Wat dient er gedaan te worden?
1 Wat dient er gedaan te worden wanneer een ouderling of een dienaar in de bediening naar een andere gemeente verhuist en het lichaam van ouderlingen aldaar hem als ouderling of dienaar in de bediening wil gebruiken? Het besturende lichaam heeft gevraagd of het gehele lichaam van ouderlingen in de gemeente waarheen hij verhuist, contact wil opnemen met het gehele lichaam van ouderlingen waar hij aangesteld was en gediend heeft. Met andere woorden, de kwestie is niet slechts dat het huidige comité de aanbeveling doet, maar het gehele lichaam van ouderlingen dient de aanbeveling te doen. De aanbeveling kan door het comité worden opgezonden, maar het volledige lichaam moet geraadpleegd worden en er zijn goedkeuring aan geven dat de broeder als ouderling of dienaar in de bediening in hun gemeente wordt aanbevolen. Zij dienen op een schriftelijke aanstelling van het besturende lichaam te wachten voordat er hierover een mededeling wordt gedaan.
2 Als iemand die als ouderling of als dienaar in de bediening dient een ernstige overtreding begaat en hem door het rechterlijke comité restricties worden opgelegd, is hij niet langer onberispelijk of vrij van beschuldiging en verliest hij dus zijn voorrechten en zijn positie als ouderling (1 Tim. 3:2, 10; Tit. 1:6, 7). Dit wordt natuurlijk aan de gemeente bekendgemaakt en het bijkantoor dient hierover ingelicht te worden opdat de administratie aldaar dienovereenkomstig gewijzigd kan worden. (Blz. 154-156, 169, Organisatie-boek.)
3 Wat dient er echter gedaan te worden als er twijfels rijzen of de broeder wel aan de vereisten voldoet, en het lichaam van ouderlingen de beslissing neemt te adviseren hem als ouderling of dienaar in de bediening af te voeren? Het lichaam van ouderlingen dient de aangelegenheden grondig te bespreken met degene wiens kwalificaties in twijfel getrokken worden; vervolgens dienen zij te beslissen wat zij het besturende lichaam gaan adviseren en in het kort de redenen van hun advies en de feiten waarop hun beslissing gebaseerd werd, op te geven. Zij dienen echter een kennisgeving van het besturende lichaam af te wachten of de broeder gehandhaafd of afgevoerd wordt alvorens hieromtrent een mededeling te doen.
4 In ieder geval waarbij een aangestelde ouderling of een dienaar in de bediening verhuist of om de een of andere reden niet langer aan de vereisten voldoet, dient het besturende lichaam hiervan in kennis gesteld te worden. Indien jullie weten waarheen hij verhuisd is, licht het Genootschap hierover dan in, daar deze informatie van zeer veel nut is. Als de broeder in het comité diende, laat het Genootschap dan weten wie zijn positie in het comité zal behartigen.