Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 8/75 blz. 1-4
  • Aan alle lichamen van ouderlingen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Aan alle lichamen van ouderlingen
  • Koninkrijksdienst 1975
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Voorbereiding voor de jaarlijkse bijeenkomst omstreeks 1 september
  • Vaststellen wie ervoor in aanmerking komt als ouderling of dienaar in de bediening te worden aanbevolen
  • Ouderlingen en dienaren in de bediening die voor ontheffing worden aanbevolen
  • Roulering — or, blz. 63, 64.
  • Een soepele overgang bij het begin van het nieuwe dienstjaar
  • Het jaarlijkse verslag invullen
  • Hoe, indien nodig, ouderlingen van nabijgelegen gemeenten aangetrokken kunnen worden
  • Wat er gedaan dient te worden wanneer ouderlingen of dienaren in de bediening verhuizen
  • Het aanbevelen van hen die voorheen terechtgewezen of uitgestoten zijn
  • Opmerkingen en adviezen voor alle ouderlingen
  • Een „lichaam van ouderlingen” met roulerend voorzitterschap
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Aangestelde ouderlingen om de kudde Gods te weiden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Ter attentie van de ouderlingen
    Koninkrijksdienst 1974
  • Nieuwe regelingen voor gemeentelijke organisatie
    Onze Koninkrijksdienst 1977
Meer weergeven
Koninkrijksdienst 1975
km 8/75 blz. 1-4

Aan alle lichamen van ouderlingen

1 augustus 1975

Geliefde broeders,

Ongeveer drie jaar is er nu een roulering van ouderlingen geweest en we kunnen zien dat de zegen van Jehovah op deze regeling rust. Er zijn echter enige vragen gerezen en wij vinden het prettig de volgende opmerkingen en richtlijnen, die naar wij hopen zeer nuttig zullen zijn, met jullie te delen. Het zou goed zijn als elke ouderling deze inlichtingen zorgvuldig doorneemt en van eventuele vragen die bij hem rijzen, aantekeningen maakt; deze kunnen dan op een passend moment op jullie bijeenkomst van ouderlingen besproken worden.

Voorbereiding voor de jaarlijkse bijeenkomst omstreeks 1 september

Eenmaal per jaar, omstreeks 1 september, dienen zij die reeds als ouderlingen zijn aangesteld, onder gebed te beschouwen of er enige andere broeders zijn die nu wellicht voor ouderling of dienaar in de bediening in aanmerking komen (w75, 15 september, blz. 553-556). De beschouwing van deze broeders dient niet op persoonlijke zienswijzen maar op Gods Woord gebaseerd te zijn. Het is aan te bevelen dat elke ouderling enige tijd vóór deze jaarlijkse bijeenkomst de vereisten voor ouderlingen en dienaren in de bediening, die in 1 Timótheüs 3:1-10, 12, 13; Titus 1:5-9 en 1 Petrus 5:1-5 staan uiteengezet, leest en onder gebed beschouwt. Tevens zou het goed zijn om vóór de bijeenkomst van ouderlingen het artikel nog eens door te lezen dat in De Wachttoren van 15 november 1973 stond, op blz. 693-698, „Komt u ervoor in aanmerking in de gemeente verantwoordelijkheid te dragen?” en: „Wie komt ervoor in aanmerking een ouderling te zijn?” in de Engelse Wachttoren van 1 augustus 1975, blz. 465-470 (Nederlandse uitgave van 15 november 1975).

Vaststellen wie ervoor in aanmerking komt als ouderling of dienaar in de bediening te worden aanbevolen

Wanneer het lichaam van ouderlingen samenkomt, dient Jehovah in gebed om zijn leiding te worden gevraagd zodat hetgeen gedaan wordt, volledig in overeenstemming met zijn wil zal zijn. Zij die als ouderlingen en dienaren in de bediening worden aanbevolen, dienen in het licht van de schriftuurlijke vereisten te worden beschouwd. Dienaren in de bediening moeten op het moment van aanbeveling minstens 20 jaar oud zijn en minstens een jaar gedoopt. — or, blz. 55-57; vergelijk Ezra 3:8.

