Wat op papier verschijnt, ziet er voor westerse ogen misschien onmogelijk ingewikkeld en hopeloos verwarrend uit. Maar door eindeloze oefening en herhaling krijgt de kleine jongen, en met hem miljoenen andere jonge leerlingen in China, op wellicht de enige praktische manier de grondbeginselen van het geschreven Chinees onderwezen.
Een weergave van begrippen
Wat Chinees zo doet verschillen van de meeste andere talen, is het feit dat de taal geen alfabet heeft. Om die reden wordt het Chinees niet geschreven door eenvoudig de achtereenvolgende klanken met letters weer te geven zoals men in het Nederlands doet of in andere talen met een alfabet. In de grond der zaak is het Chinese schrift geen weergave van gesproken klanken; het is veeleer een weergave van begrippen.
In het jargon van taalgeleerden, het Chinese schrift is een ideografisch schrift, bestaande uit begriptekens. Elk woord of karakter draagt door zijn vorm en verschijning aan de lezer een bepaald begrip over. Als het een eenvoudig begrip is, zou het karakter gewoon een eenvoudig tekeningetje ervan kunnen zijn. De taalgeleerden noemen dit pictografische karakters, of beeldschrift. Daaronder zijn woorden voor gewone zaken die wij uit het dagelijkse leven kennen, zoals
ZON MAAN BOOM MENS MOND [Chinese karakters]
Als u naar de bovenstaande woorden kijkt, ziet u er misschien geen tekeningetjes meer in. Dit komt doordat deze beeldwoorden door de jaren heen steeds verder zijn vereenvoudigd om het schrijven ervan gemakkelijker te maken. Maar als u de oudere versies van deze woorden zou bestuderen, treedt het beeldende element duidelijk aan het licht. Op bladzijde 22 ziet u de veranderingen die sommige karakters hebben ondergaan, van zuiver beeldende karakters aan de linkerkant tot de gestileerde vorm die momenteel wordt gebruikt.
Het ligt voor de hand dat een alleen uit beeldwoorden opgebouwd schrift erg beperkt zou zijn omdat er maar een bepaald aantal begrippen zijn die met eenvoudige tekeningetjes kunnen worden uitgebeeld. Daarom zijn de karakters voor de meer ingewikkelde en abstracte begrippen meestal opgebouwd uit verscheidene eenvoudige beeldwoorden, die op zo’n manier zijn samengevoegd dat mensen de begrippen vanuit hun algemene ervaring kunnen herkennen. Bijvoorbeeld de „zon” en de „maan” betekenen samengevoegd „helder”; de „mens” leunend tegen de „boom” betekent „rust”.
ZON + MAAN = HELDER [Chinese karakters]
MENS + BOOM = RUST [Chinese karakters]
Wellicht is het in dit geval gemakkelijk te begrijpen waarom deze twee karakters op deze speciale wijze zijn gevormd. Er was in de eenvoudigere manier van leven in het verleden waarschijnlijk niets helderder dan de zon en de maan, en een kort oponthoud onder een boom was misschien heel rustgevend.
Enkele ongewone ideeën
Er zijn echter enkele woorden waar de meest ongewone verhalen achter blijken te steken, verhalen die schijnbaar niets met de gewone, alledaagse ervaringen te maken hebben. Neem bijvoorbeeld het karakter voor „schip”. Dit is beslist geen bijzonder ingewikkeld begrip om uit te drukken. Toch is het karakter verrassend genoeg nogal ingewikkeld. Het is samengesteld uit drie eenvoudige karakters:
VAT + ACHT + MOND = SCHIP [Chinese karakters]
Het derde onderdeel, „mond”, is een heel gewoon karakter dat ook „mensen” kan betekenen, net zoals wij in het Nederlands de uitdrukking kennen „nog een mond te voeden”. Het karakter voor „schip” is dus afgeleid van het begrip „acht personen in een vat”. Eigenaardig, vindt u niet? Waar zou een dergelijk idee vandaan zijn gekomen?
Beschouw eens een ander voorbeeld. Het karakter voor „hebzucht” of „hebzuchtig” wordt geschreven met twee karakters voor „boom” boven het karakter voor „vrouw” of „vrouwelijk”.