Sommigen hebben gevraagd of er een specifieke leeftijd geldt waarop iemand als ouderling aanbevolen kan worden. Daar is geen specifieke leeftijd voor vastgesteld, maar stellig dient iemand die wordt aanbevolen, voldoende achtergrond en ervaring te hebben om als een „oudere man” te worden bezien en gerespecteerd. Zouden de verkondigers naar deze broeder toegaan wanneer zij ernstige problemen zouden hebben? Is hij oud genoeg om voldoende levenservaring te hebben ten einde passende en doeltreffende raad met betrekking tot ernstige gezinsproblemen of andere ernstige aspecten van het leven te kunnen geven? Het zou heel ongewoon zijn als een broeder in het begin van de twintig reeds over deze, voor een ouderling benodigde achtergrond en ervaring, zou beschikken. Mochten zulke personen worden aanbevolen, geef ons dan redenen waarom zij aan de vereisten voldoen. Als het lichaam van ouderlingen werkelijk in twijfel verkeert, zou het raadzaam zijn om een jaar of nog langer te wachten. Ondertussen zouden aan de dienaar in de bediening die voor aanbeveling als ouderling is overwogen, dienstvoorrechten kunnen worden verschaft, in overeenstemming met de inlichtingen die hierover in de „Vragenbus” van de Koninkrijksdienst van maart 1975 stonden. Leg broeders die geen werkelijke bezorgdheid voor de kudde tonen of geen oprecht verlangen tonen om hun broeders te dienen, niet haastig de handen op (1 Tim. 5:22). Nederigheid en zelfopofferende liefde zijn onontbeerlijk willen ouderlingen de kudde dat kunnen geven wat ze nodig heeft. Denk eraan dat alle schriftuurlijke vereisten belangrijk zijn — geen ervan dient gebagatelliseerd of over het hoofd gezien te worden. Als jullie geloven dat iemand in redelijke mate en met een redelijke constantheid aan de schriftuurlijke vereisten voor ouderling of dienaar in de bediening voldoet, dan bestaat er een basis om hem voor aanstelling aan te bevelen.

Als broeders er blijk van geven dat zij verantwoordelijkheid trachten te verkrijgen, maar nog niet aan de vereisten voldoen, zou het juist zijn hen voor hun krachtsinspanningen te prijzen en vriendelijk te vertellen waarom zij nog niet aan de vereisten voldoen. Dit kan worden gedaan ongeacht of ze nu al dan niet naar hun geschiktheid informeren. Door openhartig te wijzen op hetgeen waaraan zij kunnen werken en door passende raad en aanmoediging te geven, zullen zulke personen beseffen dat de ouderlingen werkelijke belangstelling voor hen hebben en zij zullen zich waarschijnlijk met nog grotere ijver op het maken van verdere vorderingen toeleggen. Natuurlijk is het altijd goed een broeder de volle gelegenheid te geven zich te uiten en nauwkeurig te luisteren naar wat hij te zeggen heeft. Als hij inlichtingen naar voren brengt waarvan de ouderlingen zich niet bewust waren en deze brengen verandering in de zaak, dan zouden zij alsnog kunnen besluiten hem aan te bevelen.

Het is niet nodig eventueel toekomstige ouderlingen of dienaren in de bediening voor het gehele lichaam van ouderlingen intensief te ondervragen. Hierdoor zouden misverstanden kunnen rijzen en gevoelens kunnen worden gekwetst. Als ouderlingen een broeder niet voldoende kennen om hem zonder een dergelijke ondervraging te kunnen aanbevelen, zullen zij zich er op willen toeleggen zijn vorderingen binnen de gemeente waar te nemen, met hem in de velddienst willen samenwerken en anderszins met hem willen omgaan, ten einde hem aldus beter te leren kennen. Wanneer dan de maand september aanbreekt, zal het lichaam van ouderlingen weten of hij er al dan niet voor in aanmerking komt om voor extra voorrechten te worden aanbevolen.

Ouderlingen en dienaren in de bediening die voor ontheffing worden aanbevolen

Als een broeder die thans ouderling of dienaar in de bediening is, voor ontheffing wordt aanbevolen, dient het lichaam van ouderlingen hem te vertellen waarom dit gebeurt, opdat hij een duidelijk begrip van de situatie heeft. Als hij het niet eens is met de beslissing van het lichaam van ouderlingen behoort hij ervan in kennis te worden gesteld dat hij, indien hij dat wil, naar het besturende lichaam mag schrijven om te verklaren waarom hij het niet eens is met de aanbeveling voor zijn ontheffing. Zijn brief dient te zamen met de brief van de ouderlingen waarin zijn ontheffing wordt aanbevolen, opgestuurd te worden. Hun brief dient namens het lichaam van ouderlingen door het dienstcomité ondertekend te worden. Indien dit nodig en raadzaam is, zal het besturende lichaam regelingen treffen dat een speciaal comité de zaak opnieuw beschouwt. Er zal geen enkele aankondiging van de ontheffing aan de gemeente worden gedaan totdat de zaak door het besturende lichaam behandeld is. Ondertussen mag de betrokken broeder zijn dienst in de gemeente voortzetten. Als natuurlijk een ouderling of dienaar in de bediening een ernstige overtreding begaat die een openbare terechtwijzing of uitsluiting noodzakelijk maakt, dient hij uit zijn ambt te worden ontheven. Jullie zouden dan niet op de officiële ontheffingsbrief van het besturende lichaam hoeven te wachten alvorens hem zijn voorrechten te ontnemen. — or, blz. 165, 166.

In uitzonderlijke gevallen waarbij het gedrag van een ouderling of dienaar in de bediening vraagtekens oproept aangaande zijn geschiktheid om zijn dienst voort te zetten, dienen de ouderlingen alles te doen wat zij kunnen om de kwestie plaatselijk op te lossen, misschien door passende raad bij andere ervaren ouderlingen in te winnen. Als zij dan nog niet tot overeenstemming kunnen komen met betrekking tot hetgeen zij moeten doen, mogen zij naar het besturende lichaam om raad schrijven.

Wanneer het lichaam van ouderlingen heeft besloten welke aanbevelingen gedaan zullen worden, zullen zij de hiervoor verschafte formulieren (de S-2a, b en c formulieren) invullen. De instructies voor het gebruik van deze formulieren staan duidelijk op de formulieren zelf vermeld. Volg ze nauwkeurig op. Let erop dat de ingevulde namen ALLEEN van diegenen zijn die voor een NIEUWE aanstelling worden aanbevolen. Vul onder „Ontheffingen” niet de namen in van degenen die reeds vroeger zijn ontheven.

De aanbevelingen voor nieuwe aanstellingen van broeders die voordien nog niet hebben gediend, dienen in september te worden gedaan. Wanneer er op andere tijdstippen nieuwe gemeenten worden gevormd, zullen er voor elk van de betrokken gemeenten aanbevelingen worden ingestuurd. Alvorens een aanvraag voor een nieuwe gemeente in te vullen, zou het goed zijn de inlichtingen te lezen die in de brief „Inlichtingen betreffende een gemeente” (S-50) staan vervat en jullie daarnaar te richten. Deze brief is bij het bijkantoor te verkrijgen.

Roulering — or, blz. 63, 64.