BOOM + BOOM + VROUW = HEBZUCHT [Chinese karakters]
Het bovenste deel van het woord, twee bomen naast elkaar, vormt op zichzelf het karakter voor „bos”. Bezien als een plaatje, schijnt het hele karakter echter een vrouw af te beelden, staand voor of misschien opkijkend naar twee bomen. Waarom zou het begrip „hebzucht” op deze wijze worden weergegeven?
Vele andere karakters kunnen met overeenkomstige resultaten worden geanalyseerd. Ze vertellen boeiende verhalen die totaal niets te maken schijnen te hebben met de gewone, dagelijkse ervaringen van de mensen. Ze schijnen een achtergrond of oorsprong van begrippen bloot te leggen die nogal verschilt van wat de meeste mensen, in het bijzonder de Chinezen zelf, als typerend zouden beschouwen. Waar kwamen dergelijke ideeën vandaan?
Een mogelijk verband?
Indien u enigszins op de hoogte bent met de bijbel, dan hebt u wellicht iets bekends opgemerkt in het verhaal achter het karakter voor „schip”. Vindt u niet dat er een treffende gelijkenis bestaat met het bijbelse verslag over Noach en zijn gezin van in totaal acht personen die in de ark de Vloed overleefden? — Genesis 7:1-24.
Hoe staat het met de gedachte achter het karakter voor „hebzucht”? Wel, misschien herinnert u zich de beschrijving in de bijbel van de tuin van Eden waarin twee bomen specifiek bij naam werden genoemd: „De boom des levens in het midden van de tuin en de boom der kennis van goed en kwaad” (Genesis 2:9). Was het niet Eva’s onmatige begeerte naar de vrucht van een van die bomen die ten slotte leidde tot de val van de mensheid?
Zijn dit slechts toevalligheden of is er meer aan verbonden? In een boek getiteld Discovery of Genesis (Ontdekking van Genesis), analyseerden de gezamenlijke auteurs C. H. Kang en Ethel R. Nelson tientallen ideografische Chinese karakters, met inbegrip van de twee zojuist genoemde, en bemerkten dat „de karakters, indien opgesplitst in de delen waaruit ze waren samengesteld, keer op keer elementen weergeven van het verhaal van God en de mens zoals opgetekend in de eerste hoofdstukken van Genesis”.
Maar, vraagt u zich misschien af, welke relatie zou er mogelijkerwijs tussen de bijbel en het oude Chinese schrift kunnen bestaan? Het valt moeilijk zich iets voor te stellen dat verder van de bijbel afstaat dan de taal van de mysterieuze oosterlingen. Maar een objectieve beschouwing en vergelijking van wat in de bijbel staat opgetekend en wat bekend is uit aanvaarde historische feiten, zal ons helpen in te zien dat het leggen van zo’n verband niet onredelijk is.
De bijbel verschaft een aanknopingspunt
Historici hebben reeds lang de vlakten van Mesopotamië aangewezen als de oorspronkelijke bakermat van de beschaving en de taal. Dit stemt in feite volledig overeen met wat in de bijbel staat opgetekend. Het boek Genesis beschrijft in hoofdstuk 11 een gebeurtenis die in het land Sinear in Mesopotamië plaatsvond, en die ons het noodzakelijke aanknopingspunt voor ons onderzoek verschaft.
„De gehele aarde nu had nog steeds één taal en één woordenschat”, zo luidt Genesis 11:1. De eenheid werd echter door de mensen misbruikt door in strijd te handelen met het voornemen dat God met hen had. „Nu zeiden zij: ’Komaan! Laten wij een stad voor ons bouwen en ook een toren waarvan de top tot in de hemel reikt, en laten wij ons een gevierde naam maken, opdat wij niet over de gehele oppervlakte der aarde worden verstrooid.’” — Genesis 11:4.
De toren was natuurlijk de beruchte Toren van Babel. Het was dus in het land Sinear in Mesopotamië dat God de taal van de mens verwarde. „Daarom werd haar naam Babel genoemd, omdat Jehovah daar de taal van de gehele aarde had verward, en vandaar had Jehovah hen over de gehele oppervlakte der aarde verstrooid.” — Genesis 11:9.