Op de bijeenkomst van ouderlingen in september zal het lichaam van ouderlingen bepalen welke ouderlingen gedurende het nieuwe dienstjaar in bepaalde posities van opzicht gaan dienen. Als er bepaalde posities zijn die een van de broeders volgens het normale rouleringspatroon niet zou kunnen bekleden, zullen deze posities overeenkomstig de plaatselijke beslissing van het lichaam van ouderlingen door broeders worden ingenomen die er wel de bekwaamheid voor bezitten. Wanneer de plaatselijke ouderlingen een beslissing hebben genomen met betrekking tot de nieuwe taken, kunnen deze aan de gemeente worden bekendgemaakt. Het is niet nodig om op bericht van het besturende lichaam te wachten, tenzij er aanbevelingen voor nieuwe ouderlingen zijn gedaan of wanneer voorgestelde ontheffingen nog niet zijn afgehandeld. Er kunnen tijdelijke regelingen worden getroffen tot de nieuwe aanstellingen zijn ontvangen. Maar zelfs wanneer er nieuwe aanbevelingen zijn gedaan, dan hoeft dit alle andere broeders er nog niet van terug te houden hun nieuwe taken op zich te nemen. Deze roulering dient vroeg in de maand september plaats te vinden, onmiddellijk nadat het lichaam van ouderlingen een beslissing heeft genomen met betrekking tot de details. De normale roulering wordt op blz. 63, par. 1, van het Organisatie-boek uiteengezet. Andere inlichtingen hierover vindt men op de bladzijden 64 en 65.

Wat gebeurt er wanneer er nieuwe ouderlingen zijn aanbevolen? De nieuw aangestelde ouderling is aangesteld omdat hij over de geestelijke hoedanigheden beschikt, dus moet hij in staat zijn om voor een positie van opzicht zorg te dragen, zelfs al zou hij rechterlijke aangelegenheden moeten behartigen. Onder normale omstandigheden, wanneer er nu vijf ouderlingen zijn, en er een nieuwe ouderling wordt aangesteld, zal de aftredende presiderende opziener het komende jaar niet een van de vijf voornaamste posities bekleden. Hij zou gewoon zijn plaats in de roulering innemen, achter de nieuw aangestelde broeder(s). Het plaatselijke lichaam van ouderlingen heeft echter de verantwoordelijkheid om, met inachtneming van de rouleringsregeling, te bepalen in welke hoedanigheid de respectieve ouderlingen zullen dienen.

Er zijn enkele vragen gesteld in verband met de kwestie of het noodzakelijk is dat een ouderling voor elk van de vijf voornaamste posities geschikt moet zijn en ook de bereidheid moet bezitten elk van die posities te aanvaarden, zonder bang te zijn dat hij anders niet geschikt geacht zou worden als ouderling dienst te doen. Neen, dit zou niet de juiste zienswijze zijn. Iemand kan bijvoorbeeld een voortreffelijke ouderling zijn, in staat goede aanmoediging en schriftuurlijke raad aan afzonderlijke personen of meerdere personen te verschaffen, maar omdat hij de plaatselijke taal niet voldoende beheerst, voelt hij zich misschien niet bekwaam als schoolopziener of misschien zelfs als Wachttoren-studieleider te dienen. Dit zou hem niet ongeschikt maken voor andere verantwoordelijkheden en evenmin voor enige andere positie die hij van jaar tot jaar wel denkt te kunnen behartigen. De andere ouderlingen zouden hem kunnen aanmoedigen als zij van mening zijn dat hij bepaalde verantwoordelijkheden zou kunnen behartigen, maar zij dienen zijn persoonlijke gevoelens en beslissing te respecteren.

In de maand september zullen gewoonlijk de taken van de ene ouderling op de andere overgaan, zelfs al heeft iemand geen vol jaar in die positie gediend. Wanneer er in de loop van het jaar om de een of andere reden een van de vijf voornaamste posities openvalt, kan door het lichaam van ouderlingen uit een van de ouderlingen een vervanger worden gezocht die voor de resterende tijd in die positie zal dienen.

Het is niet nodig om het bijkantoor een nieuw postadres van de gemeente op te geven enkel omdat er een nieuwe presiderende opziener is gekomen. Veeleer zal hetzelfde permanente postadres dat door het lichaam van ouderlingen is uitgekozen, elk jaar opnieuw gebruikt worden, tenzij er een deugdelijke reden is om een wijziging aan te brengen.

Een soepele overgang bij het begin van het nieuwe dienstjaar

De ouderling die tot op dit ogenblik in een bepaalde positie heeft gediend, zal er goed aan doen de ouderling die hem gaat vervangen, te leren wat zijn verantwoordelijkheden omvatten. Het zou goed zijn indien beiden, zodra de roulering definitief is bepaald, daar gezamenlijk minstens één avond aan besteden en daarna zoveel tijd als nodig is om de ouderling die de nieuwe verantwoordelijkheid op zich neemt, met zijn taak vertrouwd te maken. Dit zal voor de betrokken ouderlingen en voor de gemeente een zegen zijn. De presiderende opziener kan zijn vervanger bijvoorbeeld bekend maken met de inhoud van het gemeentearchief. Hij kan de financiële toestand van de gemeente met hem bespreken en hem op de hoogte brengen van eventuele schulden die de gemeente hetzij bij het Genootschap of bij anderen heeft. Correspondentie die in verband met zulke situaties afgehandeld moet worden, of ook andere aangelegenheden, dienen besproken te worden, met inbegrip van de bijeenkomst met de gewone pioniers, het bezoek van de kringopziener, de kringvergadering, enzovoort, zodat deze aangelegenheden gepaste aandacht zullen krijgen. Dit geldt ook met betrekking tot problemen die op dit ogenblik in behandeling zijn bij het rechterlijke comité. Het is ook nuttig de nieuwe presiderende opziener eraan te herinneren in zijn correspondentie met het Genootschap altijd duidelijk de naam van de gemeente te vermelden.

Zo zullen ook de ouderlingen die verantwoordelijk zijn voor bepaalde afdelingen waarover een dienaar in de bediening is aangesteld die deze afdeling als nieuwe toewijzing heeft gekregen, er tijd voor opzij zetten deze broeders op de hoogte te brengen van hun taak, al hun vragen daarover te beantwoorden en zich ervan te vergewissen dat de broeders weten wat zij moeten doen. De velddienstopziener dient bijvoorbeeld de taken van degenen die voor het gebied en voor de tijdschriften zorgen, met hem door te nemen. Degene die de gemeenteboekhouding bijhoudt, zal niet alleen worden geholpen een nauwkeurige boekhouding bij te houden, maar ook zorg te betrachten bij het omgaan met geld (2 Kor. 8:20). Sommige dienaren in de bediening zullen misschien een andere toewijzing krijgen, maar dit is niet verplicht. Als zij goed werk doen en zich vanwege de ervaring die zij hebben opgedaan op hun gemak voelen bij het behartigen van hun huidige taak, hoeven er geen veranderingen te worden aangebracht. Overweeg dit en overweeg ook wat het beste voor de gemeente is. — Zie or, blz. 64, 65; ook het artikel „Een soepele overgang”, in de Koninkrijksdienst van september 1973, blz. 7.

Het jaarlijkse verslag invullen

Aan het eind van het jaar, omstreeks 1 september, schrijft de presiderende opziener een betekenisvol verslag naar het bijkantoor, waarvoor hij het S-10 formulier gebruikt. Hierin staan zijn specifieke waarnemingen met betrekking tot de geestelijke toestand van de gemeente, wat het afgelopen jaar tot stand is gebracht en wat in de komende maanden aandacht nodig schijnt te hebben. Dit verslag dient op de bijeenkomst vroeg in september aan de ouderlingen te worden voorgelezen voordat het naar het bijkantoor wordt gezonden, terwijl een afschrift ervan in het gemeentearchief zal worden bewaard. Controleer alsjeblieft samen met de velddienstopziener alle getallen want vaak worden sommige cijfers onder vraag twee niet ingevuld of onjuist ingevuld. Dit is een belangrijke analyse dus verschaf alsjeblieft nauwkeurige inlichtingen. Is er voor het vermelden van waarnemingen in antwoord op bepaalde vragen extra ruimte nodig, gebruik dan alsjeblieft een extra blad papier zodat een betekenisvol, maar kort, ter zake dienend verslag zal worden verschaft. Dit verslag zal te zijner tijd worden bevestigd.