Een controverse
Natuurlijk wordt dit bijbelse verslag door de wetenschappelijke wereld niet zo vlot aanvaard. In de wetenschappelijke gemeenschap bestaat geen enkele overeenstemming over de vraag hoe China’s taal zich heeft ontwikkeld. En de meningen van de geleerden zijn verdeeld ten aanzien van de vraag of het Chinese schrift zich in China zelf ontwikkelde of dat het werd ingevoerd, althans in aanvang.
I. J. Gelb bijvoorbeeld verklaart in zijn boek A Study of Writing (Een onderzoek van de schrijfkunst): „De rechtstreekse afstamming van het Chinese schrift uit Mesopotamië, zoals gesuggereerd door sommige geleerden op basis van vergelijkingen naar de vorm van Chinese en Mesopotamische tekens, is nooit bewezen door een strikt wetenschappelijke methode.” Op overeenkomstige wijze schreef David Diringer in zijn boek The Alphabet: „De poging van sommige geleerden om de Sumerische oorsprong van het Chinese oerschrift te bewijzen bevat op zijn minst grote overdrijvingen.”
Er moet echter worden opgemerkt dat de bijbel niet zegt dat alle andere talen zich ontwikkelden uit of afstamden van de ’ene taal en de ene woordenschat’ die door de mensen daar in Sinear werden gebruikt. Het verslag geeft te kennen dat de talen die uit de verwarring voortkwamen, zo verschillend waren en zo ver van elkaar af stonden dat de mensen het bouwproject in de steek moesten laten en zich „over de gehele oppervlakte der aarde” moesten verspreiden omdat zij elkaar niet langer konden verstaan of met elkaar konden communiceren.
Kennelijk was de uitwerking van het verwarringsproces zodanig dat het de oorspronkelijke taalpatronen in de geest van mensen uitwiste en deze door nieuwe verving. De nieuwe talen die zij spraken waren dus volkomen verschillend van de talen die zij voorheen hadden gekend. Deze waren geen zijtakken van de oorspronkelijke ’ene taal’.
Eén punt moet echter in gedachte worden gehouden: hoewel hun taalpatronen werden veranderd, gebeurde dit kennelijk niet met hun gedachten en herinneringen. Hun ervaringen, tradities, angsten, genegenheden, gevoelens en emoties bleven onveranderd. Deze namen zij met zich mee waarheen zij ook gingen, en ze hadden een diepgaande invloed op de religies, culturen en talen die zich in de verafgelegen hoeken van de aarde ontwikkelden. In het geval van de Chinezen doken zulke herinneringen klaarblijkelijk ook in hun pictografische en ideografische karakters op.
Het is daarom niet verwonderlijk dat de eerder aangehaalde Diringer, na zijn bezwaren te hebben geuit tegen de theorie dat het Chinese schrift rechtstreeks van het Sumerische was afgeleid, toegaf dat „het idee van het schrift in het algemeen direct of indirect van de Sumeriërs geleend zou kunnen zijn”.
Welke conclusie mogen wij trekken?
Onze korte beschouwing van de ideeën die achter de ideografische Chinese karakters steken, brengt de kwestie van hun oorsprong aan de orde. Zoals wij hebben gezien vinden geleerden het moeilijk de veronderstelling te aanvaarden dat het Chinese schrift is afgeleid van een bron buiten hun land. Maar hun bezwaar is gebaseerd op het gebrek aan overeenkomsten naar vorm of uiterlijk. Totdat er meer archeologisch bewijsmateriaal beschikbaar is, blijft de kwestie wellicht onopgelost.
Aan de andere kant hebben wij bemerkt dat de overeenkomst tussen de gedachten die achter veel Chinese karakters steken en het bijbelse verslag van de vroege geschiedenis van de mens beslist opmerkelijk is. Hoewel het slechts aanwijzingen zijn, is het niettemin een fascinerende gedachte dat het Chinese schoonschrift waarop onze jonge leerling oefende, mogelijkerwijs gebaseerd zou kunnen zijn op de ideeën die uit Sinear zijn meegenomen als gevolg van de verwarring en verstrooiing bij de Toren van Babel.
[Kader op blz. 22]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
De ontwikkeling van enkele Chinese karakters door de eeuwen heen
PAARD
SCHILDPAD
VIS