Hoe, indien nodig, ouderlingen van nabijgelegen gemeenten aangetrokken kunnen worden

Soms merken kringopzieners op dat één gemeente veel ouderlingen heeft, terwijl een andere gemeente hulp van ouderlingen nodig heeft. Een kringopziener zou die behoefte aan de gemeente met veel ouderlingen kenbaar kunnen maken, maar dan blijft het toch aan het lichaam van ouderlingen van die gemeente voorbehouden om af te wegen wat hun eigen behoeften zijn in verband met het zorg dragen voor de gemeenteactiviteiten. Als zij geloven dat het in hun gemeente geen ongemak zal geven wanneer een ouderling gaat samenwerken met een nabijgelegen gemeente waar werkelijke behoefte aan ouderlingen bestaat, kunnen zij de kwestie met elkaar bespreken en zien of er iemand onder hen is die naar de nabijgelegen gemeente wil reizen.

Iedere ouderling die zo’n overplaatsing overweegt, dient in aanmerking te nemen wat dit voor hemzelf en voor zijn gezin in lichamelijk en geestelijk opzicht zal betekenen. Hij zal ook andere aangelegenheden die hiermee verband houden, in aanmerking nemen.

Als er, na de kwestie op een dergelijke wijze overwogen te hebben, iemand wordt gevonden die beschikbaar is om in de nabijgelegen gemeente te dienen, kan de presiderende opziener met de betreffende gemeente contact opnemen om hen ervan in kennis te stellen dat er een ouderling bereid is gevonden om op geregelde basis met hen te dienen. Als de broeders die de nabijgelegen gemeente vertegenwoordigen, na ontvangst van deze inlichtingen, met de beschikbare ouderling willen spreken, mogen zij dit doen. Als zij dan graag zouden zien dat hij met hen gaat samenwerken, dienen zij hun aanbeveling aan het besturende lichaam te zenden en daarbij uiteen te zetten dat de veranderingen die zij in hun brief aanbevelen, door de andere gemeente zijn goedgekeurd. Indien dit wordt goedgekeurd, mag de ouderling in de nieuwe gemeente dienen en zijn naam zal van de lijst van ouderlingen van zijn vroegere gemeente verwijderd worden (Koninkrijksdienst van april 1973). Op elk moment in het jaar dat dit nodig is, kunnen er regelingen voor zulke overplaatsingen getroffen worden.

Wat er gedaan dient te worden wanneer ouderlingen of dienaren in de bediening verhuizen

Het lichaam van ouderlingen van de gemeente waarheen de ouderling is verhuisd, kan een schriftelijk verzoek om inlichtingen indienen bij het gehele lichaam van ouderlingen in de gemeente waar hij aangesteld was en gediend heeft. Wanneer het lichaam van ouderlingen in de vroegere gemeente een gunstige aanbeveling doet, dient het tweede lichaam van ouderlingen dat feit aan het besturende lichaam te vermelden wanneer zij de broeder aan het besturende lichaam aanbevelen, terwijl zij ook vermelden in welke gemeente hij voordien heeft gediend. Maar wacht op de aanstelling voordat de broeder in zijn nieuwe gemeente als ouderling of dienaar in de bediening wordt gebruikt.

Wat dient er gedaan te worden als het eerste lichaam van ouderlingen geen gunstige aanbeveling verschaft? Het zou dan raadzaam zijn naar alle redenen hiervoor te informeren. Bespreek die redenen met de broeder. Als men het ermee eens is dat hij niet aan de vereisten voldoet, is het niet raadzaam hem aan te bevelen. Wordt hij echter ondanks het ongunstige verslag van het eerste lichaam van ouderlingen aanbevolen, dan zouden jullie je eigen waarnemingen en aanbeveling te zamen met de brief van het eerste lichaam van ouderlingen aan het besturende lichaam kunnen voorleggen voor een uiteindelijke beslissing.

Telkens wanneer een aangestelde ouderling of dienaar in de bediening verhuist of komt te overlijden, dient het besturende lichaam hiervan in kennis te worden gesteld door middel van een brief die namens het lichaam van ouderlingen door het dienstcomité is ondertekend. Indien jullie weten waarheen de broeder is verhuisd, gelieve het bijkantoor hier dan over in te lichten. Als de broeder in het comité diende, laat het bijkantoor dan de naam en het adres weten van degene die hem vervangt. Wij dienen te allen tijde volledig ingelicht te zijn met betrekking tot degenen die in het dienstcomité dienen. Wees zo goed nog eens het artikel te raadplegen „Wat dient er gedaan te worden?”, in de Koninkrijksdienst van juli 1973.

Het aanbevelen van hen die voorheen terechtgewezen of uitgestoten zijn

Wellicht willen jullie nog eens de bladzijden 176 en 177 van het Organisatie-boek doorlezen.

Wat degene betreft die terechtgewezen is, in zijn geval zal het er vooral van afhangen of de terechtwijzing persoonlijk of in het openbaar is geschied. Als hij een privé-terechtwijzing heeft ontvangen, kan het zijn dat de man na het verstrijken van enige maanden aanbevolen zou kunnen worden. Indien er echter een openbare terechtwijzing is gegeven, is de kwestie ernstiger, zodat het lichaam van ouderlingen er zeker van dient te zijn dat de broeder weer een goede reputatie bij de gemeente heeft, ja, het respect en het vertrouwen van de gemeente geniet. In zulke gevallen dienen de ouderlingen het besturende lichaam van aanvullende gegevens te voorzien, zodat er een zo duidelijk mogelijk beeld van de situatie ontstaat en de juiste beslissing kan worden genomen.

Met betrekking tot iemand die weer in de gemeente is opgenomen en ten aanzien van wie wordt overwogen of hij voor meerdere dienstvoorrechten in aanmerking komt, is het duidelijk dat hij de schande die hij door zijn verkeerde daad over zichzelf heeft gebracht, ’ongedaan’ moet hebben gemaakt, en wel door een overtuigend bericht van rechtvaardigheid te hebben opgebouwd dat een tegenwicht vormt tegen de uitwerking van de vroegere overtreding. Hiermee zouden slechts enkele jaren gemoeid kunnen zijn, maar misschien ook wel vele jaren, afhankelijk van de algemene bekendheid van de overtreding. In elk geval zal zo’n wederopgenomen persoon eerst als dienaar in de bediening aanbevolen worden.

Opmerkingen en adviezen voor alle ouderlingen

Jehovah heeft elk van ons stellig een wonderbaar voorrecht en toevertrouwd pand geschonken, alsook een zware verantwoordelijkheid (Jak. 3:1). Het is goed nederig onze erkentelijkheid voor dit toevertrouwde pand te tonen door in ons leven een steeds grotere geestelijke gezindheid te ontwikkelen. Dit vereist natuurlijk voortdurende studie, aanhoudend gebed tot Jehovah en een nederige erkenning van onze eigen onvolmaaktheden en zonden, terwijl we beseffen hoezeer wij Jehovah, onze hemelse Vader, en Christus, het aangestelde hoofd van de christelijke gemeente, nodig hebben.

Indien opzieners het veronachtzamen of in gebreke blijven aandacht aan zichzelf of aan de kudde te schenken, dan kunnen jullie je indenken wat er kan gebeuren. Ernstige problemen kunnen zich dan ontwikkelen, wellicht wrijving of tweedracht, waardoor misschien zelfs het lichaam van ouderlingen wordt aangetast, met het gevolg dat zij een gebrek aan doortastend optreden gaan tonen bij de behandeling van overtredingen (1 Sam. 2:12-17, 27-30). Opzieners die geestelijk wakker en waakzaam zijn, doen stappen om te voorkomen dat zo’n situatie ooit zou ontstaan. Zij laten hun oordeel niet door persoonlijke gevoelens beïnvloeden, zodat zij een broeder voorrechten onthouden. Ook laten zij niet toe dat dergelijke gevoelens hen ervan zouden weerhouden een broeder voor ontheffing aan te bevelen als er een schriftuurlijke basis voor een dergelijke stap bestaat. — 1 Tim. 5:21.

Wanneer de kringopziener de gemeente bezoekt en hij ziet duidelijke tekenen die op het bestaan van dergelijke ernstige problemen wijzen, dan zal hij niet schromen zich erover uit te spreken, maar hij zal integendeel de gehele raad Gods bekendmaken. Hij tracht daarbij niet de leiding van de gemeente, en evenmin de leiding over de bijeenkomsten van ouderlingen die hij bezoekt, ’over te nemen’ terwijl hij de ouderlingen ook niet ’opzij schuift’, dat niet. Maar hij moet zich wel gewetensvol uiten en trachten de ouderlingen te helpen de raad van Gods Woord toe te passen wanneer het duidelijk is dat daar behoefte aan bestaat (Hand. 20:26, 27; 2 Tim. 1:6, 7; 4:2). Wanneer hij dergelijke aangelegenheden aan het bijkantoor bericht, zal hij de zaken duidelijk en eerlijk vermelden. — or, blz. 82, par. 3.

Stellig zijn wij ons er allemaal van bewust dat de gemeenten niet door eigen wetten worden bestuurd — ze zijn rechtstreeks verbonden met de „getrouwe en beleidvolle slaaf” en wij allen werken onder het leiderschap van Christus. Om die reden is het goed van tijd tot tijd de artikelen door te nemen die in De Wachttoren van 1/3/73 en 1/4/73 staan: „Onderwerpt u zich aan Christus’ gezag in deze tijd?” en „Hoe hemels gezag leiding geeft aan een aardse gemeente”. Uitstekende raad is in deze twee artikelen vervat om elke ouderling te helpen inzien hoe belangrijk en noodzakelijk het is ons aan Christus’ gezag te onderwerpen en aan elk van onze medeouderlingen de waardigheid toe te kennen die hem toekomt (Rom. 12:10, Fil. 2:3). Als wij elkaar in juiste ere houden en nederig beseffen dat datgene wat belangrijk is, de werking is van het gehele lichaam van ouderlingen in overeenstemming met Gods Woord, en niet datgene wat één of twee ouderlingen doen, dan zal het lichaam van ouderlingen werkzaam zijn precies zoals Jehovah wil dat het werkzaam is, namelijk in liefde. — Zie De Wachttoren van 1 februari 1974, „Raadgevers die ’zachtmoedigheid die bij wijsheid behoort’ ten toon spreiden” (blz. 88-90); 1 juli 1974, „Vinden mensen u ’zachtaardig en ootmoedig van hart’?”; en 15 augustus 1975, „Kweek intense liefde voor elkaar aan” en: „Liefde bedekt een menigte van zonden.”

Ouderlingen dienen te beseffen dat zelfs zij ten gevolge van menselijke onvolmaaktheden problemen onder elkaar kunnen hebben, maar dat de eigenschap van warme christelijke liefde er altijd op gericht zal zijn elkaars onvolmaaktheden te bedekken (1 Petr. 4:8). Het is goed om dit aan ons toevertrouwde pand te bewaren, met elkaar samen te werken, niet meer van onszelf te denken dan nodig is en elkaar voortdurend te helpen onze verantwoordelijkheden ten opzichte van Jehovah na te komen. Als wij vredig en harmonieus tot welzijn van de gemeente met elkaar samenwerken, zal Jehovah ons en ons werk stellig zegenen, dit alles tot zijn lof.

Weest verzekerd van onze warme christelijke liefde.

HET BESTURENDE LICHAAM VAN JEHOVAH’S GETUIGEN

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen